direct naar inhoud van 2.3 Bestaande situatie
Plan: Bezuidenhout - West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0182GBezuidenW-70OH

2.3 Bestaande situatie

2.3.1 Inleiding

Bezuidenhout-West ligt centraal in de stad. De buurt is een schakel tussen het Centraal Station en het Beatrixkwartier en wordt omgeven door grote verkeersaders. De afgelopen jaren is de omgeving van Bezuidenhout-West in snel tempo veranderd. De gebieden rondom het Centraal Station en het Beatrixkwartier hebben zich ontwikkeld tot locaties met een hoogstedelijk karakter. Dit past bij de functies van Den Haag als bestuurscentrum (regering en provincie Zuid-Holland), zakencentrum (hoofdkantoren van KPN, TNT en Shell) en internationaal juridisch centrum (o.a. Internationaal Gerechtshof, Internationaal Strafhof, Permanent Hof van Arbitrage, Europol, Joegoslavië-tribunaal). Daarvoor was en is het wenselijk om het centrum van Den Haag te versterken.
Het nieuwe Centraal Station als belangrijkste knooppunt voor openbaar vervoer, Randstadrail en de toekomstige Rotterdamsebaan zorgen voor een sterk verbeterde bereikbaarheid van het centrum en aangrenzende gebieden zoals Bezuidenhout-West.
De ontwikkelingen in de aangrenzende gebieden en in de stad als geheel hebben onherroepelijk hun invloed op de buurt.

2.3.2 Ruimtelijke hoofdstructuur en verbindingen

Vanaf het eind van de jaren zeventig is in Bezuidenhout-West nieuwbouw gerealiseerd volgens het stedenbouwkundig principe van (halfronde) woonblokken met semi-openbare binnenterreinen. De stedenbouwkundige opzet van de wijk is sterk bepaald door de aanwezige infrastructuur. De lange 4/5-laagse wand aan de zijde van de Utrechtsebaan en Prins Bernardviaduct vormt als het ware een geluidswal voor de rest van de wijk.
De diagonale Jan van Riebeekstraat vormt de buurtontsluitingsweg voor het noordelijk deel van de wijk, de van oudsher aanwezige diagonale Charlotte de Bourbonstraat vervult deze functie voor de zuidelijke delen. De hoofdontsluiting van Bezuidenhout-West wordt gevormd door de J.P.Coenstraat en Jan van Riebeekstraat en Charlotte de Bourbonstraat. De overige straten hebben een functie als woonstraat.
Het gebied heeft door het geringe aantal ontsluitingspunten een vrij geisoleerde ligging in de stad.
Op de Prinses Beatrixlaan liggen halten van het openbaar vervoer; op loopafstand bevindt zich het Centraal Station, echter de looproute is niet aantrekkelijk.
De parkeersituatie laat een capaciteit zien van 890 parkeerplaatsen op de openbare straat. Voor het hele openbare gebied is een parkeer-belanghebbenden regeling van kracht.

De toenmalig geformuleerde uitgangspunten om zo gedifferentieerd mogelijk te bouwen en een rustig en aangenaam verblijfsgebied te realiseren in de stad, heeft tot een bijzonder verkavelingsprincipe geleid. De verdraaiingen onder hoeken van 135° van woonblokken met de daarbij gepaard gaande functie en gebruik van openbare ruimten heeft een bijzondere woonbuurt opgeleverd, vooral in het noordelijke deel van het gebied. Door deze verkavelingsopzet verloopt het "openbaar" domein langzaam over naar het "privé". Dit wordt geaccentueerd doordat het straatprofiel verloopt van een normale straat met trottoirs en een rijbaan naar een woonerfachtige inrichting in het binnen/randgebied.

Uitzondering op deze verkavelingstructuur vormt de aanhechting van de nieuwe bebouwing op het vooroorlogse deel in het gebied in de omgeving van de v.d.Boschstraat en de Volkerakstraat. Doordat in het zuidelijke deel straten en woningen werden gehandhaafd, is in de verkaveling meer aansluiting gezocht met de te handhaven bebouwing.

2.3.3 Bebouwingsbeeld, stedenbouwkundige en architectonische kenmerken

Bezuidenhout-West is een ex-stadsvernieuwingswijk. De wijk bestond voorheen uit oudbouw en
open gaten. Dit laatste vanwege de bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Ten gevolge van de aanleg van de Utrechtsebaan en het Prins Bernhardviaduct is de wijk afgescheiden van de rest van Bezuidenhout.


Het belangrijkste kenmerk van de wijk is de geïsoleerde ligging en slechte bereikbaarheid van het
gebied. Het gebied ligt ingesloten tussen de Utrechtsebaan, het Prins Bernhardviaduct, het spooremplacement van Den Haag CS en het Schenkviaduct. Alleen aan de andere kant van het spooremplacement heeft Bezuidenhout-West een 'naastliggende' woonwijk, de Rivierenbuurt. De
geïsoleerde ligging betekent in positieve zin, dat het binnengebied een relatief rustige woonbuurt is op
slechts een steenworp afstand van grootstedelijke voorzieningen met een goede ontsluiting (CS en de
Utrechtsebaan).


De kwaliteiten van Bezuidenhout-West zijn de centrale ligging van de buurt, de schakelfunctie tussen de binnenstad, het Centraal Station en het Beatrixkwartier, de nadruk op wonen met een menselijke maat en schaal, het groene karakter met veel openbare ruimte en speelgelegenheid, het grote aanbod van werkgelegenheid in de directe omgeving en het autoluwe karakter door de geïsoleerde ligging.

De kwalitatief minder goede kenmerken van Bezuidenhout-West zijn de matige kwaliteit van een deel van de openbare ruimte, de beperkte diversiteit in het woningaanbod en het beperkte aanbod van voorzieningen en werkgelegenheid in de wijk. De geïsoleerde ligging zorgt verder voor onvoldoende kwaliteit van de in- en uitgaande routes. Dit geldt vooral voor de toegankelijkheid en sociale veiligheid van fiets- en voetgangersverbindingen. Daarnaast is er door de ligging van de wijk tussen het spoor en de Utrechtsebaan veel overlast van geluid en luchtvervuiling.

2.3.4 Groen

In de directe relatie tussen woningen (en andere functies) en de openbare ruimte is beslotenheid en intimiteit zichtbaar. In de buurt zijn groenvoorzieningen en besloten speelgelegenheden voor kinderen ruim aanwezig. Het gebied is autoluw.

De bomenlaan langs het Schenkviaduct aan de Schenkkade maakt deel uit van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur.
In het plangebied komen volgens de "Lijst monumentale bomen in Den Haag 2006" geen monumentale bomen voor.

2.3.5 Water

Bezuidenhout-West is gelegen in bestaand stedelijk gebied, dat deel uitmaakt van het boezemgebied 'Den Haag Centrum'. Het kustgebied, waartoe Den Haag behoort, bestaat uit strandwallen (oude duinen). Deze strandwallen liggen parallel aan de kust en hebben een hoogte van NAP + 1 tot 4 meter. Tussen de strandwallen liggen lagere delen, veelal opgevuld met slecht waterdoorlatend veen. Het Centrumgebied, waar Bezuidenhout-West deel van uitmaakt, ligt deels op een strandwal en deels op veengrond, met daarop vaak nog een toplaag van stuifzand en ophoogmateriaal. Bezuidenhout-West ligt op een van de veengrondlagen. Het deelgebied Centrum ligt globaal op NAP + 0,5 meter.

In tegenstelling tot het overgrote deel in het deelgebied Centrum heeft Bezuidenhout-West een minder stenig karakter. Vooral in de open binnentuinen is veel groen aanwezig. Het grondgebruik omvat voornamelijk woongebied. Er bevinden zich geen open waterpartijen in de wijk.

Aan de zuidzijde van het bestemmingsplan gebied (Schenkviaduct) ligt een boezemkade. Daarnaast liggen binnen het plangebied een rioolgemaal en verschillende rioolpersleidingen. Het gebied wordt deels gemengd gerioleerd (vooroorlogse deel). Deels is het gebied reeds voorzien van een gescheiden rioolstelsel.

2.3.6 Cultuurhistorie en archeologie

Het plangebied is volgens de Nieuwe Geologische kaart van Den Haag en Rijswijk gelegen in een brede, laaggelegen strandvlakte. Strandvlaktes zijn de gebieden tussen de strandwallen in, waar de omstandigheden altijd vrij nat bleven. Deze strandvlakte was zo laaggelegen dat zich bij overstromingen in het 3de millennium voor Christus in gedeelten van het plangebied klei heeft afgezet. Daarna heeft zich daarop gedurende vele eeuwen veen gevormd.


Archeologische vondsten uit het bestemmingsplangebied zijn niet bekend. Dat lijkt te maken te hebben met de boven geschetste geologische omstandigheden. De drassigheid van het gebied heeft er voor zover bekend voor gezorgd dat zich hier in de pre- en vroeghistorische periode geen mensen hebben gevestigd.


Vanaf de 15de eeuw maakte het deel uit van de Bezuidenhoutse- of Veenpolder. Vanaf die tijd deed het gebied dienst als weidegebied. Dat bleef zo tot ver in de 19de eeuw. Tot die tijd heeft het gebied geen bebouwing gekend.


Eind 19de eeuw werd hier een begin gemaakt met de aanleg van een woonwijk met straten als de Binckhorststraat en de Ternootstraat. In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam er de huidige bebouwing voor in de plaats.

Het beleidskader voor cultuurhistorie archeologie wordt beschreven in paragraaf 3.5.9

2.3.7 Bodem

Op en in de direct omgeving van het plangebied hebben bedrijven met bodembedreigende activiteiten hun vestiging (gehad). Het gaat hierbij ter plaatse van het plangebied om een verfgroothandel, werkplaatsen, autoreparatiebedrijven, schildersbedrijven, benzine-service-stations, drukkerijen, verfspuitinrichtingen, chemische wasserijen, een appreteerderij, smederijen, een galvaniseerinrichting, een motorfietsenreparatiebedrijf, brandstofdetailhandels, een afvalstoffengroothandel, een autosloperij, een afvalverwerkingsbedrijf en metaalconstructiebedrijven. Verder zijn bij enkele gebouwen ondergrondse huisbrandolie-, diesel-, benzine, oplosmiddel-, verf- en afgewerkt olietanks bekend. De meeste van deze tanks zijn reeds verwijderd.

In en in de directe omgeving van het plangebied zijn bodemonderzoeken uitgevoerd in verband met aangetroffen verontreinigingen, herinrichting en/of bouwplannen. Op een aantal locaties is daaruit gebleken dat er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hiervan is sprake bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3grondwater (bodemvolume). Enkele van deze gevallen zijn reeds gesaneerd.

De gevolgen van de bodemkwaliteit voor het bestemmingsplan worden beschreven in paragraaf 4.4.

2.3.8 Kabels en leidingen

De planologisch relevante kabels en leidingen zijn met een dubbelbestemming op de plankaart opgenomen (rioolpersleidingen).