direct naar inhoud van 5.2 Nieuwe ontwikkelingen
Plan: Bomenbuurt 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0207CBomenbuurt-50VA

5.2 Nieuwe ontwikkelingen

5.2.1 Vijf lagen langs lange lijnen

Het toestaan van een grotere hoogte langs doorgaande routes (lange lijnen) kan een bijdrage leveren aan de verdichtingsopgave uit de 'Agenda voor de Haagse Verdichting'. Verdichting langs hoofdontsluitingswegen is gebaseerd op het streven naar intensief ruimtegebruik in bestaand stedelijk gebied. De belangrijkste criteria zijn: 1. de betekenis van de route in de stad; 2. de verhouding tussen de profielbreedte en de aanwezige bebouwing; 3. de bestaande ruimtelijke kwaliteit en 4. het (rijks) beschermd stadsgezicht.

In het plangebied komen de volgende wegen (routes) hiervoor in aanmerking: Segbroeklaan, Laan van Meerdervoort, Groot Hertoginnelaan en Conradkade. Langs het deel van de Conradkade dat gelegen is binnen het plangebied is echter geen bebouwing gesitueerd of mogelijk door de aanwezigheid van het Afvoerkanaal. De bebouwing langs de Segbroeklaan heeft al meer dan vijf bouwlagen. `

De Groot Hertoginnelaan maakt deel uit van het rijks beschermd stadsgezicht Duinoord en is daarin aangegeven als straat van de 1e orde. De laan kenmerkt zich door een gebogen stratenverloop in een profielmaat van 27meter. Het profiel is opgebouwd uit brede trottoirs (ca 4 meter met daarin boombeplanting), een parkeerstrook, een fietsstrook en twee rijbanen met twee rijstroken gescheiden door een smalle middenberm (ca. 1 meter). De brede laan wordt aan weerskanten geflankeerd door bebouwing van wisselende hoogte van drie tot vier hoge bouwlagen al dan niet met kap of kapverdieping. De hoogte varieert van 14 tot 16 meter. De gevels kennen een rijke verscheidenheid aan materiaalgebruik en ornamentering. Daardoor is de ensemblewaarde hoog en wordt een intensivering van de bouwmassa hier niet voorgestaan.

De overige straten, waaronder de Laan van Meerdervoort tussen de Groot Hertoginnelaan en Fahrenheitstraat waar eveneens sprake is van een kwalitatief hoogwaardig ensemble en in het oog springende architectuur, komen in principe in aanmerking voor minimaal 5 bouwlagen. Het is echter niet aannemelijk dat er binnen de planperiode van dit bestemmingsplan (10 jaar) een bouwplan tot verdichting langs deze wegen wordt ontwikkeld. Ook individuele aanvragen zijn niet te verwachten.

De bebouwing bestaat voornamelijk uit 3 lagen met een plat dak of met een kleine kap. Een uitbreiding met twee lagen is waarschijnlijk technisch niet mogelijk. Op een aantal locaties is wel een dakopbouw toegestaan. Dit is in het bestemmingsplan opgenomen. Een ontwikkeling om te verdichten in de toekomst blijft mogelijk. Wanneer de kans zich voordoet en de gemeente hieraan wil meewerken, kan een aparte planologische procedure worden gevolgd. De bestaande bebouwing is daarom opgenomen in dit bestemmingsplan.

5.2.2 Dakopbouwen en bezonning

In het bestemmingsplan Bomenbuurt 2012 is voor diverse woningen de mogelijkheid opgenomen om in de toekomst een dakopbouw te realiseren.

Het gemeentelijk beleid is erop gericht dat bewoners zoveel mogelijk hun wooncarrière in hun eigen wijk kunnen maken. Het vergroten van de woning is daarin een belangrijk instrument, reden waarom het bestemmingsplan voor zoveel mogelijk woningen in deze bouwmogelijkheid voorziet.

Uitgangspunt is dat dakopbouwen in de hele stad zijn toegestaan, tenzij het uit stedenbouwkundig en/of cultuurhistorisch oogpunt niet verantwoord is. Voor dit plangebied is een afweging gemaakt waar dakopbouwen wel en niet mogelijk worden gemaakt. Dit kader biedt zowel voor potentiële aanvragers als voor omwonenden duidelijkheid waarom er wel of geen dakopbouw wordt toegestaan. De cultuurhistorische verantwoording komt met name tot uiting in de hieronder beschreven ensemblewaarde. Bij deze stedenbouwkundige en cultuurhistorische verantwoording spelen de volgende aspecten een rol:

  • Straatprofielen: het betreffende straatprofiel moet voldoende ruim bemeten zijn om dakopbouwen aan één of twee kanten toe te voegen. Hierbij speelt enerzijds de lichtinval en de bezonning van de gevels een rol, maar ook de verhoudingen tussen straatbreedte en hoogte van de omliggende bebouwing.
  • Binnenterreinen: het betreffende binnenterrein moet voldoende maat hebben om ophoging van de aanliggende bebouwing mogelijk te maken. Hierbij spelen met name lichtinval en de mate van bezonning van de gevels een rol.
  • Hoogte stedelijke omgeving: (1) hoe hoog zijn de omliggende panden? Hoe verhoudt zich het toevoegen van een dakopbouw tot het omliggend stedelijk gebied? De behoefte aan dakopbouwen speelt met name bij twee of drie bouwlagen in de bestaande situatie.
  • Dakvormen: dakopbouwen liggen het meest voor de hand bij platte daken en zeer flauw hellende daken (vlieringen; geen stahoogte). Ook bij schuine daken worden dakopbouwen echter niet uitgesloten.
  • Ensemblewaarde: hier wordt met name gekeken naar de stedenbouwkundige samenhang en het cultuurhistorisch belang van het betreffende gebied. In straten met een sterke eenheid en hoogwaardige architectuur zal een dakopbouw niet altijd mogelijk zijn. Waar van toepassing vormen de waarden zoals die zijn vastgelegd in het aanwijzingsbesluit tot beschermd stadsgezicht een centrale rol (redengevende omschrijving).
  • Architectuur: de architectuur van het pand kan van invloed zijn op de positionering van de dakopbouw op het dakvlak. Zo kan de specifieke architectuur aanleiding geven om te verlangen dat de dakopbouw wordt opgemetseld op de bestaande voorgevel. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij dakopbouwen in de Bloemenbuurt. Op die manier kan het aspect 'architectuur' onderdeel worden van de stedenbouwkundige verantwoording.

In de stedenbouwkundige verantwoording wordt geen onderscheid gemaakt tussen woningen in particulier eigendom of corporatiebezit.

Het gaat in de Bomenbuurt om de mogelijke realisatie van dakopbouwen op de in het gebied aanwezige twee- en drielaagse woonbebouwing (zowel eensgezins- als meergezinswoningen). In delen van het plangebied heeft deze ingreep (verhoging met één laag) reeds plaatsgevonden of was dit reeds onder het oude bestemmingsplan bij recht mogeljik (zo ook aan een deel van de Thomsonlaan).

Voor de woningen waar na bovenstaande stedenbouwkundige en cultuurhistorische afweging een dakopbouw mogelijk is, is bij het totstandkomen van dit bestemmingsplan een bezonningsonderzoek uitgevoerd. In een aantal gevallen betekent dit, dat er vanwege de schaduwwerking van de dakopbouw niet het volledige dakvlak bebouwd mag worden. Dit is op de plankaart van dit bestemmingsplan aangegeven middels bouwaanduidingen.