direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijk beleid
Plan: Bomenbuurt 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0207CBomenbuurt-50VA

3.2 Ruimtelijk beleid

3.2.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte

Op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte in werking getreden. In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid tot 2020 vastgelegd met een doorkijk naar de periode 2020-2030. Door deze nota tracht het kabinet bij te dragen aan een versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, de bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en de borging van de veiligheid.

Het nationaal ruimtelijk beleid voor steden en netwerken richt zich op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water.

Om een eenzijdige samenstelling van de bevolking te voorkomen, stimuleert het rijk meer variatie in het woningaanbod. Om de trek van midden- en hogere inkomens uit de stad te voorkomen zijn volgens de Nota Ruimte meer hoogstedelijke woonmilieus nodig, en blijven stedelijke vernieuwing en herstructurering dringend nodig om de leefbaarheid te vergroten.

Nieuwe bebouwing moet ten behoeve van de bundeling van verstedelijking en economische activiteiten zoveel mogelijk worden geconcentreerd in bestaand bebouwd gebied. De ruimte die in het bestaand stedelijk gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt.

Het bestemmingsplan is daar waar dit van toepassing is in overeenstemming met het verwoorde beleid uit de Nota Ruimte.

3.2.2 Provinciaal beleid

Provinciale Structuurvisie

Op 2 juli 2010 hebben Proviniale Staten de Proviniale Structuurvisie Visie op Zuid-Holland vastgesteld.

De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel
  • duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap
  • stad en land verbonden

Ook de instrumenten die de provincie inzet, komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten (Functiekaart en Kwaliteitskaart), ontwikkelt programma's en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: 'Lokaal wat kan, provinciaal wat moet.'

In de functiekaart (gewenste en mogelijke ruimtelijke functies; wat komt waar) is plangebied Bomenbuurt aangegeven als 'Stads- en dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer': aaneengesloten bebouwd gebied, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen en in de nabijheid en invloedssfeer van haltes van hoogwaardig openbaar vervoer van het Zuidvleugelnet gelegen. Dit geldt niet voor het groen van de Haagse Beek dat is aangegeven als 'Stedelijk groen'. De Segbroeklaan en Groot Hertoginnelaan zijn nog extra aangeduid met de functie '(Boven)regionale wegverbinding', de Laan van Meerdervoort met de functie 'regionale railverbinding' en het Afvoerkanaal en Valkenboskade zijn aangeduid met de functie 'Water'.

In de kwaliteitskaart (bestaande en gewenste kwaliteiten; waar en hoe) zijn bovengenoemde functies ook als kwaliteit aangegeven en daarnaast is te zien dat het deel van het plangebied langs de Segbroeklaan is aangemerkt als onderdeel van het 'Groenblauw netwerk'.

Verordening Ruimte

In de Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten regels kunnen stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. De Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland (vastgesteld door Provinciale Staten op 2 juli 2010) voorziet hierin. Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijke niveau. Het bestemmingsplan is daar waar dit van toepassing is in overeenstemming met het verwoorde beleid uit in de Verordening Ruimte.

3.2.3 Regionaal beleid

Op 16 april 2008 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (hierna: RSP) vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor de  ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor de regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals bestemmingsplannen. Het RSP kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen.

In het RSP worden de ambities samengevat in tien regionale investeringsprioriteiten. De negen regiogemeenten spreken hiermee de ambitie uit om door te groeien als internationaal concurrerende regio, als goed functionerend stedelijk netwerk en als regio die kwaliteit van leven biedt. De tien prioriteiten werken door in beleid en investeringen van het stadsgewest en de betrokken gemeenten.

Het plangebied Bomenbuurt heeft met slechts één prioriteit raakvlak, namelijk die van (het verbeteren van) de regionale groenstructuur aangezien de Haagse Beek deel uit maakt van een groen-blauwe schakel.

3.2.4 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Den Haag 2020

In de Structuurvisie Den Haag 2020 heeft de raad de ambitie vastgelegd om van Den Haag 'Wereldstad aan Zee' te maken, een uitdagende stad in een sterke regio. Dit beleidsdocument heeft als doel impulsen en richting te geven aan de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Den Haag.

De Wéreldstad aan Zee heeft vier troeven: het is een multiculturele stad, een internationale stad, een stad aan zee en een monumentale residentie. De strategie is om deze troeven uit te bouwen en te versterken. Dat wil de gemeente Den Haag doen door samen met partners in de stad en de regio een kwaliteitsprong te maken in de ruimte voor wonen, werken en leven in Den Haag, in de bereikbaarheid en in de leefbaarheid en het groene karakter.

De Structuurvisie wil de opgaande lijn van de jaren negentig zien vast te houden en verder versterken. De bevolkingstoename speelt daarin een voorname rol. De afgelopen jaren is de bevolking vooral door de uitbreiding van de woningvoorraad op de Vinexlocaties flink gegroeid en inmiddels de 500.000 gepasseerd.

De Wéreldstad aan Zee krijgt vorm door ontwikkelingen in vijf kansenzones (het Centrum, de Lijn 11-zone, de Internationale Kustzone, de Vliet/A4-zone en de Schakelzone Lozerlaan). In de kansenzones liggen ontwikkelingsgebieden waarin de ambitie van de structuurvisie het sterkst tot haar recht komt. De kansenzones en ontwikkelingsgebieden worden uitgewerkt in masterplannen. De Bomenbuurt ligt binnen de kanszone Internationale Kustzone en deels binnen de Lijn 11-zone. Het plangebebied is echter niet in een ontwikkelingsgebied opgenomen.

Voor wat betreft de Internationale kustzone, die zich uitstrekt van Wassenaar tot de Westlandse Zoom, wil Den Haag aan de kust de ambities van Wereldstad aan Zee vorm en inhoud geven. Geconcentreerde ontwikkelingen vinden plaats in Scheveningen en Kijkduin, waar dé kansen liggenvoor het vergroten van de diversiteit in vestigingsmilieus voor wonen en stedelijke voorzieningen.

Voor wat betreft de Lijn 11-zone , de centraal tussen de vooroorlogse wijken gelegen tramlijn, die vanaf Hollands Spoor naar Scheveningen-Dorp loopt, is de ambitie gericht op ontsluiting van regio naar kust en het verbeteren van woon- en verblijfskwaliteiten.

Vijf lagen langs doorgaande wegen

De Structuurvisie Den Haag 2020 bepaalt ook, dat langs doorgaande wegen en groen bij herstructurering in principe wordt uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen. De doorgaande wegen zijn de regionale en stadsgewestelijke wegen, hoofdverkeerswegen op gemeentelijk niveau en wegen voor doorgaand verkeer door stadsdelen aangevuld met de wegen die onderdeel zijn van het netwerk van de 'lange lijnen' uit de Kadernota Openbare Ruimte en de railgebonden openbaarvervoerverbindingen.

Daarnaast is de Stedelijke Groene Hoofdstructuur uit het beleidsplan 'Groen kleurt de stad' (paragraaf 4.5) leiddraad bij de aanwijzing van het groen waarlangs in principe wordt uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen.

Doorgaande wegen in en langs het plangebied die in principe in aanmerking komen voor vijflagen bebouwing zijn de Segbroeklaan, Laan van Meerdervoort, Groot Hertoginnelaan en Conradkade. De eventuele toepassing van de vijflagenambititie wordt verder besproken in paragraaf 5.2.1.

Dakopbouwen

Op microniveau kan verdichting plaatsvinden door dakopbouwen op de bestaande woongebouwen toe te staan. Zodoende kunnen zittende bewoners gebonden worden aan de wijk en wordt een alternatief voor het verhuizen naar een andere wijk geboden. Een extra bouwlaag levert een bijdrage aan de binnenstedelijke verdichtingopgave door toevoeging van bouwvolume daar waar dat wenselijk, mogelijk en verantwoord is. In dit bestemmingsplan is hier een regeling voor opgenomen. In hoofdstuk 5 worden de regeling en de totstandkoming ervan nader toegelicht.

Agenda voor de Haagse Verdichting

De 'Agenda voor de Haagse Verdichting' is op 28 mei 2009 door de gemeenteraad (gewijzigd) vastgesteld. De agenda is een thematische uitwerking van de Structuurvisie en dient als leidraad voor de binnenstedelijke verdichting in Den Haag tot 2020. Door middel van verdichting kan de bevolkingsgroei binnen het bestaande stedelijke gebied opgevangen worden. Daarnaast kan verdichting worden aangegrepen om de stedelijke kwaliteit van Den Haag te versterken.

Om dit in goede banen te leiden is in de nota inzichtelijk gemaakt op welke wijze verdichting bijdraagt aan de kwaliteit van wonen, werken en leven in Den Haag. Daarbij is bekeken in hoeverre Haagse sectorale beleidsambities samenvallen met verdichtingskansen in de stad. De Agenda voor de Haagse Verdichting wordt vervolgens voor het belangrijkste deel operationeel gemaakt in vijftien masterplannen, herstructureringsgebieden en grote gebiedsgerichte plannen. Hierbij wordt per gebied aangegeven welke vormen van verdichting denkbaar zijn.

Onderhavig plangebied valt voor een deel binnen de Internationale Kustzone. Voor de Internationale Zone is in de Agenda voor de Haagse Verdichting opgenomen dat gestreefd moet worden naar een aantrekkelijk vestigingsmilieu voor internationale instituten, voorzieningen en bewoners, waaronder specifiek expats, waarbij de combinatie van goede bereikbaarheid, veiligheid en een aantrekkelijke groene omgeving bijdraagt aan het binnenhalen van nieuwe instituten.

Waar binnen het gebied verdichting mogelijk is, moet dit met respect voor bestaande kwaliteiten en een zorgvuldige inpassing worden gedaan.