Plan: | Benoordenhout |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0213GBenoorden-50VA |
Op 15 november 2007 is de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. De luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer(Wm).
In artikel 5.16 van de Wet milieubeheer is aangeven dat een bestuursorgaan bevoegdheden kan uitoefenen of wettelijke voorschriften kan toepassen indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de uitoefening of toepassing niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan de concentraties in de buitenlucht. In het Besluit niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) is aangegeven dat tot de vaststelling van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) geldt dat het begrip NIBM, de toename aan de concentraties NO2 en PM10 als gevolg van de planontwikkeling, moet worden gelezen als niet meer dan 1% van de jaargemiddelde grenswaarde.
Het bestemmingsplan Benoordenhout maakt de volgende ontwikkelingen mogelijk:
Uit het oogpunt van volksgezondheid moeten op grond van de luchtkwaliteitseisen uit de Wm in een ruimtelijk planproces de grenswaarden die in deze wet voor de concentratie van verschillende luchtverontreinigingcomponenten zijn vastgelegd, in acht worden genomen of moet worden aangetoond dat de planontwikkeling “Niet In Betekenende Mate” (NIBM) bijdraagt aan het verslechteren van de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer.
De Nederlandse regelgeving voor luchtkwaliteit in de buitenlucht is opgenomen in de Wet luchtkwaliteit (Wlk) (titel 5.2 van de Wet milieubeheer). Deze wet is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het 'Besluit luchtkwaliteit 2005'. De Wlk is de Nederlandse implementatie van de EU-richtlijnen voor luchtkwaliteit. In de Wlk zijn normen in de vorm van grenswaarden voor concentraties van stoffen in de buitenlucht opgenomen. In de Nederlandse situatie leveren alleen de concentraties stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) problemen op in relatie tot de wettelijke normen. Vanaf 2010 moet zowel aan de grenswaarde voor NO2 als aan de grenswaarde voor PM10 voldaan worden.
Met betrekking tot fijnstof PM10 blijkt uit het rapport 'Milieutechnisch onderzoek bestemmingsplan Benoordenhout' (projectnummer 95014195, d.d. 6 december 2011, Bijlage 3) dat de ontwikkelingen ten gevolge van het bestemmingsplan ten opzicht van de autonome ontwikkeling op alle plaatsten in het gebied een niet in betekenende mate invloed op de luchtkwaliteit heeft. De planbijdrage is kleiner of gelijk aan 1 µg/m3. Een toetsing aan de grenswaarde kan daarom achterwege blijven.
Met betrekking tot stikstofdioxide NO2 blijkt dat de ontwikkelingen die het bestemmingsplan voorstaat een niet in betekenende mate invloed hebben op de concentratie. De bijdrage is overal kleiner dan de maximaal toegestane bijdrage van 0,4 µg/m3.
De ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, dragen kortom niet in betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer vormen geen beletsel voor de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen.