direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf - 3
Plan: Laakhaven West en Petroleumhaven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0192FLaakhavenW-50VA

Artikel 5 Bedrijf - 3

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven behorend tot de categorieën 1 en 2 uit de Staat van inrichtingen zoals opgenomen in de bijlage van dit plan één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen te worden gebouwd binnen het daartoe op de verbeelding aangegeven bebouwingsvlak;
  • b. de goot- en/of bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding staat aangegeven.
  • c. in uitzondering op het gestelde in artikel 23 lid 5 is het verboden om beneden peil te bouwen;
  • d. in uitzondering op het gestelde onder b mag de bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven bebouwingsgrens met de bestemming Verkeer - Railverkeer niet meer dan 5 m bedragen, welke hoogte van daar uit perceel inwaarts mag worden verhoogd onder een hoek van 18 graden met de horizon.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het tweede lid onder d ten behoeve van het perceel inwaarts verhogen van de hellingshoek tot maximaal 25 graden met de horizon.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Binnen het op de verbeelding aangegeven bebouwingsvlak zijn geen bedrijfswoningen toegestaan.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 1:

  • a. opdat niet in de staat van bedrijfsactiviteiten voorkomende bedrijven eveneens kunnen worden toegelaten, voor zover deze bedrijven naar hun aard en milieuhygiënische invloed op de omgeving gelijk gesteld kunnen worden met wel in voornoemde staat opgenomen bedrijven;
  • b. ten behoeve van bedrijven behorende tot categorie 3 uit de Staat van inrichtingen, voor zover deze bedrijven qua aard en omvang en invloed op het milieu gelijk te stellen zijn met bedrijven uit een lagere milieucategorie en het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen betreft.