Plan: | Laakhaven West en Petroleumhaven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0192FLaakhavenW-50VA |
Het bestemmingsplan bestaat uit een digitale verbeelding (plankaart), regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de kaart en de regels. De analoge plankaart is, gelet op de aard en omvang van het plangebied, afgedrukt op een topografische ondergrond met een schaal van 1:2000.
Een belangrijk onderdeel van Wet ruimtelijke ordening (Wro) vormt de digitaliseringsverplichting. De Wro bepaalt dat een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar en uitwisselbaar moet zijn. Dit heeft onder meer geleid tot de introductie van twee nieuwe begrippen: 'analoge verbeelding' en 'digitale verbeelding'.
Onder analoge verbeelding wordt verstaan: alle te verbeelden informatie van een ruimtelijk plan op papier. De term analoge verbeelding is dus een synoniem voor de tot nu toe altijd gebruikte term plankaart.
De 'digitale verbeelding' is een interactieve raadpleegomgeving via het internet (www.ruimtelijkeplannen.nl) die de gehele inhoud van het bestemmingsplan ontsluit overeenkomstig de Standaard voor Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008). Door een muisklik op een bepaalde plek verschijnen de bijbehorende regels voor die plek in beeld. Onder de term digitale verbeelding wordt dan ook niet alleen het ruimtelijk beeld, maar ook de daarbij behorende juridische informatie (regels) verstaan. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden is de digitale verbeelding beslissend.
Op de bij het onderhavige bestemmingsplan behorende verbeelding zijn alle noodzakelijke en op grond van het Besluit ruimtelijke ordening vereiste gegevens ingetekend. Er is daarbij onderscheid gemaakt in bestemmingen en aanduidingen op de verbeelding. De bestemmingen zijn de belangrijkste elementen. Elk stuk grond van het plangebied heeft een bestemming. Deze wordt zichtbaar gemaakt door middel van een kleur, op de analoge verbeelding al dan niet in combinatie met een letter, ter aanduiding van de bestemming en een getal dat de maximale toegestane (goot- en nok)hoogte en/of bebouwingspercentage aangeeft. Daardoor is het mogelijk om te zien welke bestemmingen zijn gegeven aan de gronden en opstallen binnen het plangebied. Elke op de verbeelding ingetekende bestemming is gekoppeld aan een bestemmingsartikel in de regels. De regels laten vervolgens bij elke bestemming zien op welke wijze gronden binnen de desbetreffende bestemming gebruikt mogen worden. Daarbij wordt onder meer verwezen naar aanduidingen op de digitale verbeelding. Aanduidingen geven dientengevolge, in samenhang met de regels, duidelijkheid over wat binnen een bestemmingsvlak al dan niet is toegestaan.
Op de digitale en analoge verbeelding van de plankaart zijn bouwhoogten aangegeven. Gekoppeld aan bouwvlakken is een maatvoering voor (goot- en nok)hoogte, afgerond in meters en conform SVBP 2008, bijlage 9, opgenomen. De waarde op de plankaart geeft de maximaal toegelaten (goot- en nok)hoogte van een gebouw aan. Daarnaast wordt ook in de bouwregels van het bestemmingsplan een en ander bepaald over bouwhoogten.
Bij het bepalen van de daadwerkelijke hoogte van gebouwen is gebruik gemaakt van stereokartering met behulp van luchtfoto's. De maximaal toegelaten bouwhoogte kan afwijken van de daadwerkelijke hoogte van een gebouw: aan het vaststellen van een maximale bouwhoogte liggen stedenbouwkundige overwegingen ten grondslag.
Voorts wordt de opzet van het bestemmingsplan ingegeven door de relevante beleidskaders en omgevingsfactoren. In onderstaande tabellen (beslissingstabel) is aangegeven op welke onderdelen de in dit bestemmingsplan beschreven beleidskaders en omgevingsfactoren hun vertaling hebben gevonden in het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Deze paragraaf vormt dan ook als het ware de schakel tussen de toelichting van het bestemmingsplan en de daarbij behorende regels en plankaart.
Beleidskader | Vertaling in het bestemmingsplan | |||||||
Ruimtelijk beleid | ||||||||
De Agenda voor de Haagse verdichting is een uitwerking van de Structuurvisie Den Haag 2020. In deze uitwerking wordt voorgesteld dat langs doorgaande wegen en groen een bouwhoogte van minimaal vijf lagen mogelijk zou moeten zijn. |
Uitgangspunt voor het plangebied is bebouwing in 4 tot 5 lagen. Langs de Waldorpstraat, Calandkade en Neherkade zijn 5 bouwlagen mogelijk. Verspreid door het gebied zijn mogelijkheden om tot 8 bouwlagen te gaan (26 meter). Bij de kruising van de Calandkade en de Waldorpstraat kan zelfs tot 50 meter hoogte worden gebouwd. | |||||||
Archeologie | ||||||||
De Wet op de Archeologische Monumentenzorg legt de verplichting op om in nieuwe bestemmingsplannen en bij wijziging van bestaande bestemmingsplannen met de archeologische waarden rekening te houden (zie paragraaf 4.12). Bestemmingsplannen moeten een juridische regeling bevatten die voldoende bescherming biedt tegen werkzaamheden die tot een verstoring van het bodemarchief zouden kunnen leiden. | De archeologisch waardevolle gebieden zijn geïnventariseerd (zie paragraaf 4.9). Uit het onderzoek is gebleken dat het gebied geen archeologische waarden rijk is. Eventuele bouw- en graafwerkzaamheden kunnen derhalve zonder verder archeologisch (voor)onderzoek worden uitgevoerd.. | |||||||
Verkeer | ||||||||
Het Verkeersplan zie paragraaf 3.3.4 hanteert een rangorde in haar wegenstructuur. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer moeten afwikkelen: buurtontsluitingswegen (straten) en erfontsluitingswegen (verblijfs- en woonstraten). Verblijfsgebied ten slotte is openbare ruimte waar geen autoverkeer is toegestaan en waar de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie. | De bestemming Verkeer-Hoofdverkeersweg is gericht op de Waldorpstraat. De bestemming Verkeer-Straat heeft betrekking op de overige straten. Een doorgang tussen de bedrijfsbebouwing aan de Calandkade en het plan Soho en het plein naast de RAC-hallen is aangemerkt als verblijfsgebied. Ook de kades in de Petroleumhaven zijn verblijfsgebied. |
|||||||
Wonen | ||||||||
In de Woonvisie wordt het plangebied gezien als kansrijk gebied voor centrumstedelijk wonen aan het water. | Met behulp van kleinschalig opdrachtgeverschap wordt aan particulieren de mogelijkheid geboden om individueel of samen met anderen opdrachtgever te zijn voor zijn of haar woning en daar maximaal invloed op uit te oefenen. | |||||||
Detailhandel en horeca | ||||||||
Het detailhandelsbeleid gaat uit van concentratie van detailhandel op de bestaande locaties. De toekomstvisie horeca biedt naast het centrum en Scheveningen ruimte voor nieuwe horecaontwikkelingen in gebieden als Binckhorst en Laakhaven. |
Het plan maakt de vestiging van maximaal 750 m2 detailhandel mogelijk. Het is daarbij uitdrukkelijk niet de bedoeling om een traditioneel buurtcentrum te ontwikkelen. Laakhaven behoort tot de gebieden waar kansen zijn voor een beperkte horecaontwikkeling. Hotels zijn niet toegestaan met uitzondering van kleinschalige formules. Het gaat daarbij om een maximum van 15 kamers. |
|||||||
Sport-, recreatie- en maatschappelijke voorzieningen | ||||||||
OCW | Dit bestemmingsplan biedt voldoende ruimte aan de ontwikkeling van maatschappelijke voorzieningen. Dit wordt geregeld door de ruime bestemmingsomschrijving bij de bestemming Maatschappelijk, de mogelijkheden binnen de verschillende bestemmingen 'Gemengd' en een ruime definitie van maatschappelijke voorzieningen. De Laakhaven biedt ruime mogelijkheden voor recreatief gebruik van het water en de kade. Zo is er ruimte voor een jachthaven en voor passantenschepen. |
|||||||
Bedrijven en Milieuzonering | ||||||||
Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven worde n gesitueerd. | Solitaire bedrijfsvestigingen zijn onder de bestemming Bedrijf (B) geschaard. Hier zijn de bestaande bedrijfsactiviteiten toegestaan. In de verschillende gemengde bestemmingen worden bedrijven toegelaten via de Staat van bedrijfsactiviteiten functiemenging. |
|||||||
Ecologie | ||||||||
Inzet is de Stedelijke Groen Hoofdstructuur (paragraaf 4.6 Groen) duurzaam in stand te houden en waar mogelijk te versterken. Een deel van het plangebied maakt onderdeel uit van de Ecologische Verbindingszone Laak. | Het deel van de Petroleumhaven dat onderdeel uitmaakt van de Ecologische hoofdstructuur heeft de bestemming Groen gekregen. Hier zijn uitsluitend groenvoorzieningen, recreatie in de vorm van school- en kindertuinen en speelvoorzieningen toegestaan; |