direct naar inhoud van 3.5 Gemeentelijk beleid
Plan: Bezuidenhout - West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0182GBezuidenW-70OH

3.5 Gemeentelijk beleid

In deze paragraaf wordt ingegaan op de relevante gemeentelijke beleidsterreinen voor het bestemmingsplan Bezuidenhout-West.

3.5.1 Ruimtelijk beleid

Structuurvisie Den Haag 2020

De 'Structuurvisie Den Haag 2020' (vaststelling gemeenteraad d.d. 17 november 2005) is de toekomstvisie van Den Haag op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad in regionaal perspectief tot het jaar 2020. De ambitie is om van Den Haag een 'Wereldstad aan Zee' te maken door de sterke kwaliteiten van Den Haag: een internationale stad, een stad aan zee, een multiculturele stad en een monumentale residentie, te benutten. In de visie zijn vijf kansenzones benoemd waar kansen liggen om de 'Wereldstad aan zee' gestalte te geven. In de kansenzones liggen ontwikkelingsgebieden waarin de ambitie van de structuurvisie het sterkst tot zijn recht komt. De kansenzones en ontwikkelingsgebieden worden uitgewerkt in masterplannen.

Bezuidenhout-West ligt binnen de kansenzone Centrum. Om de stedelijkheid in het centrum te versterken, moet de functie van het centrum als ontmoetingsplaats van verschillende 'werelden' in de stad de komende decennia een extra impuls krijgen. Dat vraagt dat woongebieden rond het centrum nauwer op het centrum worden betrokken. De Rivierenbuurt, de Stationsbuurt en op de langere termijn Bezuidenhout-West, gekoppeld aan mogelijke overbouwing van het spoor bieden ruimte voor sterk gemengde stedelijke milieus: wonen, ateliers, kroegen, restaurantjes, studenten, werkplaatsen enzovoorts.

Zoals in paragraaf 1.3 reeds is aangegeven worden binnen de planperiode van tien jaar echter geen grootschalige ingrepen in Bezuidenhout-West verwacht.

De uitwerking van de structuurvisie krijgt ook gestalte bij herstructureringsprojecten waarbij langs doorgaande wegen en groen in principe minimaal vijf bouwlagen gerealiseerd kunnen worden. De doorgaande wegen zijn de regionale en stadsgewestelijke wegen, hoofdverkeerswegen op gemeentelijk niveau en wegen voor doorgaand verkeer door stadsdelen aangevuld met de wegen die onderdeel zijn van het netwerk van de 'lange lijnen' uit de Kadernota Openbare Ruimte en de railgebonden openbaarvervoerverbindingen. Doorgaande wegen en groen die in dit bestemmingsplangebied voor bebouwing in vijf lagen in aanmerking komen zijn de Utrechtsebaan, de Schenkkade en het Prins Bernhardviaduct. Het bestemmingsplan maakt langs deze wegen en het spoor de bouw van vijf lagen mogelijk.

Agenda voor de Haagse verdichting

De Agenda voor de Haagse verdichting is een thematische uitwerking van de structuurvisie Den Haag 2020 en biedt een leidraad voor binnenstedelijk verdichting in Den Haag. Op de kansenkaart stedelijke identiteit is Bezuidenhout-West aangegeven als een gebied met gebrek aan samenhang. Via verdichten kan een nieuwe identiteit worden gegeven aan het gebied. In de kansenkaart stedelijke economie is Bezuidenhout-West aangegeven in het gebied 'Nieuw Centrum en Binckhorst' waar een grofmazige menging van wonen, kantoren, stedelijke voorzieningen en creatieve economie gestimuleerd kan worden. De mix van wonen, werken en voorzieningen leveren dynamische milieus op. In de verdichtingsagenda wordt aangegeven welke locaties in aanmerking komen voor een verdichting om bij te dragen aan de gewenste ambities uit de structuurvisie. Bezuidenhout-West is echter niet meegenomen. Dit geldt wel voor de omliggende gebieden (Den Haag Nieuw Centraal, Beatrixkwartier en Rivierbuurt-Zuid).

Verdichtingsstudie Utrechtsebaan

Aan de oostzijde van Bezuidenhout-West ligt de Utrechtsebaan. In de verdichtingsstudie Utrechtsebaan heeft een actualisering plaatsgevonden van de structuurvisie 'Den Haag Nieuw Centrum, deelgebied Utrechtsebaan'. De in de structuurvisie aangeduide overbouwingslocaties zijn vrijwel allemaal gerealiseerd. Het bruggebouw Equinox is opgenomen in het bestemmingsplan. In de verdichtingsstudie zijn twee nieuwe locaties langs de Utrechtsebaan op de hoogte van Bezuidenhout-West aangewezen. De Zwaan in de noordwesthoek van de kruising van de Schenkkade en de Utrechtsebaan is inmiddels in aanbouw. Daarnaast is volgens de verdichtingsstudie een tweede overbouwing denkbaar aan de zuidzijde van de Juliana van Stolbergstraat nabij de noordoosthoek van Bezuidenhout-West. Op 4 april 2006 heeft het college besloten in te stemmen met het afsluiten van de grondexploitatie voor dit project. Het bleek moeilijk tot onmogelijk om geïnteresseerden voor de planontwikkeling te vinden. Uit de Wet ruimtelijke ordening volgt dat de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan moet zijn gewaarborgd door onder meer het opstellen van een exploitatieplan. Aangezien de uitvoerbaarheid van dit plan op dit moment nog niet is gewaarborgd maakt dit plan geen onderdeel uit van het op te stellen bestemmingsplan.

François Valentijnstraat

Voor de François Valentijnstraat gelegen aan de buitenrand van Bezuidenhout-West langs de Utrechtsebaan en de Bernardviaduct is een herontwikkeling gewenst. Daar zou een vloeiender overgang tot stand kunnen worden gebracht tussen de bestaande kern van de buurt en de gebieden eromheen door bijvoorbeeld meer levendigheid in de plint te stimuleren of zelfs (gedeeltelijke) sloop en nieuwbouw. Het treffen van maatregelen tegen de effecten van de toegenomen verkeersdruk zouden hierbij hand in hand kunnen gaan met het benutten van kansen die voortkomen uit de ontwikkelingen rondom Den Haag CS en het Beatrixkwartier. De stedenbouwkundige kaders waarbinnen deze herontwikkeling moet plaatsvinden zijn op dit moment onvoldoende uitgewerkt om een regeling in het bestemmingsplan op te nemen. De François Valentijnstraat vormt op dit moment een studielocatie.

Dakopbouwen

De gemeente wil haar bewoners voor de stad behouden. Bewoners geven steeds vaker aan, dat ze hun woning te klein vinden, maar niettemin graag in de buurt willen blijven wonen. Om te voorkomen, dat bewoners door ruimtegebrek verhuizen is het belangrijk, dat de gemeente hen de mogelijkheid biedt de woning in beperkte mate uit te breiden. Bij een beperkte kavelomvang is uitbreiding vaak alleen mogelijk door een dakopbouw.

In het plangebied wordt voor een aantal straatwanden de mogelijkheid geboden de woning uit te breiden met een extra bouwlaag (dakopbouw). Het betreft de vooroorlogse woningen aan de Van den Boschstraat, de Volkerakstraat en de Schenkkade. De straatbreedten, de ensemblewerking en de bezonningssituatie laat in dit gedeelte van het plangebied een vierde bouwlaag toe. De uitbreidingsmogelijkheden zijn in de regels opgenomen. Daarbij is in een tabel de maximaal toegelaten oppervlakte, uitgedrukt in een percentage van het dakvlak, vermeld. Indien een bouwaanvraag daartoe aanleiding geeft, kunnen nadere eisen worden gesteld aan de situering en de opbouw van het bouwvolume. Bezonning en stedenbouwkundige inpasbaarheid liggen daaraan ten grondslag.

Welstandsnota Den Haag

De welstandtoets van bouwaanvragen wordt niet in een bestemmingsplan geregeld. Het betreft een architectonische toets. De Welstandsnota is echter wel onderdeel van de relevante beleidsnotities voor Bezuidenhout-West.

In de welstandnota van Den Haag ligt Bezuidenhout/West in het karaktergebied ´bijzondere stedelijke gebieden´. Deze gebieden kenmerken zich door een sterke ontwikkeling in de afgelopen decennia. Daarnaast wordt in deze gebieden (van oorsprong) gewoond en zijn er stedelijke voorzieningen aanwezig. De toets van een bouwaanvraag gebeurt in het kader van de omgevingskarakteristieken van dit karaktergebied.

De woningen aan de Volkerakstraat en Van den Boschstraat behoren tot de architectuurstroming Nieuwe Haagse School. Bij toetsing van bouwaanvragen wordt hier rekening mee gehouden.

3.5.2 Wonen

Mensen, wensen en wonen

Het rijksbeleid op het terrein van wonen is vastgelegd in de nota “Mensen, wensen, wonen” (2000). Hierin is een aantal kernopgaven gedefinieerd, waaronder:

  • het scheppen van kansen voor mensen in kwetsbare posities. Bepaalde groepen in de samenleving dreigen de aansluiting te verliezen met de grote groepen die het voor de wind gaat. Het kabinet wil ook via het woonbeleid deze aansluiting behouden en verbeteren.
  • het bevorderen van wonen en zorg op maat. Het aantal mensen dat zorg nodig heeft, neemt in de toekomst fors toe. Het woonbeleid wil de ontwikkeling bevorderen van op maat gesneden woon- en zorgarrangementen, die nauw aansluiten bij de (individuele) behoeftes en wensen van de zorgbehoevenden.
  • het verbeteren van de stedelijke woonkwaliteit

De kwaliteit van het wonen in de steden blijft achter bij de woonkwaliteit elders in het land. Met het Grotestedenbeleid en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) wordt de stedelijke woonkwaliteit verbeterd. De ambities op dit gebied worden aanzienlijk verhoogd.

In het kader van stedelijke vernieuwing staat het verhogen van de keuzemogelijkheden van bewoners en de totstandkoming van gedifferentieerde wijken hoog op de agenda. Hierbij hoort differentiatie van het aanbod van woningen in de verschillende stedelijke milieutypen. Een speerpunt van het volkshuisvestingsbeleid van de rijksoverheid is het bevorderen van het eigen woningbezit. Er wordt gestreefd naar een gemiddeld eigen woningbezit in het land van 65% in 2010.

Woonvisie Zuid-Holland 2005-2014: Samenhang en samenspel

In januari 2005 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de Woonvisie Zuid-Holland 2005 – 2014 vastgesteld. In deze visie geeft de provincie aan hoeveel woningen er in deze periode in Zuid-Holland gebouwd moeten worden en welke kwalitatieve accenten daarbij worden gelegd. Het provinciale beleid is erop gericht dat alle bevolkingsgroepen kunnen beschikken over passende woningen. In de woonvisie is daarom zorgvuldig gekeken naar de behoefte aan sociale woningbouw, aan woningen voor midden- en hogere inkomens en de aan woningen voor ouderen en jongeren.

In de visie worden een aantal kwalitatieve accenten gegeven. Ten eerste wordt nagestreefd een percentage van 30% sociale woningbouw over de hele woningbouw te realiseren en daarnaast de doorstroming te versterken. Ten tweede wordt de wens uitgesproken in stedelijke woonmilieus meer differentiatie aan te brengen door bij sloop van de sociale woningvoorraad meer voor de hoge en middeninkomens te bouwen. Ten derde is het van belang dat in de visie hoge prioriteit wordt toegekend aan het realiseren van woningen voor senioren (o.a. in de vorm van woonzorgconcepten) en starters.

Haagse Woonvisie

De Haagse Structuurvisie streeft naar groei van het inwoneraantal van de stad als draagvlak voor grootstedelijke voorzieningen en voor een goede economische sociale en culturele ontwikkeling. Het aantal woningen zal hiervoor moeten groeien.

In de woonvisie Den Haag 2009-2020 is de groeiambitie vastgesteld op 20.000 tot 25.000 woningen. De woonvisie biedt ook de kaders voor deze groei. De kern van de woonvisie is: Als Den Haag zich meer op de kaart wil zetten als woonstad, moet de stad zich versterken door meer differentiatie in woonmilieus en woonsferen te creëren en de woonkwaliteit verhogen. De stad moet daarom in een breed scala aan type woonwensen kunnen voorzien. Dit vereist gemengde stedelijke milieus, maatwerk bij nieuwbouw en een eigen identiteit voor wijken. Hoewel differentiatie van woonmilieus en woonsferen het uitgangspunt is, moet dit binnen een stedelijk kader gebeuren. Daarom dient er gekozen te worden voor woonvormen die passen bij een stedelijke omgeving. De nieuwbouw zal daarom grotendeels plaatsvinden door appartementen en stadswoningen en tussenvormen daarvan.

Kansen voor groei en verdichting liggen veelal in de zogenaamde transformatiemilieus, waar verouderde bedrijventerreinen worden omgezet in gemengde woonwerkgebieden. Aan de stadsranden vindt eveneens uitbreiding plaats door transformaties in de overgangszones van stad naar platteland.

Sturend voor de transformatie en uitbreiding van woonmilieus is het beleid om selectieve migratie uit de stad van midden- en hogere inkomens om te buigen, om deze groepen aan de stad te binden en zo mogelijk van elders aan te trekken. Bij de herstructurering van de goedkope sociale voorraad in bestaande gebieden wordt getracht een woonmilieu te bieden dat inspeelt op woonwensen van bepaalde groepen midden- en hogere inkomens mede om segregatie, concentratie van kansarme bewoners en cumulatie van achterstandssituaties tegen te gaan. Een goed 'schoon, heel en veilig' leef- en woonklimaat is een belangrijke voorwaarde voor alle stedelijke woongebieden. Daarnaast moeten voldoende, goede en betaalbare woningen voor de lage inkomensgroepen blijven bestaan.

In het plangebied Bezuidenhout-West wordt gestreefd naar een opwaardering naar een centrum stedelijke woonmilieu (tot 80 woningen per ha). Een kenmerk van dit woonmilieu is de hoge mate van functiemenging (wonen, werken en winkelen). Wonen moet wel als hoofdfunctie worden behouden en het aantal woningen in Bezuidenhout-West moet minstens worden gehandhaafd. Daarnaast moet er meer variatie worden aangebracht in het woningaanbod (zoals meer variatie tussen huur- en koopwoningen en zowel grondgebonden woningen als appartementen realiseren). Daarnaast moet er meer variatie komen in het aanbod van voorzieningen in Bezuidenhout-West.

Veel van de woningen in Bezuidenhout-West zijn gebouwd in de jaren '70 en '80 van de twintigste eeuw en zijn in bezit van een corporatie. Er wordt gewerkt aan een kwaliteitslag van deze woningen, omdat ze niet meer op alle punten voldoen aan de huidige eisen die huishoudens stellen. Naast het renoveren van deze woningen, dient er bij nieuwbouwprojecten ook rekening worden gehouden met de verschillende woonwensen en eisen van de huishoudens in Den Haag. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die de bouw van woningen aan de Schenkweg 5 en Schenkweg 56 t/m 60 mogelijk maakt.

Door een gevarieerd aanbod van woningen te creëren in Bezuidenhout-West, wordt de keuzevrijheid van de verschillende huishoudens vergroot. Zowel jongeren, studenten, forenzen, jonge gezinnen en internationals kunnen in de wijk gehuisvest worden. Ook de groep jonge tweeverdieners is een interessante groep huishoudens voor deze locatie. Het centrum en de bijbehorende voorzieningen zijn snel bereikbaar. Dit is voor de meeste jonge tweeverdieners een belangrijke vereiste.

3.5.3 Economie

Kantorenstrategie Haaglanden

In de nota Kantoren Strategie Haaglanden is de rand van de wijk gelegen aan de Utrechtsebaan en de Schenkkade aangegeven als 'kantoren bestaand'. Deze stroken zijn ook in de nota Ruimte voor kantoren en bedrijven in Den Haag 2003-2015 aangegeven als kantorenlocatie.

Omdat op dit moment geen concrete aanvullende kantoorontwikkelingen langs de Utrechtsebaan ter hoogte van Bezuidenhout-West zijn voorzien wordt dit beleid niet uitgewerkt in dit bestemmingsplan.

Detailhandelsnota Den Haag

Deze nota is strategisch en kaderstellend en behandelt het detailhandelsbeleid op stadsniveau. De nota heeft het karakter van een plan van aanpak en doet uitspraken over stadsbrede ontwikkelingen. Concentratie op bestaande locaties is uitgangspunt, er worden geen nieuwe stadsdeelcentra en nieuwe concentraties van grootschalige solitaire detailhandel toegevoegd. De gemeente streeft ernaar dat iedere Hagenaar binnen een straal van 1000 meter zijn dagelijkse boodschappen kan doen. De vestiging van nieuwe winkels wordt voortaan door de gemeente getoetst.

Naast de detailhandelnota is specifiek vuurwerkbeleid opgenomen in de parapluherziening Detailhandel Vuurwerk en wordt de detailhandelsmonitor nog vastgesteld. Dit om meer zicht te krijgen op de ontwikkelingen rond winkels in de stad en om beleid op maat te maken voor specifieke winkellocaties, wordt in 2005 gestart met een detailhandelsmonitor die elke twee jaar wordt herhaald. Hierbij vindt op stads-, stadsdeel- en wijkniveau onderzoek plaats. Er staan geen detailhandel concentraties op het programma voor dit gebied.

Toekomstvisie Horeca 2010-2015

Op 4 februari 2010 heeft de gemeenteraad de Toekomstvisie Horeca 2010-2015 vastgesteld. Het gaat in het toekomstgerichte beleid van deze visie niet alleen om het vastleggen van een nieuwe horecastructuur. De toekomstvisie geeft ook de gewenste ontwikkeling van het horeca-aanbod aan: hoe zorgt Den Haag voor nieuwe impulsen, waar ziet Den Haag kansen (segmenten, concepten, trekkers, locaties)? Hoe ziet een kansengericht, duidelijk/strikt maar werkbaar handhavingskader eruit?

Horeca is een zeer dynamische sector, dus hoe zorgt Den Haag voor flexibiliteit zodat Den Haag ook over een paar jaar in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen?

De Toekomstvisie Horeca bestaat uit vier delen, te weten:

  • visie en uitgangspunten
  • gebiedsgericht beleid
  • instrumentarium
  • handhavingsprotocol horeca

Voor het opstellen van bestemmingsplannen is vooral het gebiedsgerichte beleid van de toekomstvisie van belang. In woongebieden kan horeca toegevoegd worden bij de winkelgebieden/winkelstraten en verblijfspleinen. Het gaat hierbij om kleinschalige (dag)horeca met een wijkverzorgend karakter en ruimte voor terrassen. In Bezuidenhout-West bevinden zich echter geen plekken die vallen onder de hierbovengenoemde locaties.


Functiemengingstrategie

In de functiemengingstrategie wordt aangegeven dat praktijk, bedrijfsruimte- en kantoorruimte-units kleiner dan +/-100 m2 langs de woonstraten in de wijk een plaats kunnen krijgen en praktijk, bedrijfsruimte- en kantoorruimte-units tot aan +/-500 m2 langs de doorgaande wegen een plaats kunnen krijgen en dat dit gestimuleerd moet worden door bestemmingsplanmatig hiervoor de ruimte te maken. De kantoor-, praktijk- en bedrijfsruimten in het plangebied zijn conform de functiemegingstrategie bestemd.

Bedrijven en milieuzonering

Het mengen van wonen en werken kan op drie schaalniveaus plaatsvinden:

  • op pandniveau, meestal een werkfunctie op de begane grond en woningen op de bovenliggende etages.
  • op blokniveau, waarbij één of meerdere panden binnen één blok volledig een woon- dan wel een werkfunctie hebben.
  • op deelgebiedniveau, waarbij sprake is van een ruimtelijke en functionele samenhang van bedrijven en woningen die gevestigd zijn in één gebied (zie bijvoorbeeld het Gemeentelijk Industrieterrein in het Regentessenkwartier).

Bij de vestiging van bedrijfsactiviteiten en de menging van functies moet voldoende afstand in acht worden genomen tussen milieubelastende activiteiten en gevoelige functies, zodat hinder en gevaar worden voorkomen en bedrijven hun activiteiten binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. Ten behoeve van het inpassen van bedrijvigheid in de fysieke omgeving en bij het inpassen van de woningen en andere gevoelige functies stelde de VNG een lijst samen voor een scala van milieubelastende activiteiten ten opzichte van een 'rustige woonwijk' (VNG, Bedrijven en milieuzonering, juli 2007).

In gebieden met functiemenging (stadscentra, winkelcentra, woongebieden met kleinschalige vooral ambachtelijke bedrijvigheid, gebieden langs stadstoegangswegen met meerdere functies) zijn milieubelastende activiteiten mogelijk op kortere afstand van woningen dan in gebieden waar bedrijven solitair zijn gevestigd. De staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging is gebaseerd op de lijst van de VNG die zij specifiek van zulke gebieden samenstelde en is bij de regels van dit plan opgenomen. Deze lijst gaat uit van drie categorieën:

  • A. Bij A kunnen bedrijfsactiviteiten aanpandig gevestigd worden: de eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend.
  • B. Bij B kennen de bedrijfsactiviteiten een zodanige milieubelasting dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies moeten plaatsvinden;
  • C. Bij C geldt hetzelfde als bij B, maar door de verkeersaantrekkende werking moet een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur aanwezig zijn.

Binnen de in de planregels aangegeven voorwaarden wordt met het bestemmingsplan bovendien de vestiging van beroep- en bedrijf aan huis mogelijk gemaakt.

3.5.4 Onderwijs, cultuur en welzijn

Onderwijs

Met betrekking tot de huisvestingsvoorzieningen ten behoeve van het primair-, speciaal- en voortgezet onderwijs zijn er op hoofdlijnen twee gemeentelijke taken, te weten bekostiging en regie. Onder meer door middel van Integrale Huisvestingsplannen Onderwijs per stadsdeel wordt in samenwerking met de schoolbesturen zorg gedragen voor een zo optimaal mogelijke afstemming van vraag en aanbod met betrekking tot huisvestingsvoorzieningen ten behoeve van onderwijs. In Bezuidenhout-West zijn de komende 10 jaar geen plannen voor vestiging van onderwijsvoorzieningen.

Cultuur

Den Haag beschikt over een gevarieerd aanbod aan culturele voorzieningen, zoals podia en gezelschappen, filmtheaters, musea, beeldende kunstinstellingen, instellingen gericht op kunst als vrijetijdsbeoefening en cultuureducatie en culturele festivals. Deze voorzieningen zijn grotendeels (boven)stedelijk georiënteerd en in ruimtelijke zin vooral geconcentreerd in de stadsdelen Centrum en Scheveningen. Voor het publiek minder zichtbaar maar voor het kunstklimaat niet minder belangrijk, wordt daarnaast op tal van plaatsen, in tijdelijke en permanente ateliers, broed- en werkplaatsen in relatieve luwte kunst geproduceerd en getoond. In de periferie van de binnenstad bevindt zich een concentratie van dergelijke plekken. Een voorbeeld hiervan zijn de tijdelijke kunstenaarsateliers als antikraak aan de Schenkweg.

Welzijn

De mogelijkheid welzijnswerk te realiseren dicht bij de mensen die ondersteuning behoeven en ondersteuning bieden is een essentieel onderdeel van het gemeentelijke welzijnbeleid.

Het welzijnsbeleid bestrijkt het brede terrein van individuele ondersteuning tot recreatieve activiteiten, van het tegengaan van maatschappelijke tweedeling tot de sociale inrichting van de woon- en leefomgeving en richt zich op alle Hagenaars, te weten zowel de Hagenaars die ondersteuning behoeven als diegenen die deze ondersteuning bieden.

Het welzijnswerk biedt op preventie en participatie gerichte activiteiten zoals activiteiten gericht op ontmoeting en recreatie, creativiteit, cultuur en peuterspeelzaalwerk. Deze activiteiten sluiten goed aan op de gewenste toevoeging van kleinschalige bedrijvigheid en voorzieningen in de wijk.

Toevoeging van kinderopvang zou als kleinschalige voorziening in de wijk geplaatst kunnen worden. Dit is in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt door bij de bestemmingen die zich daarvoor lenen een ruime bestemmingsomschrijving op te nemen.


Spelen

Conform de richtlijn van de gemeente Den Haag moet bij nieuwe uitleglocaties en herstructureringsprojecten 3% van de oppervlakte voor wonen voor speelruimte worden ingericht. Groenvoorzieningen die als informele speel- en recreatieruimte kunnen fungeren worden hierin meegeteld. De gemeente gaat bij de spreiding van speelvoorzieningen uit van actieradii. De actieradii verschillen per leeftijdsgroep omdat oudere kinderen verder van huis spelen en meer ruimte nodig hebben dan jongere. Het aanbieden van speelvoorzieningen voor meerdere leeftijden is een mogelijkheid om in te spelen op de verschillende leeftijdsgebonden behoeften. De actieradii zijn als volgt:

leeftijd   actieradius   minimale oppervlakte   aantal kinderen per speelvoorziening  
0-6 jaar   100 meter   250 m²   50-75  
7-12 jaar   400 meter   500 m²   75-100  
13-18 jaar   1.000 meter   >750 m²   100-125  

Als niet conform de richtlijn van de gemeente Den Haag 3% van de oppervlakte voor wonen voor spelen kan worden of is ingericht, kan door 1) het autoluw maken van een primair woongebied en 2) samenwerken met scholen en sportverenigingen worden overwogen om het potentieel aan speelruimte te vergroten. Bij de gewenste herinrichting van het openbare gebied wordt rekening gehouden met de genoemde richtlijn voor speelruimte. In Bezuidenhout-West is voldoende speelgelegenheid aanwezig.

3.5.5 Verkeer en parkeren

Het algemene verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente Den Haag is gericht op het waarborgen van een goede bereikbaarheid voor alle vervoerswijzen en het verbeteren en in stand houden van een verkeersveilige en een leefbare stad. Dit gebeurt onder andere door het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer en de fiets, het benutten en realiseren van goede doorstroom routes voor het noodzakelijke autoverkeer in de vorm van samenhangende netwerken en het uitvoering geven aan het parkeerbeleid. Tussen het verkeer- en vervoersbeleid en de ruimtelijke ordening en inrichting van de stad bestaat een nauwe samenhang die ondermeer zijn vertaling vindt in bestemmingsplannen. Bij de herinrichting van de openbare ruimte in Bezuidenhout-West wordt ook gekeken naar goede afwikkeling van het voetgangers- en fietsroutes in de wijk. De ligging tussen het kantorengebied aan de Beatrixlaan en het Centraal Station vraagt om goede langzaam verkeerroutes.


afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0182GBezuidenW-70OH_0001.jpg"


Openbaar vervoer

Het openbaar vervoer speelt als drager van ruimtelijke ontwikkelingen in de stad en de regio een belangrijke rol in het verkeer en vervoer. Een stelsel van verbindende en ontsluitende openbaar vervoerlijnen dient er voor te zorgen dat gebundelde vervoerstromen tussen woon- en werklocaties, verplaatsingen van en naar het centrum met de hoofdstations en andere belangrijke attractiepunten, op een goede, aantrekkelijke en snelle manier worden bediend. Bezuidenhout-West is gunstig gelegen nabij verschillende openbaar vervoer knooppunten en behoeft geen verdere ontwikkeling voor OV-voorzieningen


Autoverkeer

De gemeente trecht het gemotoriseerde verkeer zoveel mogelijk te concentreren op een stelsel van hoofdroutes met voldoende capaciteit. Dit is nodig om de economische en ruimtelijke ontwikkeling van de stad mogelijk te maken en draagt bij aan de verbetering van de leefbaarheid in wijken en buurten. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer moeten afwikkelen. Een goede, veilige doorstroming van het verkeer is ook van belang voor de bestrijding van geluidsoverlast, de uitstoot van schadelijke stoffen of andere vormen van hinder, het voorkomen van sluipverkeer en vermindering van het aantal verkeersslachtoffers. Het autoverkeer in Bezuidenhout-West betreft alleen bestemmingsverkeer. Door de geïsoleerde ligging bevat de wijk geen doorgaande routes.


Fietsverkeer

Het fietsverkeer krijgt vanwege het milieuvriendelijke karakter en de fysiek zwakkere positie ten opzichte van het gemotoriseerde verkeer, bijzondere aandacht in het verkeers- en vervoerbeleid van de gemeente Den Haag. Door het aanbieden van een fijnmazig netwerk van veilige fietsstroken en fietspaden wordt het gebruik van deze vervoerwijze gestimuleerd. Daarnaast is er de nodige aandacht voor het stallen van fietsen zowel bij woningen en werklocaties maar ook bij de grotere attractiepunten zoals scholen, winkelgebieden, stations en recreatiebestemmingen. De publieke voorzieningen voor de fiets maken integraal onderdeel uit van de inrichting van de openbare ruimte. Bij de herinrichting van de openbare ruimte zullen de langzaam verkeerroutes extra aandacht krijgen. Door de ligging van de wijk tussen kantorencentra en belangrijke openbaar vervoer knooppunten is het een belangrijke doorgangsroute voor fietsers en voetgangers.


Parkeren

Het parkeren en stallen van auto's is een belangrijke sleutel in het verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente. Hoge stedelijke bebouwingsdichtheden leiden zonder adequate voorzieningen tot een vaak te zware belasting van de openbare ruimte. Dat geldt zowel voor woon- als werkfuncties maar ook voor attractiepunten die veel bezoekers trekken. Behalve de noodzaak tot de verdeling van schaarse (openbare) parkeergelegenheid in een aantal gebieden in de stad, zijn mobiliteitsoverwegingen gericht op het beperken van het autogebruik en het streven naar een leefbare (woon)omgeving voor de gemeente aanleiding tot het stellen van parkeereisen.


Het parkeerbeleid is er op gericht om via een stelsel van parkeernormen, voldoende parkeergelegenheid bij nieuwbouw te creëren. Zo mogelijk wordt in voorkomende gevallen tegelijkertijd getracht bestaande parkeerproblemen aan te pakken. Dit gebeurt veelal in combinatie met flankerend beleid zoals de inrichting van de weg en beheersmaatregelen zoals de invoering van betaald parkeren en de uitgifte van parkeervergunningen.


Uitgangspunt is dat de benodigde parkeerplaatsen in een (bouw)plan ook daadwerkelijk op eigen terrein worden gerealiseerd. Het parkeeraspect wordt bij de beoordeling van de aanvraag van een bouwvergunning getoetst en beoordeeld aan de hand van de door de gemeenteraad vastgestelde parkeernormen. De wijze van toetsen en de normen zijn opgenomen in dit bestemmingsplan.


De parkeernormen voor woningen zijn in beginsel behoeftevolgend en afhankelijk van de grootte, de aard en het type van de woningen. Bij commerciële en andere niet-woonfuncties worden de parkeernormen mede bepaald door ligging in de stad en bediening van het gebied door het openbaar vervoer. In voorkomende gevallen kan bij individuele bedrijven of instellingen indien daar aanleiding toe bestaat, onder zekere voorwaarden, maatwerk worden geleverd. Veelal vormt dan een specifiek bedrijfsvervoerplan de basis voor nadere afspraken over het parkeren met de initiatiefnemer van het betreffende plan.


Beleid

Om het verkeer- en vervoersbeleid beleid te realiseren is maatwerk nodig voor de verschillende delen van de stad gebaseerd op een integraal samenhangend plan. Het algemene beleid en de aan te pakken projecten zijn onder andere neergelegd in de beleidsnota "Verkeersplan, Verkeersbeleid tot 2010", en de meerjaren- en uitvoeringsprogramma's voor de fiets en de verkeersveiligheid.

3.5.6 Openbare ruimte

Kadernota Openbare Ruimte

De Kadernota Openbare Ruimte (2004) is voor de gemeente Den Haag het beleidskader voor de inrichting (eenvoud, harmonie en ruimte), het onderhoud (schoon, heel en veilig) en het gebruik (functioneel, veelzijdig en flexibel) van de openbare ruimte. Een goede afstemming is nodig tussen inrichting, onderhoud en gebruik. Er zijn drie kwaliteitsstandaards voor de openbare ruimte in Den Haag:

  • Residentie Kwaliteit is de standaard- of basiskwaliteit;
  • Hofstad Kwaliteit is een bijzondere kwaliteit;
  • Maatwerk Kwaliteit geeft marktpartijen gelegenheid een hogere kwaliteit na te streven; Publiekprivate Samenwerking (PPS).


Afhankelijk van de functies in een gebied, de cultuurhistorische waarde en de betrokkenheid van de private partijen hanteert de gemeente een bepaalde kwaliteitsstandaard. Voor het plangebied is dit de Residentie Kwaliteit. De ontwerpen kenmerken zich door dienstbaarheid (vorm volgt functie), ingetogenheid en tijdloosheid (geen trendy design). Het groen in buurten en wijken krijgt extra aandacht, evenals de zorgvuldige toepassing van beeldende kunst. Bij het opstellen van het bestemmingsplan is rekening gehouden met het voornemen om de openbare ruimte te her inrichten (zie ook hoofdstuk 5).

3.5.7 Groen

'Groen kleurt de stad'

In de nota "Groen kleurt de stad", Beleidsplan voor het Haagse groen 2005-2015, (Raadsbesluit d.d. 13 oktober 2005) is het groenbeleid van Den Haag weergegeven. Het beleidsplan biedt een kader voor duurzaamheid bij inrichting, beheer en gebruik van groen waarbij steeds meer sprake zal zijn van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van beheerder en gebruiker. Daarnaast biedt het beleidsplan een raamwerk waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt bij ruimtelijke ingrepen die van invloed zijn op het groen in de stad en bij veranderende maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de functies van het groen. Deze doelstellingen zijn vertaald in vier ambities:

  • ruimte voor groen in en om de stad;
  • aandacht voor toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen;
  • duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen;
  • samen het groen beheren.

Op grond van de aanwezige betekenissen en waarden zijn grote delen van het groen in Den Haag van bijzonder belang voor de kwaliteit, de identiteit en de belevingswaarde van de stad alsmede voor de kwaliteit en de verspreidingsmogelijkheden van planten en dieren. Deze vormen gezamenlijk de Stedelijke Groene Hoofdstructuur. Inzet is deze stedelijke groenstructuur duurzaam in stand te houden en waar mogelijk te versterken. Slechts in uitzonderlijke gevallen waarbij de ambitie, zoals neergelegd in afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0182GBezuidenW-70OH_0002.jpg"

de "Structuurvisie 2020" in het geding is, wordt een incidentele heroverweging niet uitgesloten.

In de nota zijn m.b.t. de Stedelijke Groene Hoofdstructuur twee kaarten opgenomen; een kaart met de "Stedelijke Groene Hoofdstructuur" en een kaart met "Ambities voor versterking van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur".

Nota Ecologische Verbindingszone Den Haag
Op 15 januari 2009 heeft de Gemeenteraad de nota Ecologische Verbindingszones in Den Haag vastgesteld. Deze nota geeft een tussenbalans op het stedelijke ecologische beleid voor de periode 2008-2015. Onder andere vanwege de nota 'Groen kleurt de stad '2005, de Structuurvisie Den Haag 2020 en het door de raad beschikbaar stellen van extra middelen zijn er een aantal locaties aan de Stedelijke Ecologische Hoofdstructuur toegevoegd en is een uitvoeringsprogramma vastgesteld voor inrichting en beheer en het oplossen van knelpunten.

De bomenrij op de Schenkkade maakt als waardevolle bomenrij onderdeel uit van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur. De lange lijn van deze bomenstructuur strekt zich uit van de Hoefkade in Transvaal in zuidelijke richting tot de Finnenburg in Mariahoeve in noordelijke richting. De natuurwaarde van bomen is hoog en ze dragen bij aan de groenbeleving in de woon- en leefomgeving.

Bomenverordening

Volgens de gemeentelijke Bomenverordening 2005 is voor het kappen van bomen een vergunning of een ontheffing nodig. Door deze verordening kunnen belangen zorgvuldig worden afgewogen voordat een kapvergunning of een ontheffing wordt afgegegven danwel geweigerd. In de Bomenverordening is een mogelijkheid opgenomen monumentale bomen aan te wijzen.

3.5.8 Sport en recreatie

Doelstelling van Sport en Recreatie binnen de gemeente Den Haag is het verbeteren van de gezondheid van burgers, het versterken van de sociale binding binnen de Haagse samenleving en het leveren van een bijdrage aan de (inter)nationale sportbeoefening en het imago van de stad.

De huidige meerjarige doelstellingen van het programma Sport zijn vastgelegd in de nota Beweegredenen. De gemeente streeft ernaar dat zoveel mogelijk Hagenaars zo lang mogelijk sporten en bewegen op een verantwoorde, prettige manier met voldoende frequentie, bij voorkeur in georganiseerd verband. Dit doet zij door de kwaliteit van het sportaanbod te verhogen door:

  • voldoende goede sportaccommodaties te realiseren die betaalbaar, toegankelijk, bereikbaar en voor sportdoeleinden geschikt zijn;
  • een kwaliteitsimpuls te geven aan het sportaanbod door een sportief recreatieve inrichting van openbare ruimten;
  • herkenbare topsport te faciliteren;
  • maatschappelijk sterke sportverenigingen te ontwikkelen;
  • sportverenigingen te ondersteunen

In het plangebied is een playground aanwezig op de Jan van Riebeekstraat. Daarnaast zijn er langs de Laurens Reaalstraat speelvoorzieningen aanwezig.

3.5.9 Cultuurhistorie en archeologie

Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg gepubliceerd en in werking getreden. Daarin is bepaald dat bij de vaststelling van bestemmingsplan archeologische waarden in acht moeten worden genomen. Het provinciale beleid aangaande archeologie staat vermeld in het Streekplan Zuid-Holland West. Uitgangspunten zijn daarbij de Cultuurhistorische Hoofdstructuur, De Archeologische Monumentenkaart (AMK) en de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden (IKAW). De gemeente Den Haag draagt sinds 1982 zorg voor het eigen archeologisch erfgoed en is in het bezit van een door het Rijk verleende opgravingsbevoegdheid. Het archeologie beleid van de gemeente is er op gericht:

  • te zorgen voor het behoud van zoveel mogelijk archeologische waarden ter plaatse in de bodem;
  • te zorgen voor de documentatie van archeologische waarden als behoud ter plaatse niet mogelijk is;
  • een archeologisch depot te onderhouden waar alle in Den Haag aangetroffen archeologische voorwerpen op een veilige en systematische manier kunnen worden bewaard;
  • te zorgen dat de resultaten van het archeologisch onderzoek middels tentoonstellingen, publicaties, presentaties etc. onder de aandacht worden gebracht van de Haagse burger.

Het huidige archeologische beleid is verwoord in de gemeentelijke beleidsnota Archeologie 2000-2005. Een nieuwe beleidsnota zal zijn geënt op de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), als onderdeel van de gewijzigde Monumentenwet 1988. Deze wet is per 1 september 2007 in werking getreden.

Op basis van de in paragraaf 2.3.6 beschreven situatie moet worden geconcludeerd dat het bestemmingsplangebied geen archeologische verwachting heeft.