Plan: | Renbaankwartier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0185DRenbaankwrt-50VA |
Gemeenten hebben de taak om bij de vaststelling van bestemmingsplannnen rekening te houden met aanwezige en te verwachten archeologische waarden (Monumentenwet, artikel 38a). Voor het gehele grondgebied van Den Haag heeft de gemeente een Archeologische Waarden- en Verwachtingenkaart (AWVK) opgesteld. In de Beleidsnota Archeologie 2011-2020 geeft de gemeente aan hoe de gemeente zorg wil dragen voor de archeologische sporen en resten in de Haagse ondergrond. In deze paragraaf wordt toegelicht hoe het gemeentelijk archeologiebeleid is vertaald in het bestemmingsplan Renbaankwartier.
Gemeentelijk beleid
Op de gemeentedekkende AWVK komen drie eenheden voor waaraan de gemeente beleid heeft gekoppeld:
Van initiatiefnemers van activiteiten met bodemverstoringen in zones met een archeologische waarde of verwachting kan in het kader van vergunningverlening worden gevraagd om de archeologische waarde van het terrein dat door de bodemingreep verstoord wordt in voldoende mate vast te stellen. In gebieden waarvan de archeologische waarde al is vastgesteld wordt ook gekeken naar de mate van bedreiging van de archeologische waarden door het bouwplan. Als blijkt dat er sprake is van een bedreiging van behoudenswaardige archeologische resten, kunnen aan de uitvoering van de geplande bodemingreep voorwaarden worden verbonden, zoals:
In alle gevallen blijft de archeologische meldingsplicht van kracht (art. 53 Monumentenwet 1988). Dit houdt in dat wanneer bij graafwerkzaamheden vondsten worden aangetroffen waarvan de vinder redelijkerwijs moet kunnen weten dat het archeologie betreft, dit gemeld moet worden bij het bevoegd gezag.
De afdeling Archeologie van de Dienst Stadsbeheer verricht namens het bevoegd gezag de taken en besluitvorming inzake de archeologische monumentenzorg. De kosten van vooronderzoek en indien noodzakelijk opgraving of begeleiding zijn voor de initiatiefnemer. Alle archeologische werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door een erkende archeologische partij.
Zoals in paragraaf 2.3.6 is aangegeven geldt voor het plangebied een archeologische verwachting. Uitzondering vormt het deel van het bestemmingsplangebied rond de Seinpoststraat en het Kapelplein. Hiervan is bekend dat er in het verleden afzandingen hebben plaatsgevonden waarbij eventuele archeologische waarden verloren zijn gegeaan. In dit deel van het plangebied is geen dubbelbestemming met vergunningstelsels en regels van kracht.
Voor werkzaamheden die de grond roeren in het kader van bouwplannen zijn bouwregels opgenomen op grond waarvan aan de omgevingsvergunning voorwaarden kunnen worden gesteld. Voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden is eveneens een omgevingsvergunning verplicht op grond artikel 21.4 van de regels van het bestemmingsplan.
Uit het plan-MER komen voor het onderdeel archeologie geen aanvullende aanbevelingen en randvoorwaarden voort voor het bestemmingsplan.