direct naar inhoud van 4.4 Geluid
Plan: Benoordenhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0213GBenoorden-50VA

4.4 Geluid

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten. Als geluidsgevoelige gebouwen dan wel terreinen zijn aangewezen:

  • woningen
  • onderwijsgebouwen m.u.v. gymnastieklokalen;
  • ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • verzorgingstehuizen;
  • psychiatrische inrichtingen;
  • medisch centra;
  • poliklinieken;
  • medische kleuterdagverblijven;
  • terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;
  • woonwagenstandplaatsen.

De Wgh onderscheidt drie verschillende geluidsbronnen: industrie, spoorwegverkeer en wegverkeer:

Wegverkeers- en spoorweglawaai

Op grond van de Wet geluidhinder hebben wegen en spoorwegen een geluidszone, waarbinnen bepaalde normen gelden voor de geluidsbelasting op woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen, en waarbinnen bij het opstellen van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Die verplichting geldt niet indien op het tijdstip van de vaststelling van een bestemmingsplan de (spoor)weg reeds aanwezig of in aanleg is, met betrekking tot de daarbij in het plan of in de zone van de betreffende weg opgenomen geluidsgevoelige gebouwen die op dat tijdstip reeds aanwezig of in aanbouw zijn. Daarnaast maakt de wet een uitzondering voor wegen waar de maximaal toegelaten snelheid 30 km/uur is. Deze wegen hoeven niet in het onderzoek te worden betrokken.

De Wet geluidhinder kent een voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor wegverkeerslawaai. Voor nieuwe situaties kunnen hogere waarden worden vastgesteld. Deze bedraagt voor wegverkeerslawaai maximaal 63 dB. Een uitzondering wordt gemaakt als het gaat om vervangende nieuwbouw langs wegen. De gevelbelasting mag dan maximaal 68 dB bedragen.

De wet bepaalt hierbij dat de vervanging niet zal leiden tot:

  • een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige structuur of functie;
  • een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden bij toetsing op bouwplanniveau voor ten hoogste 100 woningen.

In het plangebied of in de directe omgeving zijn geen spoorwegen aanwezig. Met lawaai van railverkeer hoeft daarom geen rekening te worden gehouden.

Reconstructie van wegen

Binnen het plangebied zullen de komende jaren naar verwachting geen straten ingrijpend gereconstrueerd worden.

Industrielawaai

In en rond het plangebied zijn geen industrieterreinen aanwezig waarop aangewezen inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd.

Procedure hogere waarden

Wanneer de voorkeursgrenswaarden worden overschreden is, parallel aan de bestemmingsplanprocedure, een procedure ontheffing hogere waarden ingevolge de Wet geluidhinder noodzakelijk. De hogere waarde procedure moet zijn afgerond alvorens het bestemmingsplan wordt vastgesteld. In het plangebied zijn de volgende locaties bekend, waar mogelijk nieuwbouw in geluidsbelaste situaties kan worden gerealiseerd:

Jan van Nassaustraat 112/Nassau Ouwerkerkstraat (directe bestemming):

Het voormalige Rijkskantoor van het ministerie van Defensie wordt omgevormd naar een kinderdagverblijf. Daarvoor wordt het pand zelf intern verbouwd en aan de zijde van de Nassau Ouwerkerkstraat wordt de nieuwbouw van 4 eengezinswoningen mogelijk gemaakt.

Jan van Nassaustraat 125-133 (wijzigingsbevoegdheid):

Het bestaande kantoorgebouw is in onbruik geraakt en mag worden omgebouwd naar 30 tot 35 wooneenheden.

Neuhuyskade 92-94 (wijzigingsbevoegdheid)

Het bestaande kantoorgebouw is in onbruik geraakt en mag worden omgebouwd tot 16 tot 18 wooneenheden.

Neuhuyskade 40 (wijzigingsbevoegdheid)

Het voormalige kantoorgebouw van de “Raad voor de Kinderbescherming” is eveneens in onbruik geraakt en mag worden omgebouwd tot 25 tot 29 wooneenheden.

Neuhuyskade naast 126 (directe bestemming)

Nieuwbouw van twee woningen.

Benoordenhoutseweg 46 (wijzigingsbevoegdheid)

Het bestaande kantoorgebouw is in onbruik geraakt en mag worden omgebouwd tot 60 tot 72 wooneenheden.

Willem Witsenplein 6 (wijzigingsbevoegdheid)

Het kantoorgebouw wordt deels omgebouwd, zodat aan de zijde van de Roelofsstraat 70 tot 85 wooneenheden ontstaat. Aan de zijde van de van Alkemadelaan blijft een kantooreenheid bestaan.

Schiefbaanstraat 29 (directe bestemming)

Het in onbruik geraakte kantoorgebouw wordt omgebouwd, zodat ofwel vier wooneenheden ofwel een invulling met een maatschappelijke functie mogelijk wordt.

Waalsdorperweg 10-14 (directe bestemming)

Ter hoogte van het bestaande schoolgebouw aan de Waalsdorperweg wordt het bestaande bebouwingsvlak vergroot, zodat de aanbouw van vier klaslokalen mogelijk wordt. Deze leerlingen zullen worden overgeplaatst vanuit de bestaande schoollokalen aan de Van Neijenrodestraat.

Bronovolaan 5 (wijzigingsbevoegdheid)

Tussen het hoofdgebouw van het Bronovo Ziekenhuis en de bestaande parkeergarage zal een uitbreiding mogelijk worden gemaakt, waarbinnen de bestaande ziekenhuisdiensten Spoedeisende Hulp en de Huisartsenpost gehuisvest zullen worden.

Van Hogenhoucklaan 95-97 (directe bestemming)

De vier onderste etages van de Hubertustoren waren tot voor kort in gebruik als zogenoemd ‘zusterflat’. Deze appartementen zullen in het vervolg als ‘gewone’ woonruimten gebruikt worden.

Binnentuin Johannes Bilderstraat, Weissenbruchstraat en Duchattelstraat (directe bestemming)

In de binnentuin die wordt ingesloten door de woningen aan de Johannes Bilderstraat, de Weissenbruchtstraat en de Duchattelstraat wordt het mogelijk gemaakt een wooneenheid te realiseren.

Wassenaarseweg 36 (directe bestemming)

Het in onbruik geraakte kantoorgebouw wordt omgebouwd, zodat er een wooneenheid in gerealiseerd kan worden.

In het rapport 'Milieutechnisch onderzoek bestemmingsplan Benoordenhout' (projectnummer 95014195, d.d. 6 december 2011, Bijlage 3) is de geluidsbelasting ter hoogte van de verschillende nieuwe geluidsgevoelige objecten berekend. Uit het rapport blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van de zoneringsplichtige wegen in een aantal gevallen hoger zal liggen dan de voorkeursgrenswaarde, maar dat in geen van deze gevallen de maximaal te ontheffen waarde wordt overschreden. Voor de niet-zoneringsplichtige wegen geldt eveneens dat in een aantal gevallen de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. Ook in die gevallen is geen sprake van een zodanige geluidsbelasting dat, als sprake zou zijn van een zoneringsplichtige weg, de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden. De gecumuleerde geluidsbelasting, die zonder aftrek ex artikel 110g van de Wet geluidhinder is berekend, nadert maar overschrijdt nergens de in het Haagse Ontheffingenbeleid als norm gestelde plandrempel van 68 dB.

Voor het gebied wordt gelijktijdig met het ontwerp-bestemmingsplan een concept-ontheffing hogere waarden ter inzage gelegd.