direct naar inhoud van 3.3 Sectoraal beleid
Plan: Benoordenhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0213GBenoorden-50VA

3.3 Sectoraal beleid

3.3.1 Bebouwing

Rijksbeschermd stadsgezicht

De Monumentenwet 1988 omschrijft een beschermd stadsgezicht als 'groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke en structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke waarde of cultuurhistorische waarde (..)' en dat vanwege dit algemene belang door de minister van OC&W en de minister van VROM als zodanig is aangewezen.

Benoordenhout maakt deel uit van het rijksbeschermd stadsgezicht Benoordenhout (zie paragraaf Beschermd stadsgezicht). De Monumentenwet 1988 verplicht de gemeenteraad van Den Haag een bestemmingsplan vast te stellen ter bescherming van het rijksbeschermd stadsgezicht.

Het rijksbeleid hecht grote waarde aan het integreren van de cultuurhistorische waarden van een gebied in de stedenbouwkundige plannen. De Nota Belvedère en de recente beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg (MoMo) van de minister van OC&W geven hiervan blijk.

Provinciaal beleid

Voor de provincie is het cultureel erfgoed van grote betekenis voor de kwaliteit van de leefomgeving. Instandhouding hiervan draagt bij aan versterking van deze kwaliteit. De inpassing en het gebruiken van cultureel erfgoed als uitgangspunt bij planvorming en ontwerp voor ruimtelijke plannen staat daarbij voorop. Het provinciale beleid is vooral gericht op het beschermen van het cultureel erfgoed voor zover dit is vastgelegd in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS). Deze is door de provincie Zuid-Holland in 2005 vastgesteld. In de CHS zijn de kenmerken en waarden van landschap, nederzettingen en archeologie aangegeven. Het plangebied is in de CHS aangemerkt als landschap met een zeer hoge waarde. In de Nota is verder bepaald dat voor beschermde stads- en dorpsgezichten in het bestemmingsplan de bescherming en zonodig versterking van de aanwezige cultuurhistorische waarden worden geregeld. Ook monumentale en karakteristieke objecten, waaronder MIP-objecten gelegen in deze gebieden dienen te worden beschermd.

Als een uitwerking van de CHS heeft de provincie in april 2010 de Regioprofielen Cultuurhistorie vastgesteld. De Provinciale Structuurvisie/Verordening vormt samen met de Regioprofielen Cultuurhistorie het kader waarbinnen de provincie stuurt op cultuurhistorie en ruimtelijke ordening. De zestien 'Topgebieden Cultureel Erfgoed Zuid-Holland' zijn gebieden waar cultuurhistorische waarden in bijzondere mate én in onderlinge samenhang voorkomen. Het cultureel erfgoed is hier nog in grote mate bepalend voor het karakter en de ruimtelijke kwaliteit. In de topgebieden is de continuïteit van het karakter van het gebied het uitgangspunt.

Het plangebied behoort evenals de overige Haagse beschermde stadsgezichten tot een van deze zestien topgebieden.

Gemeentelijk beleid

De Structuurvisie Den Haag 2020 benoemd vier grote troeven van Den Haag, één daarvan is de monumentale residentie. De structuurvisie beschrijft de beschermde stadsgezichten als zéér waardevol en geeft aan dat deze door goed beheer hun kwaliteit zullen moeten behouden. Het wil zeggen dat in ruimtelijke veranderingsprocessen in de stad bestaande cultuurhistorische waarden een volwaardige rol spelen. Het wil ook zeggen, dat de betreffende gebieden blijvend een betekenis hebben voor de identiteit en het karakter van de stad.

De cultuurhistorische waarden die zijn aangewezen en die door dit bestemmingsplan worden beschermd, zijn verwoord in de toelichting op de aanwijzing als rijksbeschermd stadsgezicht.

Nadere typering van de te beschermen waarden:

  • De hoogwaardige woonomgeving die in kwetsbare harmonie verkeert met voorname kantoorbebouwing;
  • Een grote harmonie in baksteenarchitectuur van woonhuizen in verschillende straatwanden wat leidt tot hoogwaardige stedebouwkundige ensembles;
  • De stedebouwkundige waarde van de Jozef Israëlslaan / het Jozef Israëlsplein en het Van Hoytemaplein e.o.;
  • De ensemble- en individuele waarde van de huizen in het Nassaukwartier;
  • De aanwezigheid van veel gebouwen met een (nationaal gezien) hoge architectuurhistorische kwaliteit;
  • De visuele en functioneel-historische relatie van de wijk met de landgoederen Clingendael/Groenendaal/Oosterbeek, het Haagse Bos en het Malieveld/ de Koekamp;
  • De fraaie openbare ruimte met veel groen die herinnert aan het landschappelijk karakter van de 19de-eeuwse situatie (o.a. Wassenaarseweg, Van Hogenhoucklaan, Ruychrocklaan, Van Soutelandelaan, Van Mojalenlaan) en groenvoorzieningen als het Rosarium op het Jozef Israëlsplein;
  • De aanwezigheid van het restant van het landgoed Oostduin-Arendsdorp en van de Bosjes van Zanen;

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0213GBenoorden-50VA_0012.png"

Cultuurhistorische ordekaart Benoordenhout

Monumentale gebouwen

Wijziging van een rijks- of gemeentelijk monument is zonder een Omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders verboden. In de paragraaf Monumentale gebouwen worden de monumentale gebouwen genoemd die ingevolge artikel 6 van de Monumentenwet 1988 als rijksmonument of ingevolge artikel 3 van de Monumentenverordening Den Haag als gemeentelijk monument zijn ingeschreven. Op de plankaart wordt het gebied van het beschermd stadsgezicht aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0213GBenoorden-50VA_0013.png"

Waarde-Cultuurhistorie binnen het plangebied

3.3.2 Verkeer en infrastructuur

Regionale Nota Mobiliteit Haaglanden

In juni 2005 heeft het algemeen bestuur van Haaglanden de "Regionale Nota Mobiliteit" vastgesteld, in 2008 is het verkeersbeleid geactualiseerd. Het mobiliteitsbeleid richt zich op de planperiode 2005-2020. De Regionale Nota Mobiliteit geeft aan dat er in de komende jaren veel maatregelen genomen moeten worden om de toename van de mobiliteit op te kunnen vangen en de regio bereikbaar te houden, de verkeersveiligheid te bevorderen en de regio vooral ook leefbaar te maken. Stimulering van het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets staan daarin centraal. De belangrijkste doelen voor de regio zijn: 40% meer reizigers in het openbaar vervoer in 2020, meer gebruik van de fiets, kortere en beter voorspelbare reistijden met de auto vooral in de spits, minder verkeersslachtoffers en een beter en gezonder leefklimaat. Verder wil het stadsgewest bevorderen dat mensen bewuster kiezen voor het juiste vervoermiddel bij de juiste verplaatsing. Het uitvoeringsprogramma laat zien welke concrete projecten het stadsgewest en de andere overheden in de regio Haaglanden uitvoeren om de ambities van de Regionale Nota Mobiliteit te realiseren. De Regionale Nota Mobiliteit is naast het verkeersbeleid van Haaglanden ook een regionale vertaling van de plannen uit de landelijke Nationale Nota Mobiliteit (2005) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

"Haagse Nota Mobiliteit, Bewust kiezen Slim organiseren"

De ontwerpnota Haagse Nota Mobiliteit legt de visie op het verkeer- en vervoersbeleid van de gemeente Den Haag vast voor de periode 2010 - 2020 met een doorkijk naar 2030. De visie in de nota is er op gericht van Den Haag een duurzaam bereikbare stad te maken door er voor te zorgen dat reizigers een bewuste keuze kunnen maken voor de vervoerwijze en de route die het beste bij hen past.

Op hoofdlijnen richt het beleid zich op het waarborgen van een goede bereikbaarheid voor alle vervoerswijzen en het verbeteren en in stand houden van een verkeersveilige en een leefbare stad. Groei van de mobiliteit wordt opgevangen door fors te investeren in het openbaar vervoer en de fiets. Door te zorgen voor goede voorzieningen voor voetgangers, en het bundelen en ordenen van het autoverkeer en te investeren in doorstroom hoofdroutes voor het autoverkeer zodat de doorstroming goed is en voldaan wordt aan de milieu- en inpassingseisen.

Het parkeerbeleid vastgelegd in de nota "Parkeerkader Den Haag 2010 - 2020, Blik in de Toekomst", is er onder andere op gericht om het evenwicht te herstellen tussen vraag en aanbod van parkeervoorzieningen vooral binnen de woongebieden waar de parkeerdruk hoog is.

Tussen het verkeer- en vervoerbeleid en de ruimtelijke ordening en inrichting van de stad bestaat een nauwe samenhang die ondermeer zijn vertaling vindt in bestemmingsplannen.

Openbaar vervoer

Het openbaar vervoer speelt als drager van ruimtelijke ontwikkelingen in de stad en de regio een belangrijke rol. Meer mensen moeten gebruik maken van het openbaar vervoer. Een stelsel van verbindende en ontsluitende openbaar vervoerlijnen dient er voor te zorgen dat gebundelde vervoerstromen tussen woon- en werklocaties, verplaatsingen van en naar het centrum met de hoofdstations en andere belangrijke attractiepunten, op een snelle en betrouwbare en comfortabele manier worden bediend. Op de volgende pagina is een kaart ingevoegd, die het streefbeeld laat zien van het openbaarvervoer netwerk (exclusief het busnetwerk) volgens de ontwerpnota Haagse Nota Mobiliteit.

In paragraaf 2.3.2 zijn de busroutes binnen het plangebied aangegeven.

Autoverkeer

De gemeente wil dat het mogelijk blijft om met de auto goed de belangrijkste bestemmingen in de stad te bereiken, zonder dat dit ten koste gaat van de woon- en leefgebieden. Daarom gaat de gemeente het doorgaande verkeer bundelen en ordenen op een beperkt aantal hoofdroutes. Dit is nodig om de economische en ruimtelijke ontwikkeling van de stad mogelijk te maken en draagt bij aan de duurzame verbetering van de leefbaarheid in wijken en buurten. Een goede, veilige doorstroming van het verkeer is ook van belang voor de bestrijding van geluidsoverlast, de uitstoot van schadelijke stoffen of andere vormen van hinder, het voorkomen van sluipverkeer en vermindering van het aantal verkeersslachtoffers.

Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer die stadsdelen met elkaar verbinden en wijken ontsluiten (bestemming Hoofdverkeersweg) zijn er de wegen van een lagere orde die het wijk- en het buurtgebonden verkeer (bestemming Straat en Verblijfsstraat) moeten afwikkelen. Op deze wegen heeft het autoverkeer een minder dominante positie en hebben openbaar vervoer, fietsers en voetgangers veelal prioriteit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0213GBenoorden-50VA_0014.png"

kaarten uit de ontwerpnota Haagse Nota Mobiliteit

In het bestemmingsplan hebben -voor zover binnen het plangebied gelegen- de Van Alkemadelaan, de Benoordenhoutseweg, de Zuid-Hollandlaan, de Koningskade, de Raamweg en de Wassenaarseweg, de bestemming Hoofdverkeersweg.

De Jozef Israëlslaan, het Jozef Israëlsplein, de Van Hogenhoucklaan, de Carel van Bylandtlaan, de Oostduinlaan, de Van Hoytemastraat, de Ruychrocklaan en de Waalsdorperweg hebben de bestemming "Straat".

De overige wegen, die voornamelijk een functie hebben voor de directe ontsluiting van de woningen en kantoren, zijn als "Verblijfsstraat" op de plankaart aangegeven.

Parkeren

Het parkeren en stallen van auto's neemt een belangrijke plaats in binnen het verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente Den Haag. Het doel van het beleid is zorgen voor een realistische en goede kans op het vinden van een parkeerplaats; Het beleid is erop gericht om het evenwicht te herstellen tussen vraag en aanbod van parkeerplaatsen. In gebieden waar de parkeerdruk boven de 90% uitkomt, grijpt de gemeente in door invoering van betaald parkeren en/of uitbreiding van parkeerplaatsen.

Hoge stedelijke bebouwingsdichtheid leidt zonder adequate parkeervoorzieningen tot een vaak te zware belasting van de openbare ruimte. Dat geldt zowel voor woon- als werkfuncties maar ook voor attractiepunten die veel bezoekers trekken. Door het stellen van parkeereisen bij de ontwikkeling van nieuwbouw wordt overlast voor de omgeving tegengegaan.

De parkeerplaatsen die conform de parkeernormen in een (bouw)plan nodig zijn, moeten op eigen terrein worden gerealiseerd. De parkeernormen voor woningen zijn in beginsel behoeftevolgend. Bij commerciële en andere niet-woonfuncties worden de parkeernormen bepaald door ligging in de stad en de bediening van het gebied door het openbaar vervoer. Met de inwerkingtreding van de Wro is bepaald dat de stedenbouwkundige regels in de gemeentelijke bouwverordening in de toekomst zullen vervallen. De parkeernormen zijn inclusief afwijkingsregels, daarom in de bijlage van dit bestemmingsplan opgenomen.

Fietsverkeer

De gemeente Den Haag wil het fietsgebruik met 30% laten groeien. Daarom moet het fietsen aantrekkelijker gemaakt worden door het verbeteren van het fietsnetwerk, een beter wegdek, een betere doorstroming en meer fietsenstallingen.

Een stelsel van zogenaamde "sterroutes" tussen woonwijken en het centrum van Den Haag en die aansluiten op de regionale fietsroutes moeten de groen- en recreatiegebieden gemakkelijk met de fiets bereikbaar maken.

Het "hoofdnetwerk" voor de fiets moet zorg dragen voor snelle en veilige verplaatsingen met de fiets tussen buurten en wijken.

De binnen het plangebied gelegen straten: Waalsdorperweg, de Van Alkemadelaan, de Wassenaarseweg, de Koningskade/Raamweg en de Zuid-Hollandlaan-Benoordenhoutseweg maken deel uit van het netwerk van hoofdfietsroutes.

3.3.3 Groen

Groen kleurt de stad

De nota 'Groen kleurt de stad' (2005) verwoordt het groenbeleid van Den Haag in twee doelstellingen:

  • het beleidsplan biedt een kader voor duurzaamheid bij inrichting, beheer en gebruik van groen waarbij steeds meer sprake zal zijn van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van beheerder en gebruiker;
  • het beleidsplan biedt een raamwerk waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt bij ruimtelijke ingrepen die van invloed zijn op het groen in de stad en bij veranderende maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de functies van het groen.

Deze doelstellingen zijn vertaald in vier ambities:

  • ruimte voor groen in en om de stad;
  • aandacht voor toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen;
  • duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen;
  • samen het groen beheren.

Op grond van de aanwezige waarden zijn grote delen van het groen in Den Haag van bijzonder belang voor de kwaliteit, de identiteit en de belevingswaarde van de stad alsmede voor de kwaliteit en de verspreidingsmogelijkheden van planten en dieren. Deze vormen gezamenlijk de Stedelijke Groene Hoofdstructuur. Inzet is deze stedelijke groenstructuur duurzaam in stand te houden en waar mogelijk te versterken. In de nota zijn met betrekking tot de "Stedelijke Groene Hoofdstructuur" twee kaarten opgenomen; een kaart met de "Stedelijke Groene Hoofdstructuur" en een kaart met "Ambities voor versterking van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur".

In het plangebied zijn meerdere bomenrijen onderdeel van de stedelijke groene hoofdstructuur van de stad. Deze spelen een belangrijke rol in het behouden behouden van deze structuur. De bomenrijen in kwestie zijn (van Noord naar Zuid en van West naar Oost):

  • de Waalsdorperweg;
  • de Groenhovenstraat;
  • de Wassenaarseweg;
  • de Benoordenhoutseweg;
  • de Raamweg;
  • de Alkemadelaan;


In de wijk Benoordenhout ( buiten het bestemmingsplangebied) liggen tevens twee kerngebieden van de groenstructuur; zijnde de Bosjes van Zanen dat onderdeel is van het Landgoed Clingendael en het Landgoed Oostduin/Arendsdorp.

Ontwikkelingsvisie Stedelijke Ecologische Verbindingszones

In de nota Stedelijke Ecologische Verbindingszones (2008-2018) is de Stedelijke Ecologische Hoofdstructuur (SEHS) van Den Haag aangegeven. Deze structuur sluit aan op de provinciale en nationale ecologische hoofdstructuur. De SHES bestaat uit kerngebieden (de grote groengebieden) met daartussen de ecologische verbindingszones. De verbindingszones bestaan uit zo veel mogelijk aaneensluitend wijk- en buurtgroen. Er zijn twaalf ecologische verbindingszones in de stad onderscheiden. Per verbindingszone zijn het ambitieniveau, streefbeelden, doeltypen, doelsoorten, biotoopwensen en inrichtingseisen aangegeven.

Binnen het plangebied is een aantal huidige en een aantal nieuwe Ecologische Verbindingszones aanwezig. Zij verbinden zowel bomenrijen onderling als bomenrijen en kerngebieden met elkaar en dragen bij aan het behoud van de stedelijke groenstructuur. De Ecologische Verbindingszones in kwestie zijn (van Noord naar Zuid en van West naar Oost):

  • de verbindingszone tussen de Oude Waalsdorperweg en de Waalsdorperweg;
  • de Burnierstraat;
  • de Van Hogenhoucklaan;

Uitgangspunt in het bestemmingsplan is dat deze groene verbindingen in ruimtelijke en functionele zin gehandhaafd blijven.

De buurtgroenvoorzieningen aan weerzijde van de van Alkemadelaan aan de van Soutelandelaan vervullen nu maar ook in de toekomst een belangrijke functie voor de omgeving.

3.3.4 Wonen

Woonvisie Den Haag 2009-2020

Den Haag streeft naar groei van het inwoneraantal van de stad als draagvlak voor grootstedelijke voorzieningen en voor een goede economische sociale en culturele ontwikkeling: hiervoor zal het aantal woningen moeten groeien.

In de woonvisie 'Den Haag 2009 tot 2020' is de groeiambitie vastgesteld op 20.000 tot 25.000 woningen. De woonvisie biedt ook de kaders voor deze groei. De kern van de woonvisie is: Als Den Haag zich meer op de kaart wil zetten als woonstad, moet de stad zich versterken door meer differentiatie in woonmilieus en woonsferen te creëren en de woonkwaliteit verhogen. De stad moet daarom in een breed scala aan type woonwensen kunnen voorzien. Dit vereist gemengde stedelijke milieus, maatwerk bij nieuwbouw en een eigen identiteit voor wijken. Hoewel differentiatie van woonmilieus en woonsferen het uitgangspunt is, moet dit binnen een stedelijk kader gebeuren. Daarom dient er gekozen te worden voor woonvormen die passen bij een stedelijke omgeving. De nieuwbouw zal daarom grotendeels plaatsvinden door appartementen en stadswoningen en tussenvormen daarvan.

In het Benoordenhout overheerst de woonfunctie. Versterking van de woonfunctie heeft geen prioriteit, doch bij herontwikkeling van vrijkomende locaties ligt een woonfunctie voor de hand. De woonvisie noemt expats, vanwege de aanwezigheid van de internationale instellingen en organisaties in de nabijheid als potientiële doelgroep voor het plangebied. Verder worden jongeren, studenten, forenzen en emptynesters genoemd als doelgroepen waar bijzondere aandacht naar uit dient te gaan. Het plangebied is een beheergebied, dat wil zeggen dat er geen grootschalige ontwikkelingen plaatsvinden. Mogelijk biedt het ombouwen van nu leegstaande kantoren in het gebied kansen om voor één of meer van deze doelgroepen woningen te realiseren.

Woningen in complexen met inpandige service, maar ook kamerbewoning al dan niet door hospitaverhuur, zijn binnen deze woonsfeer kansrijk.

3.3.5 Economie
3.3.5.1 Algemeen: beleidsvisie Kracht van Kwaliteit

Op 6 oktober 2011 heeft de Raad de nota "Kracht van kwaliteit - Economische Visie Den Haag" vastgesteld (RV 126_2011, RIS 181227). De toekomst voor de Nederlandse economie in de mondiale concurrentiestrijd ligt bij kennis, creativiteit en stedelijke kwaliteit. De uitdaging voor de stad Den Haag is om de omstandigheden te creëren waarbij de economie van de stad ook op de langere termijn kansen biedt voor werk, inkomen en ontplooiing van alle Haagse burgers. De strategie voor de Haagse economie kan worden samengevat in de volgende speerpunten: 

  • Internationale stad van Vrede en Recht – de unieke branding van Den Haag
  • Kracht van de stad: quality of life –aantrekkelijke stad voor werkers, bewoners en bezoekers
  • Economische structuur – sterke clusters, vitaal mkb
  • Arbeidsmarkt – talent en vakmanschap

Den Haag heeft een uniek profiel als internationale stad van Vrede en Recht. Daarmee heeft de stad internationale bekendheid verworven. Dit profiel spreekt ook bedrijven en instellingen buiten die sector nadrukkelijk aan en heeft daarom ook in het economische domein een wervend karakter – een “sterk merk”. In de internationale zone zijn veel van deze organisaties geconcentreerd.

De kwaliteit van het arbeidsaanbod zal - door vergrijzing, schaarste aan vakmensen en tekort aan kenniswerkers - in de nabije toekomst een doorslaggevende vestigingsfactor worden. We zetten daarom actief in op de komst van academische instellingen en versterking en verbreding van het hoger onderwijs, ondermeer met topopleidingen. Den Haag onderscheidt zich door de quality of life in de stad.

Den Haag is een stad met een sterke, kennisintensieve zakelijke dienstensector, die bijna een kwart van de werkgelegenheid omvat. Den Haag is daarom aantrekkelijk voor (hoofd)kantoren, internationale bedrijven en instellingen. De spin off hiervan is van groot belang voor de lokale economie en leidt tot banen voor alle niveaus in het mkb. Den Haag zet daarom vol in op de (ruimtelijke) kwaliteit en de bereikbaarheid van toplocaties voor kantoren en instellingen. 

Den Haag versterkt zijn positie als tweede toeristische stad van Nederland. Het centrum (Binnenstad, stationsgebieden, Beatrixkwartier), Scheveningen en de Internationale Zone zijn concentratiegebieden voor banen en bezoekers en vormen daarmee de economische kerngebieden van de stad. Inzet op kwaliteitsverbetering krijgt daarmee een ruimtelijke focus, waarmee ook de toeristische attractiviteit van die gebieden wordt versterkt.

Den Haag zet actief in op de ontwikkeling van kennis en bedrijvigheid binnen het cluster Veiligheid onder de noemer The Hague Security Delta. Den Haag combineert zijn inzet op internationale instellingen en zakelijke dienstverleners (met name in de clusters energie, it en telecom en financiële dienstverlening) met veel aandacht voor kleine en middelgrote bedrijven, zowel in de economische kerngebieden als in de wijken. Voor deze bedrijvigheid is ook meer kleinschalige bedrijfsruimte hard nodig. Ook winkelstraten spelen een sleutelrol in de wijkeconomie. 

Benoordenhout is deels onderdeel van de internationale zone die speerpunt is in de economische strategie van Den Haag. De aanwezigheid van het hoofdkantoor van Shell vormt een prominent voorbeeld van het belang van Benoordenhout voor Den Haag als internationale stad. Ook ten aanzien van het tweede speerpunt, the quality of life, geeft Benoordenhout met zijn woongebieden in een groene setting een belangrijke ondersteuning aan het economisch functioneren van de stad.

3.3.5.2 Bedrijven en miliieuzonering

Bij de vestiging van bedrijfsactiviteiten en de menging van functies moet aan bepaalde criteria worden voldaan (o.a. afstandscriterium) tussen milieubelastende activiteiten en gevoelige functies zoals wonen, zodat hinder en gevaar worden voorkomen en bedrijven hun activiteiten binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. Het Benoordenhout is een woonwijk waar geen bedrijfsfuncties voorkomen waarvoor een milieuzonering noodzakelijk is.

Functiemengingstrategie

In het kader van de beoogde verdichting heeft Den Haag een strategie ontwikkeld voor het mengen van woon- en werkfuncties. Een positief effect van fuinctiemenging is bovendien dat de niet-woonfuncties zorgen voor levendigheid in de wijk, en het draagvlak voor horeca en winkels verhogen.In de notitie "Functiemengingstrategie: Mengen van bedrijven en wonen" wordt aangegeven dat functiemenging van wonen met kantoren langs doorgaande wegen mogelijk is zolang de vestigingsgrootte tussen de 100 en 500 m² ligt. In het plangebied zijn alleen enkele solitaire bedrijfsfuncties aanwezig zodat er geen sprake is van menging van de bestemming wonen met de bestemming bedrijven; wel van menging van wonen met overige functies.

Het mengen van wonen en werken kan op drie schaalniveaus plaatsvinden:

  • 1. op pandniveau, meestal een werkfunctie op de begane grond en woningen op de bovenliggende etages. Conform de Huisvestingsverordening en de Woningwet mag hooguit 30% van de gebruiksoppervlakte van een woning voor werkfuncties worden gebruikt.
  • 2. op blokniveau, waarbij één of meerdere panden binnen één blok volledig een woon- dan wel een werkfunctie hebben;
  • 3. op deelgebiedniveau, waarbij sprake is van een ruimtelijke en functionele samenhang van bedrijven en woningen die gevestigd zijn in één gebied.

In het Benoordenhout zijn kleinere pratijken gevestigd in redelijk grote panden. Het betreft voornamelijk artsenpraktijken e.d. Deze worden zonder nadere aanduiding toegestaan onder de hiervoor vermelde condities. Grotere praktijkruimte zijn locatiegebonden en worden in het bestemmingsplan dan ook aangeduid middels een functieaanduiding.

Op een aantal locaties wordt zakelijk dienstverlening aangetroffen op de begane grond van woonpanden; het betreft hier kleine kantoorruimten, vestigingen van makelaars, banken en andere typen van dienstverlening. Gestreefd wordt naar behoud van dit type vestigingen. Deze vestigingen worden middels een functieaanduiding mogelijk gemaakt.

3.3.5.3 Detailhandel

Regionaal beleid

Op 13 december 2006 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden de Regionale Detailhandelstructuurvisie Den Haag vastgesteld. De nota beoogt de winkelfunctie van de Haagse binnenstad te versterken. De consument moet meer keuze en kwaliteit worden geboden. De Haagse binnenstad moet een concurrerende trekpleister worden. Hiermee wordt de aantrekkelijkheid van de regio als geheel versterkt. Dat heeft een gunstige invloed op de komst van bedrijven en organisaties naar de regio en daarmee op de regionale economie. In dat kader vormt de nota een toetsingskader voor detailhandelsplannen groter dan 1.000 m². Gemeenten die willen uitbreiden moeten bij het realiseren van verkoopvloeroppervlakte binnen het wensbeeld blijven dat in deze structuurvisie is aangegeven.

Gemeentelijk beleid

Op 23 juni 2005 heeft de gemeenteraad van Den Haag de Detailhandelsnota Den Haag vastgesteld. De nota geeft de ontwikkelingsrichting voor de detailhandel in Den Haag. De concentratie op bestaande locatie is uitgangspunt van deze nota. Er worden geen nieuwe stadsdeelcentra en nieuwe concentraties van grootschalige solitaire detailhandel toegevoegd. De gemeente streeft ernaar dat iedere Hagenaar binnen een straal van 1.000 meter zijn dagelijkse boodschappen kan doen.

Concrete uitspraken op stadsdeel- of wijkniveau worden in deze nota niet gedaan, maar die zijn wel te vinden in de Detailhandelsmonitor 2009. De monitor is een quickscan en wordt gehanteerd als relatief snelle methode om een aantal probleemgebieden op te sporen. Tevens ontstaat op hoofdlijnen inzicht in welke winkelgebieden kansrijk zijn om in te investeren vanuit markttechnisch perspectief.

Voor het plangebied worden de detailhandelconcentraties in de van Hoytemastraat en aan het van Hoytemaplein als kansrijke gebieden beschouwd. Het winkelgebied van de Weissenbruchstraat blijft echter achter bij de andere twee winkelgebieden.

De aanbevelingen in de detailhandelsmonitior:

  • Ondanks het ontbreken van een supermarkt is het winkelgebied van de van Hoytemastraat als een sterk wijkwinkelcentrum te beschouwen met een zeer hoogwaardig aanbod in versspeciaalzaken, In/Om huis en Mode & Luxe. Belangrijkste opgaaf is de verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte. Om de winkels voldoende flexibiliteit te bieden ten behoeve van het economisch functioneren wordt in het bestemmingsplan ruimte gegeven voor een beperkte schaalvergroting. De winkels mogen uitbreiden op het binnenterrein.
  • Het winkelgebied in de Weissenbruchstraat scoort ondermaats op aanbodkwaliteit (hoge leegstand en kleine winkelunits) en locationele kwaliteit (bereikbaarheid en parkeren) en kent relatief veel leegstand (15%) ondanks de aanwezigheid van een supermarkt. De detailhandelsmonitor geeft aan dat de perspectieven voor de Weissenbruchstraat matig zijn. Het aanbod voor zowel de dagelijkse boodschappen als voor recreatief winkelen is niet optimaal. Voor recreatief winkelen is de nabijgelegen Van Hoytemastraat de uitgelezen locatie. Kansen voor de Weissenbruchstraat liggen vooral in het versterken van het dagelijks aanbod. Het bestemmingsplan biedt voor deze straat de mogelijkheid om het bestaande winkelgebied uit te breiden met meer dan alleen maar detailhandel middels het opnemen van een gemengde bestemming met meerdere functies op de begane grond. In het bestemmingsplan zijn voor de Weissenbruchstraat op de begane grond naast de functies detailhandel, dienstverlening en horeca conform de feitelijke situatie ook de functies kantoor, maatschappelijk, sport en wonen toegestaan. Op de verdiepingen zijn alleen woningen toegestaan. Ook hier mogen de winkels uitbreiden op het binnenterrein.

Straathandel

In het Benoordenhout zijn twee solitare locaties aanwezig van straathandel < 20m2, deze worden binnen de bestemmingen opgenomen. Kiosken (> 20m2) zijn alleen toegestaan in de openbare ruimte nabij of in het winkelconcentratiegebied Van Hoytemaplein.

3.3.5.4 Horeca

Op 4 februari 2010 heeft de gemeenteraad de Toekomstvisie Horeca 2010-2015 vastgesteld. Den Haag als internationale stad van vrede en recht, Den Haag als stad waar het goed wonen en goed vertoeven is. Bij zo'n stad hoort dat men er kan genieten van culinaire voorzieningen.

De Toekomstvisie Horeca bestaat uit vier delen, te weten:

  • visie en uitgangspunten;
  • gebiedsgericht beleid;
  • instrumentarium;
  • handhavingsprotocol horeca

Voor het opstellen van bestemmingsplannen is vooral het gebiedsgerichte beleid (in samenhang met het instrumentarium) van belang.

In het kader van gebiedsgericht beleid is voor Benoordenhout bepaald dat een verdere toename van nachthoreca niet wenselijk is. Voor toevoeging van horeca in de wijken ligt de focus op winkelgebieden/winkelstraten en kleinschalige verblijfspleinen. Waar passend en zonder dat de leefbaarheid in 't nauw komt, zijn er mogelijkheden voor kleinschalige horecalocaties met een wijkverzorgend karakter en ruimte voor terrassen. Toevoeging van horeca is mogelijk in de categorie Licht, waarbij de nadruk ligt op concepten die met name gedurende de dag geopend zijn.

3.3.5.5 Kantoren

Kantorenstrategie

Op 18 februari 2010 heeft de gemeenteraad de 'Kantorenstrategie Den Haag 2010-2030, de gebruiker centraal' vastgesteld. Met de kantorenstrategie wil de gemeente regie voeren over de dynamische ontwikkelingen in de kantoormarkt en de positie van Den Haag Kantorenstad verder uitbouwen. Deze kantorenstrategie wordt elk jaar geactualiseerd. In de kantorenstrategie staat aangegeven waar eventuele nieuwbouw of handhaving van kantoren mogelijk is en waar aan functiewijziging gedacht moet worden. Het stedelijke kantorenbeleid er ook op gericht om het huidige overaanbod in Den Haag en de regio te verminderen. Daarom wordt transformatie van kantoren naar ander vastgoed gestimuleerd.

Voor de periode 2010-2020 is aangegeven op welke locaties kantoren mogen worden ontwikkeld in Haaglanden/Den Haag. Voor Benoordenhout geldt dat er geen nieuwe ontwikkelingslocaties staan opgenomen. Wel zijn er locaties opgenomen die een gemengde bestemming mogen krijgen c.q. haar kantorenbestemming mogen verliezen.

In de Kantorenstrategie wordt in Benoordenhout onderscheid gemaakt tussen de Kantorencluster, de omgeving direct aan de Raamweg en de rest van Benoordenhout. De kantorencluster Benoordenhout is een geschikte kantorenlocatie. Door lucht– en geluidshinder zijn deze kantoren echter minder geschikt voor woningbouw. In de kantorenstrategie wordt daarom ingezet op behoud van deze lokatie voor kantoren..

De kantoren achter de Raamweg en het Shell complex kunnen een gemengde bestemming krijgen. Enkele kantoren buiten de kantorencluster komen gelet op geluid-, luchtkwaliteit, monumentale status en nabijheid internationaal strafhof echter niet in aanmerking voor transformatie. Hierbij gaat het om het monument (Ernst & Young) aan de Wassenaarseweg, de Rode Olifant aan de Benoordenhoutseweg, de voorkant van het Rijkskantoor op de hoek van het Willem Witsenplein en de Van Alkemadelaan en 'het 700 Monument' aan de Van Alkemalaan (Bird&Bird).

Gelet op het voorafgaande wordt in het bestemmingsplan (middels een wijzigingsbevoegdheid) de mogelijkheid opgenomen om panden met een kantorenbestemming om te zetten naar woningen.

3.3.6 Onderwijs, Welzijn en Maatschappelijke Zorg

Onderwijs

Op 13 oktober 2005 is het 'Lokaal onderwijsplan 2006-2010. Haagse klasse(n)' door de gemeenteraad vastgesteld (RIS 132462). In dit beleidsdocument staat de autonomie van de schoolbesturen ten aanzien van het onderwijsleerproces, de kwaliteitszorg en alle overige 'schoolinterne zaken' centraal. De kernwoorden zijn autonomievergroting, professionalisering, privatisering, marktwerking en schaalvergroting. Uitgangspunt van het beleid van het ministerie van OCW is dat de professionals in de scholen meer ruimte moeten krijgen om het onderwijs in te richten naar hun eigen professionele inzichten. Is er voldoende goed onderwijs beschikbaar, dan wordt de stad tevens een prettige vestigingsplaats voor werknemers en werkgevers.

Voor de onderwijshuisvesting en spreiding van onderwijsvoorzieningen betekent dit dat er naar gestreefd wordt om scholen zo goed mogelijk te huisvesten en met inachtneming van de wettelijke mogelijkheden een zo evenwichtig mogelijke spreiding over de stad te bevorderen. Dit uit zich in de volgende doelstelling: 'Er is in Den Haag voldoende onderwijsaanbod beschikbaar, dat afgestemd is op de behoeften en capaciteiten van de leerling/ student, dat algemeen toegankelijk is en met de juiste spreiding over de stad.' Om deze doelstelling te behalen wordt ook aangesloten bij de nota 'Visie op Onderwijshuisvesting Den Haag 2000-2010' die de gemeenteraad in 2001 heeft vastgelegd (RIS 86719). In het licht van de uitvoering van deze nota heeft de raad bepaald dat nieuwbouw ter vervanging van schoolgebouwen die niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen, prioriteit heeft en dat bij de realisering daarvan onder meer rekening wordt gehouden met bouwkundige eisen ten aanzien van moderne arbeidsomstandigheden en adaptief onderwijs. Daarnaast wordt een goede spreiding van de onderwijsvoorzieningen bevorderd. Het betreffende schoolgebouw dient gemoderniseerd te worden om zodoende goed afgestemd te zijn op de eisen van het huidige onderwijs en bijbehorende voorzieningen.

Om dit beleid gestalte te geven is voor het stadsdeel Haagse Hout in 2004 een Integraal Huisvestingsplan Onderwijs door de gemeenteraad vastgesteld. In dit huisvestingsplan wordt voor het plangebied voorgesteld:

  • nieuwbouw voor de basisschool Montessori Waalsdorp;
  • nieuwbouw voor de Schoolvereniging Wolters;
  • nieuwbouw twee gymzalen voor het van Maerlant Lyceum te realiseren;
  • nieuwbouw voor de openbare basisschool aan de Dreibholzstraat.

Peuterspeelzaalwerk

De gemeente Den Haag streeft in haar huisvestingsplannen naar de vestiging van voorscholen: een peuterspeelzaal en een (Gemeentelijk Onderwijs Achterstand of GOA-)basisschool die dezelfde voor- en vroegschoolse educatieve programma's gebruiken. Voor deze samenwerking is het wenselijk dat de peuterspeelzaal in of nabij de samenwerkende basisschool is gehuisvest. Als een basisschool in de toekomst nieuwbouw pleegt of zich verplaatst, moet ook de huisvesting van de samenwerkende peuterspeelzaal daarop worden afgestemd. In het plangebied liggen geen GOA-basisscholen.

Kinderopvang

De raad heeft op 19 april 2001 de beleidsnota 'Ruimtelijke implementatie kindercentra in Den Haag' vastgesteld (RIS 85329). Het doel van de nota is om ruimtelijke criteria op te stellen, waaraan locaties moeten voldoen willen zij in aanmerking komen voor de vestiging van een kindercentrum. Deze nota vormt nog steeds het uitgangspunt voor de beoordeling van initiatieven voor kinderopvang.

Bij het beoordelen van nieuwe initiatieven voor kinderopvang zijn de volgende - door de raad vastgestelde - criteria van belang:

  • kindercentra moeten bij voorkeur in een woonbuurt liggen, in een gemengde wijk met een woonkarakter of in een gebied met concentraties van kantoren
  • kindercentra in percelen met een school, welzijns- of zorgbestemming ontmoeten vanuit ruimtelijk oogpunt geen enkel bezwaar (amendement raadsvergadering 19 april 2001)
  • kindercentra in vrijstaande of halfvrijstaande percelen zijn toelaatbaar (nadere eisen t.a.v. geluidoverdracht naar aangrenzende panden is mogelijk)
  • kindercentra bij voorkeur niet in een rijtjeshuis of tussen aansluitende woningen
  • kindercentra moeten bij voorkeur liggen nabij (of aan) een ontsluitingsweg of in ieder geval aan een doorgaande weg en er moeten voldoende mogelijkheden zijn voor het veilig halen en brengen zonder dat de doorgang van het verkeer wordt belemmerd
  • het moet mogelijk zijn om een geschikte en veilige buitenspeelruimte te realiseren

Ook bij initiatieven van kinderopvang in de vorm van gastouderschap aan huis, zal de gemeente faciliteren.

De Wet Kinderopvang en kwaliteitsregels peuterspeelzalen geeft aan dat bij zes kinderen of minder sprake is van gastouderopvang. Er moet dan wel sprake zijn van opvang in een gezinssituatie waarbij het gastouderschap door de gastouder of de partner wordt vervuld. De gastouder of diens partner moet de hoofdbewoner van het pand zijn.

Uiteraard moet voldaan worden aan alle juridisch planologische eisen en aan de voorwaarden die gesteld worden vanuit de Wet Kinderopvang en kwaliteitsregels peuterspeelzalen.

Welzijn en zorg

Met het raadsbesluit 'Welzijn in de wijk' (RIS158279) is in december 2008 de uitvoering vastgesteld van het gemeentelijke sociale beleid. De doelstellingen en uitgangspunten van het welzijnsbeleid zijn in het beleidsakkoord 'Meedoen' en het meerjarenbeleidsplan WMO 'Aandacht voor elkaar' geformuleerd. Het gaat hierbij om:

  • het vergroten van de binding van de bewoners met hun buurt;
  • het in staat stellen van bewoners om verantwoordelijkheid te nemen voor de buurt;
  • het vergroten van de solidariteit van bewoners met de kwetsbare groepen in hun buurt;
  • het stimuleren van de ontmoeting tussen buurtbewoners.

Het welzijnswerk omvat een breed scala aan functies, zoals signalering, sociale binding, opvang, hulpverlening, informatie, advies en participatie op wijk- en buurtniveau, en wordt in onze gemeente door verschillende instellingen en organisaties uitgevoerd. Hierbij gaat het om gesubsidieerde voorzieningen en activiteiten van vrijwilligers en professionals, waarbij het professionele welzijnswerk is ondergebracht bij vier decentrale welzijnsorganisaties en vier zelfstandige buurthuizen. Om adequaat tegemoet te kunnen komen aan de behoefte aan welzijnsactiviteiten werkt het welzijnswerk vraaggericht, waarbij gebruik wordt gemaakt van methodieken die gericht zijn op het achterhalen van de welzijnsbehoeften van burgers.

Binnen het bestemmingsplangebied zijn geen specifieke welzijnsvoorzienengen aanwezig.

Maatschappelijke voorzieningen

In het verlengde van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) heeft de gemeente een taak in het realiseren van samenhang tussen diverse onderdelen van zorg- en dienstverlening, en moet zij zorgen voor voldoende toegankelijkheid van voorzieningen. Het is dus een taak van de gemeente om ervoor te zorgen dat in de stad voldoende aanbod van zorg aanwezig is en dat deze bereikbaar is voor bewoners. Het bestemmingsplan faciliteert de behoefte aan zorgvoorzieningen door in de ruimtelijke vormgeving van de wijk de 'fysieke kwaliteit' te bewaken en zo een gezonde leefomgeving voor burgers te bewerkstelligen.

Van gemeentewege wordt gestreefd naar multidisciplinaire samenwerking binnen de eerstelijnszorg. In iedere wijk is idealiter een kristallisatiepunt van zorg gesitueerd van waaruit naast zorg ook (zorg)informatie en (zorg)diensten kunnen worden geleverd.

Naast bovenstaande algemene (zorg)voorzieningen zijn er ook voorzieningen nodig voor burgers die minder bedeeld zijn. Niet alleen in economische zin maar vooral mensen die vanwege verstandelijke of fysieke beperkingen moeite hebben zelfstandig te wonen. Het is belangrijk om ook voor deze mensen woningen ter beschikking te hebben waar ze al dan niet onder begeleiding kunnen wonen. Daarnaast is er ook behoefte aan voorzieningen waar deze mensen gezamenlijk onderdak kunnen vinden in de vorm van een opvang.

Het Bronovo Ziekenhuis heeft de gemeente benaderd om, teneinde aan de grote aanwas aan spoedeisende hulp het hoofd te kunnen bieden, een uitbreiding van het gebouw te realiseren voor de SpoedEisende Hulp waarin ook een huisartsenpost wordt opgenomen. De gemeente Den Haag heeft aan deze wens gehoor gegeven en daarvoor een toekomstgerichte stedebouwkundige visie opgesteld (2008). Deze toekomstvisie wordt in dit bestemmingsplan opgenomen voor de periode 2010 - 2020.

Levensovertuiging

Den Haag is een internationale stad. Dit komt met name tot uitdrukking in de vele religies en levensbeschouwingen die de stad rijk is. Een deel van de religieuze organisaties heeft te maken met huisvestingproblematiek. Tijdens de raadsvergadering op 16 december 2004 is bij het tweeminuten debat over “Ruimte voor gebed” een motie aangenomen om een feitenonderzoek te doen naar de reële behoefte aan gebedsruimten en naar mogelijkheden van bestaande en nieuwe bestemmingen van kerken. Het onderzoek geeft voor de periode 5 tot 10 jaar een behoefte aan van circa 20.000 m2. De omschrijving van de bestemming Maatschappelijk (M) zal daarom, indien de locatie daarvoor geschikt is, zo omschreven worden dat ook gebedsruimten mogelijk zijn. Het gaat met name om de RK H Paschalis kerk aan de Wassenaarseweg en de Duinzichtkerk aan de Van Hogenhoucklaan. Verder zijn er nog enkele kerken in benoordenhout, maar deze zijn buiten het bestemmingsplangebieden gelegen (zie hoofdstuk 2)

3.3.7 Cultuur en ontspanning

Cultuur

Gemeente Den Haag zet zich in voor een gevarieerd en breed cultureel aanbod, het ondersteunen van kwetsbare vormen van kunst en cultuur en het professioneel beheer van gemeentelijke collecties. Den Haag beschikt over een gevarieerd aanbod aan culturele voorzieningen, zoals podia en gezelschappen, filmtheaters, musea, instellingen voor beeldende kunst, instellingen gericht op kunst als vrijetijdsbeoefening en cultuureducatie en culturele festivals. Deze voorzieningen zijn grotendeels (boven)stedelijk georiënteerd en ruimtelijk vooral geconcentreerd in de stadsdelen Centrum en Scheveningen. In dit bestemmingsplan zijn geen culturele voorzieningen aanwezig.

Leisure

Den Haag streeft met de nota Leisurenota Den Haag 2005-2010 naar een optimaal en onderscheidend ontspanningspakket, zowel op stedelijk als nationaal en zelfs internationaal niveau. Een goed aanbod is van belang voor het vestigings-, bezoek- en woonklimaat. Op dit moment is er voor de meeste deelbranches nog volop ruimte in de markt aanwezig. Voor nieuwe initiatieven wordt concentratie binnen de leisurestructuur voorgestaan. Belangrijkste leisurelocaties zijn de kuststrook en de binnenstad. Qua versterking van het aanbod ligt de prioriteit bij de congressector, de evenementenmarkt, cultuur, attracties en nieuwe trekkers. Daarnaast wordt gestreefd naar uitbreiding van het basisaanbod voor de doelgroepen kinderen, jongeren, 'nieuwe' ouderen en niet-westerse bevolkingsgroepen.

Binnen het plangebied zijn geen leisurevoorzieningen aanwezig.

3.3.8 Sport en recreatie

Binnen het plangebied zijn geen sportvoorzieningen aanwezig. Buiten het plangebied zijn in Benoordenhout de volgende twee grote sportcomplexen gelegen:

  • de sportparken in Duinzigt (Theo Mann Bouwmeesterlaan) en
  • Tennispark en De Diepput aan de Van Hogenhoucklaan.

De 'Nota Volkstuinen in Den Haag' is vastgesteld door de gemeenteraad op 27 november 2008 om een beter beeld te krijgen van de huidige en toekomstige situatie van volkstuinen in de gehele stad en een advies op te stellen voor de ruimtelijke omgang met volkstuinen in Den Haag. De volkstuincomplexen aan de Loolaan en aan het Boekweitkamp zijn in de nota vermeld. De nota huldigt de opvatting dat volkstuinen bij de stad horen en tegemoet komen aan specifieke stedelijke behoeften. Zij beseft dat vokstuinen ook bijdragen aan stedelijke waarden in sociaal, cultureel, recreatief en ecologisch opzicht. Verder spreekt ze de wens uit om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan het accomoderen van deze functie in de stad. Handhaving van het huidige aanbod aan volkstuinen is dan ook het uitgangspunt van de nota.