19.1 wro-zone-wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 1', met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in de bestemming Wonen en Verkeer – Verblijfstraat, een en ander met inachtneming van de volgende regels:
-
a. binnen het wijzigingsgebied mogen maximaal 65 woningen in maximaal 5 lagen worden gerealiseerd. De vijfde laag dient minimaal 1 meter terug te liggen ten opzichte van de gevel van het hoofdgebouw;
-
b. het bepaalde in de artikelen 11 en 12 is op de voor deze wijzigingsbevoegdheid van toepassing zijnde gronden van overeenkomstige toepassing. In afwijking hiervan mag aan het te realiseren hoofdgebouw een aangebouwd bijgebouw worden gerealiseerd met een diepte van 10 meter en een oppervlakte van 100 m2;
-
c. op eigen terrein, dan wel binnen de op de plankaart opgenomen gebiedsaanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 2', dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn;
-
d. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
-
e. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid moet uit onderzoek blijken dat de kwaliteit van de bodem op de bouwlocatie geschikt is voor het bedoelde gebruik van die locatie;
-
f. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag niet resulteren in een onevenredige aantasting van de zich daar bevindende flora en fauna;
-
g. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 20 te worden gevolgd.
19.2 wro-zone-wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 2', met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in de bestemming Wonen en Verkeer – Verblijfstraat, een en ander met inachtneming van de volgende regels:
-
a. het bepaalde in artikel 12 is op de voor deze wijzigingsbevoegdheid van toepassing zijnde gronden van overeenkomstige toepassing;
-
b. binnen het wijzigingsgebied mogen maximaal 25 woningen in 5 lagen worden gerealiseerd;
-
c. aan de spoorzijde dient een minimale bouwhoogte van 12 meter te worden gerealiseerd;
-
d. op eigen terrein dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn;
-
e. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
-
f. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid moet uit onderzoek blijken dat de kwaliteit van de bodem op de bouwlocatie geschikt is voor het bedoelde gebruik van die locatie;
-
g. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag niet resulteren in een onevenredige aantasting van de zich daar bevindende flora en fauna;
-
h. voordat burgemeester en wethouders overgaan tot wijziging, dient de procedure zoals opgenomen in artikel 20 te worden gevolgd.