direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding voor het bestemmingsplan
Plan: Laakhaven West en Petroleumhaven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0192FLaakhavenW-50VA

1.1 Aanleiding voor het bestemmingsplan

De gemeente Den Haag stelt om een aantal redenen een nieuw bestemmingsplan voor het plangebied op.

  • a. Het bestemmingsplan maakt de transformatie van het plangebied van bedrijventerrein naar een gemengd woon- en werkgebied mogelijk. Deze ontwikkelingen worden in hoofdstuk 5.2 Nieuwe ontwikkelingen uitvoerig beschreven.
  • b. Artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: de Wro) bepaalt dat de gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen vaststelt (lid 1) en dat de bestemming van de gronden binnen een periode van tien jaar, gerekend vanaf de datum van de vaststelling van het bestemmingsplan, telkens opnieuw wordt vastgesteld (lid 2). Het vigerende bestemmingsplan Laakhaven dateert uit 1993.

Enige jaren geleden is met marktpartijen een ontwikkelingsstrategie en stedenbouwkundig plan opgesteld voor Laakhaven West en Petroleumhaven om deze gebieden te transformeren van bedrijventerreinen tot gemengde woon-werkgebieden.
Het gebied is de afgelopen jaren verpauperd als gevolg van het uitblijven van ontwikkelingen. Veel oude panden zijn aangekocht en gesloopt in de verwachting dat snel met herontwikkeling zou worden gestart. Hierdoor ligt een groot deel van Laakhaven West en Petroleumhaven al jaren braak. Ook is er niet of nauwelijks geïnvesteerd in de openbare ruimte en staan de kantoorpanden in het gebied nagenoeg leeg.

Het is voor Den Haag van belang dat de potenties van het gebied worden benut en dat verdere stagnatie wordt voorkomen. De centrale ligging, de goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van cultureel erfgoed en water bieden uitstekende kansen voor de vernieuwing van het gebied. Een nieuwe aanpak is daardoor noodzakelijk geworden. Het stedenbouwkundig plan is daartoe vervangen door een wat globaler stedenbouwkundig raamwerk dat wordt beschreven in hoofdstuk 5.

De woningbouwmarkt is de afgelopen jaren aan het verschuiven van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte markt. Meer dan in het verleden moet de bouwwereld inspelen op de wensen en behoeften van de consument. Deze ontwikkeling is als gevolg van de economische crisis versterkt. Daar waar de Gemeente Den Haag tot voor kort inzette op gedetailleerd uitgewerkte grootschalige projecten, wordt er nu ingezet op 'kleinschalige projectontwikkeling' en 'organische stedenbouw'.
Het bestemmingsplan biedt ruimte voor deze nieuwe ontwikkelingen.

De maximale hoogtes in het stedenbouwkundige raamwerk zijn uitgangspunt voor dit gebied en zijn opgenomen in het bestemmingsplan. Het raamwerk fungeert als een basisplan met beperkte regels waarbinnen gebouwd kan gaan worden. Indien een initiatiefnemer hoger wil bouwen dan nu aangegeven moet de initiatiefnemer kunnen aantonen dat hij dit binnen de wet- en regelgeving mogelijk kan maken. In dat geval zal de gemeente medewerking verlenen.
Het vormt de uitdaging om de beschikbare locaties te verbinden met kansrijke initiatieven. De bal ligt nu bij de initiatiefnemer die zelf zijn plan tot uitvoering kan brengen. Hierbij geeft het bestemmingsplan aan wat gerealiseerd kan worden. Het stedenbouwkundig raamwerk geeft ook aan dat er meer massa gerealiseerd kan worden. Dit vraagt echter om maatwerk, waarbij extra onderzoeken voor geluid, windhinder en bezonning voor het specifieke bouwplan door de initiatiefnemer moeten worden uitgevoerd.
Al deze plannen tezamen, waarvan het uiteindelijke eindresultaat niet van te voren te omschrijven is, maken Laakhaven West en Petroleumhaven tot een aantrekkelijk woon- en werkgebied.