direct naar inhoud van 4.4 Geluid
Plan: Laakhaven West en Petroleumhaven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0192FLaakhavenW-50VA

4.4 Geluid

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten – bijvoorbeeld woningen – door drie verschillende geluidsbronnen: industrie, spoorwegverkeer en wegverkeer.

  • Industrielawaai. In of nabij het plangebied is bedrijvigheid aanwezig. Zie paragraaf 4.6.
  • Spoorweglawaai. In of nabij het plangebied zijn spoorverbindingen aanwezig.
  • Wegverkeerslawaai. In of nabij het plangebied zijn verkeerswegen en geluidsgevoelige functies aanwezig.


Voor wegen met een maximumsnelheid van 30 km/u geldt geen zoneringsplicht. Voor de woningen en geluidgevoelige bestemmingen langs deze wegen is er geen toetsingskader en zijn er geen grenswaarden. Omdat er niettemin niet mag worden voorbijgegaan aan de optredende geluidhinder langs deze wegen, zijn ook de wegen met een maximumsnelheid van 30 km/u in het onderzoek betrokken. Het doel van het onderzoek is te bepalen of de nieuw te bouwen woningen en appartementen volgens de bepalingen in de Wet geluidhinder kunnen worden gerealiseerd.

De Wgh schrijft voor dat hogere grenswaarden per geluidsbron worden verleend. Als een woning binnen meerdere geluidszones (van verschillende geluidsbronnen of van meerdere wegen) ligt, dan moet op grond van de Wet geluidhinder de gecumuleerde waarde (inclusief tramlawaai) worden bepaald. De gecumuleerde waarde is voor de Wgh van belang om te kunnen vaststellen of deze niet leidt tot een onaanvaardbaar geluidniveau, zodat geluidsreducerende maatregelen nodig zijn. Verder wordt de gecumuleerde waarde gebruikt bij het bepalen van de geluidwerende eigenschappen van de gevel volgens het Bouwbesluit en de daarin opgenomen eis ten aanzien van het binnenniveau.

Door Wolf Dikken adviseurs is onderzoek gedaan naar weg- en railverkeerlawaai. Dit onderzoek is bij dit bestemmingsplan bijgevoegd en maakt daar onderdeel van uit (Bijlage 2 Akoestisch onderzoek). Omdat het bestemmingsplan een globaal eindplan is en een groot aantal vrijheden kent, is in een eerder stadium nagegaan op basis van welke stedenbouwkundige modellen de geluidberekeningen moeten worden uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in vijf faseringsscenario's waarvoor de geluidsituatie is berekend (één scenario is slechts indicatief doorgerekend). Door de akoestische effecten te berekenen van de verschillende scenario's zijn worst-case situaties in beeld gebracht.

Overigens is ten aanzien van de verkeersintensiteiten van de Neherkade uitgegaan van de situatie na aanleg van de Rotterdamsebaan. Dit terwijl er nog geen ontwerp bestemmingsplan voor de Rotterdamsebaan ter inzage is gelegd. Feitelijk is dit ook een worst-case aanname, omdat de verkeersintensiteiten van de Neherkade toenemen als gevolg van de Rotterdamsebaan.

Op basis van de rekenresultaten bij deze verschillende varianten is voor dit bestemmingsplan een ontheffing hogere grenswaarden verleend. Daardoor worden verschillende invullingen van het globale bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Bij het verlenen van de ontheffing is rekening gehouden met de Haagse Plandrempel voor gecumleerde waarden van 69,5 dB.