Plan: | Schilderswijk |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0174ESchildersw-70OH |
Het vigerend archeologische beleid is verwoord in de gemeentelijke beleidsnota Archeologie 2000-2005. Het archeologiebeleid van de gemeente is er op gericht:
Een nieuwe beleidsnota is in voorbereiding en zal zijn geënt op de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), onderdeel van de gewijzigde Monumentenwet 1988. Deze wet is per 1 september 2007 in werking getreden en kent enkele nieuwe elementen. Een nieuw element is de bepaling dat 'de verstoorder betaalt': initiatiefnemers van projecten die schade aan archeologische waarden zullen veroorzaken zijn verantwoordelijk voor de kosten van het noodzakelijk archeologisch onderzoek. Daarnaast legt deze wet ook de verplichting op om in nieuwe bestemmingsplannen en bij wijziging van bestaande bestemmingsplannen met de archeologische waarden rekening te houden.In het kader van deze wet wordt momenteel ook een Archeologische Waarden- en Verwachtingenkaart opgesteld. Deze zal een plaats krijgen in het gemeentelijk beleid en wordt naar verwachting opgenomen in de gemeentelijke Monumentenverordening.
Provincie Zuid-Holland toetst bestemmingsplannen op het gebied van archeologie aan de Archeologische Monumentenkaart (AMK), de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van Zuid-Holland en, voor zover van toepassing, lokale waardenkaarten.
De Haagse bodem is rijk aan archeologische waarden. Veel daarvan zijn echter nog niet of maar zeer ten dele bekend. Bij gebieden waar de waarden niet bekend zijn, maar waar de bodemopbouw de aanwezigheid van archeologische waarden mogelijk maakt, wordt gesproken van een archeologische verwachting. Indien in een in voorbereiding zijnde bestemmingsplan gebieden met archeologische waarden en/of verwachtingen aanwezig zijn, zoals het onderhavige, dan staan deze gebieden aangegeven op de plankaart binnen de aanduiding 'grens archeologisch waardevol gebied'. In de beschrijving van de bestaande situatie ten aanzien van archeologie (zie paragraaf 2.2.4) is de conclusie getrokken dat het plangebied geen archeologische waarden herbergt en geen archeologisch waardevol gebied is.