direct naar inhoud van 8.1 Resultaten overleg ex artikel 10 BRO
Plan: Wateringse Veld - Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0172BWateringZd-50VA

8.1 Resultaten overleg ex artikel 10 BRO

Het voorontwerp-bestemmingsplan is op 9 juni in het kader van het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening 1985 aan de volgende instanties toegezonden:

  • 1. Provincie Zuid-Holland
  • 2. Politie Haaglanden
  • 3. VROM Inspectie Regio Zuid-West
  • 4. Duinwaterbedrijf Zuid Holland
  • 5. Rijkswaterstaat Zuid-Holland
  • 6. Hoogheemraadschap van Delfland
  • 7. HTM Infra
  • 8. Het bestuur van de Fietsersbond enfb, Afdeling Den Haag
  • 9. Koninklijke Horeca Nederland, Afdeling Den Haag
  • 10. Kamer van Koophandel Haaglanden
  • 11. Stichting BOOG
  • 12. Tennet BV
  • 13. Stad en Milieu Haags Milieucentrum
  • 14. ENECO Netbeheer B.V.
  • 15. N.V. Nederlandse Gasunie
  • 16. Burgemeester en wethouders van Westland
  • 17. Burgemeester en wethouders van Rijswijk
  • 18. Ontwikkelingscombinatie Wateringse Veld
  • 19. Bewonersplatform Wateringseveld

Van de onder 1, 3, 6, 10, 12, 15 en 18 genoemde instanties zijn de hierna opgenomen reacties ontvangen. Van de overige instanties is, behoudens een bevestiging van ontvangst van de instantie onder nr. 17, geen reactie ontvangen.

8.1.1 Behandeling ingekomen reacties

Ad1. Provincie Zuid-Holland

“Ik heb kennis genomen van het voorontwerpbestemmingsplan Wateringse Veld Zuid van uw gemeente. Dit plan geeft mij aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Het plan voorziet in een beheersgerichte regeling voor de reeds bestaande wijk Wateringse Veld Zuid. Het plan is overwegend conserverend van aard en vervangt het huidige bestemmingsplan dat een meer globaal karakter heeft.

Cultuurhistorie

In het interimbeleid Regels voor Ruimte is aangegeven dat ten aanzien van archeologie een juridische regeling dient te worden opgenomen ter bescherming van archeologische waarden. De in artikel 20.2 van de planvoorschriften opgenomen regeling voldoet niet aan hetgeen op grond van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur is gesteld dat uitgegaan dient te worden van een graafdiepte van minder dan 0,3 meter in plaats 0,5 meter.

Overeenkomstig de reactie is de graafdiepte in de regels bij artikel 23 (gewijzigde indeling) dubbelbestemming waarde – archeologie aangepast van 0,5 meter in minder dan 0,3 meter: 'Het is verboden (…) zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de hieronder te noemen werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: (…) - het uitvoeren van grondwerken, dieper dan 0,3 m ten behoeve van het bouwen en voor het aanbrengen van ondergrondse transport,- energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur

Ten aanzien van water dient de keurzone van de waterkering primair als waterkering te worden bestemd. Dat is in het bestemmingsplan niet gebeurd. Langs de Oosteinde in het noorden van het plangebied ligt tevens een waterkering welke niet op de plankaart is aangegeven.

Op de plankaart wordt, volgens de nieuwe Standaard voor Bestemmingsplannen (SVBP 2008) alleen de kernzone van de waterkering op de plankaart opgenomen. De beschermingszone wordt niet op de plankaart aangeduid.

Overeenkomstig de reactie is de waterkering langs de Oosteinde op de plankaart opgenomen. De kernzone van de waterkering is aangeduid op de plankaart.

Uit de functiekaart blijkt dat in het zuidoosten van het plangebied een waterbergingslocatie ligt. Op de plankaart is hier tevens een watergang ingetekend. Het is onduidelijk of op deze locatie de daarvoor afgesproken hoeveelheid water is aangelegd.

Met de waterbergingslocatie in het zuidoosten van het plangebied is voldaan aan de gemaakte afspraken.

Conclusie

Ik concludeer dat de in het plan opgenomen regeling gedeeltelijk in strijd is met het interimbeleid nota Regels voor Ruimte. In het voorontwerpbestemmingsplan wordt geen motivering gegeven die afwijking van het provinciaal beleid rechtvaardigt.

Het plan houdt op deze punten dan ook onvoldoende rekening met het provinciaal belang.

Ik verzoek u daarom het plan zodanig aan te passen dat aan bovenstaande bezwaren tegemoet wordt gekomen.

Overgangsrecht toepassing artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

Op 26 juni 2008 hebben Gedeputeerde Staten u ter gelegenheid van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening een brief doen toekomen waarin nader is ingegaan op de rol van de provincie onder de nieuwe wet. Daarin is ook aangegeven dat u, gelet op het overgangsrecht, voor verzoeken om vrijstelling ex artikel 19 WRO (oud) die bij u zijn ingediend voor 1 juli 2008 nog gebruik kunt maken van de mogelijkheden voor toepassing van artikel 191id 2 WRO (oud) die GS bij hun besluit van 9 oktober 2007 daartoe hebben geboden.

Met het oog daarop bericht ik u dat u in dit geval geen vrijstelling kunt verlenen gelet op bovenstaande opmerkingen.

Dit is een gecoördineerde reactie van alle betrokken directies van de provincie.”

Voor kennisgeving aangenomen

Ad 4. VROM Inspectie Regio Zuid-West

VROM Inspectie Regio Zuid-West gaat als coördinerende rijksdienst in op de luchtkwaliteit en de externe veiligheid.

Luchtkwaliteit

Paragraaf 4.6 is nog gebaseerd op oude wetgeving voor luchtkwaliteit (Besluit Luchtkwaliteit 2005). In november 2007 is de Wet Luchtkwaliteitseisen in werking getreden. VROM verzoekt de tekst hierop aan te passen.

De tekst in paragraaf 4.6 is aangepast aan de nieuwe Wet Luchtkwaliteitseisen

Externe veiligheid

In paragraaf 4.4 is 'buisleidingen' pm gesteld. In paragraaf 3.9 wordt ook informatie over gasleidingen gegeven. Uit de tekst maakt VROM op dat is getoetst aan de circulaire voor aardgastransportleidingen. Op dit moment is wet- en regelgeving voor buisleidingen in ontwikkeling. VROM adviseert hierop vooruitlopend in dit plan ook rekening te houden met de 10-6 voor het persoonsgebonden risico (PR) contour en de hoogte van het groepsrisico (GR) en de gegevens en/of de rekenresultaten in het bestemmingsplan op te nemen. De Gasunie kan daar nader over informeren en indien nodig berekeningen uitvoeren.

Zie reactie onder ad 16.

Ad 6. Hoogheemraadschap van Delfland

Het Hoogheemraadschap kan niet instemmen met het bestemmingsplan. In het plan is onvoldoende invulling gegeven aan het beleid van Delfland zoals vermeld in de Handreiking Watertoets 2007. Het betreft het thema bestemmingslegging.

Bestemmingslegging

Het poldergemaal aan de Paul Steenbergenlaan staat niet op de plankaart en is niet als zodanig bestemd. Vanaf het poldergemaal aan de Paul Steenbergenlaan loopt een watergang richting de Laan van Wateringse Veld en vervolgens richting de Londensingel. Deze is niet op de plankaart weergegeven. De ligging van het poldergemaal en de watergang zijn opgenomen in bijlage een meegezonden bijlage. Delfland verzoekt het poldergemaal en de watergang te bestemmen in het bestemmingsplan.

Het poldergemaal aan de Paul Steenbergenlaan is op de plankaart opgenomen en heeft de bestemming Bedrijf-2 gekregen. Ook de watergang vanaf het poldergemaal aan de Paul Steenbergenlaan richting de Laan van Wateringse Veld en vervolgens richting de Londensingel is op de plankaart opgenomen. Deze watergang is bestemd als Water.

Ad 10. Kamer van Koophandel Haaglanden

De Kamer van Koophandel (KvK) kan grotendeels instemmen met de inhoud van het voorontwerp. Er zijn opmerkingen over de bestemmingsoverschrijving in artikel 4 Bedrijfsdoeleinden 2 (B2).

Volgens de omschrijving zijn de gronden met aanduiding B2 bestemd voor bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3 van de bij voorontwerp gevoegde bijlage 2, alsmede showrooms en een welzijnsvoorziening.

Volgens de onlangs in het kader van het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 vastgestelde bedrijventerreinstrategie Haaglanden zijn onder meer leisurevoorzieningen niet toegestaan op bedrijventerreinen. Een uitzondering op deze regel kan worden gemaakt als de voorziening ten dienste staat van de op het terrein gevestigde bedrijven en als extra laag/lagen wordt toegevoegd aan bedrijfsbebouwing. Gezien de aard van de bedrijvigheid op het terrein is het niet aannemelijk dat een welzijnsvoorziening voorziet in een behoefte van de op het terrein gevestigde bedrijven. Temeer niet nu op het aangrenzende terrein al een fitnessinrichting is toegestaan. Een zelfstandige welzijnsvestiging is ten ene male in strijd met de Bedrijventerreinenstrategie.

Dit beleid is mede in nauw overleg met de gemeente geformuleerd vanwege het te verwachten tekort aan bedrijventerrein in de regio Haaglanden. Gezien de krapte zullen de als bedrijventerrein aangewezen gebieden ook daadwerkelijk moeten worden aangewend voor functies die niet of moeilijk in een woonwijk kunnen worden geaccommodeerd.

Afgezien van dit beleid is de KvK van mening dat een welzijnsvoorziening daar moeten worden gerealiseerd waar deze de meeste spinn off voor de omgeving heeft. Hiervan is volgens de KvK geen sprake op de locatie bedrijventerrein Wateringse Veld.

Gezien het bovenstaande ziet de KvK graag dat 'een welzijnsvoorziening' wordt geschrapt in art 4.1.1.

Het betreffende deel van bedrijventerrein Wateringse Veld vormt de overgang van het bedrijventerrein naar de woonwijk Wateringseveld. Aan de overzijde van de straat zijn woningen gesitueerd. De locatie ligt daarnaast ruimtelijk geïsoleerd ten opzichte van de rest van het bedrijventerrein; gezien de ligging maakt de locatie geen logisch onderdeel van het bedrijventerrein. Door een wellnesscenter (een welzijnsvoorziening waarin medische zorg en fitness worden aangeboden) zullen de identiteit van het bedrijventerrein en het functioneren als zodanig niet worden aangetast. Eerder zal het een versterking kunnen betekenen, aangezien de overgang tussen bedrijventerrein en woonwijk beter begeleid wordt met deze functie en de gewenste ruimtelijke kwaliteit beter gerealiseerd kan worden.

Het concept is kwalitatief hoogwaardig en vormt een aanvulling op het voorzieningenniveau in dit deel van de stad en het stadsgewest.

Ad 12. Tennet BV

TenneT is beheerder van het landelijk transportnet vanaf 110.000 Volt en daarmee verantwoordelijk voor de 'snelwegen' van het Nederlandse elektriciteitsnet. De in de gemeente Den Haag aanwezige hoogspanningsverbindingen maken deel uit van dat omvangrijke netwerk. In het plangebied waarop dit bestemmingsplan van toepassing zal zijn, bevinden zich boven- en ondergrondse gedeelten van 150 kV-verbinding, te weten:

- het kabelgedeelte gelegen in het Oosteinde, de Treslonglaan, de Vogelenzanglaan en de Bovendijk;

- het TenneT-terrein met het overgangspunt tussen het ondergrondse en het bovengrondse gedeelte van de hoogspanningsverbinding (het zogenoemde opstijgpunt) aan de Bovendijk;

- het lijngedeelte in de ecologische zone langs de Rijnerwatering tussen het opstijgpunt en het in aanbouw zijnde hoogspanningsstation Wateringen.

Ter informatie is een afdruk bijgevoegd van de plankaart waarop in rood TenneTs eigendommen zijn aangegeven, evenals een afdruk van de detailtekeningen, nrs. WK2581, wijz. B en WK2745, wijz. C.

Voor kennisgeving aangenomen

TenneT constateert dat met de aanwezigheid van het ondergrondse kabelgedeelte in het bestemmingsplan nog geen rekening is gehouden. In aanvulling op de opgenomen bestemming voor het bovengrondse verbindingsgedeelte verzoekt TenneT de medewerking van de gemeente om, ter bescherming van de belangen van de 150.000 Volt kabelverbinding, het betrokken gedeelte met een strook met een breedte van 6 meter (3 meter aan weerszijden van de hartlijn) op de plankaart aan te geven en te bestemmen voor “Ondergrondse hoogspanningsverbinding”.

De ondergrondse hoogspanningsverbinding is op de plankaart opgenomen en bestemd als Leiding-hoogspanning.

In de voorschriften van het bestemmingsplan is een afzonderlijk artikel 22 - "Leiding-Hoogspanning - Dubbelbestemming" opgenomen ter bescherming van de belangen van het bovengrondse gedeelte van de hoogspanningsverbinding. TenneT verzoekt dit artikel aan te vullen met de gegevens van het ondergrondse gedeelte. Abusievelijk ontbreekt in dit artikel nog het aanlegvergunningstelsel zoals dat wel in de artikelen 23 (Leiding-Gas) en 24 (Leiding-Riool) is opgenomen. Op basis van ervaringen beveelt TenneT aan om ter meerdere zekerheid artikel 22 aan te vullen met een soortgelijk aanlegvergunningstelsel.

Hierbij merkt TenneT nog op dat ten aanzien van het bovengrondse gedeelte van de hoogspanningsverbinding het op te nemen aanlegvergunningstelsel moet worden aangevuld met de volgende vetgedrukte passages:

- sub d: “… diepwortelende en hoogopgaande beplantingen…";

- nieuw sub f: "het plaatsen van onroerende objecten, geen bebouwing zijnde, zoals lichtmasten wegwijzers en ander hoog straatmeubilair".

In artikel 21 - Leiding-hoogspanning (nieuwe indeling, was artikel 22 volgens de oude indeling) is een aanlegvergunningstelsel opgenomen onder 21.4. Hierin zijn de vetgedrukte passages opgenomen.

Voorts verzoekt TenneT in de artikelen van de bestemmingen die samenvallen met zijn hoogspanningsverbinding een verwijzing op te nemen naar het desbetreffende artikel, waarin de bescherming van TenneTs verbinding zal zijn geregeld.

Vanaf 1 januari 2010 is elke Nederlandse gemeente verplicht om bestemmingsplannen digitaal beschikbaar te stellen. Via digitale bestemmingsplannen is het mogelijk voor gebieden die samenvallen met een hoogspanningsverbinding ook een verwijzing op te nemen naar de dubbelbestemming leiding-hoogspanning. Met het oog op de overzichtelijkheid en leesbaarheid van de analoge versie van het plan zijn kruisverwijzingen niet opgenomen.

Verder wordt aan de legenda van de plankaart ontleend dat de voor de hoogspanningsverbinding gekozen aanduiding, te weten een doorgetrokken lijn met blokjes, niet overeenkomt met de gebruikte aanduiding voor zijn verbinding met de zakelijk rechtstrook op de plankaart. Het verzoek is de toegepaste aanduidingen met elkaar in overeenstemming te brengen. In aansluiting hierop brengt TenneT nog onder de aandacht dat bij de aanduiding van zijn perceel met het opstijgpunt aan de Bovendijk, de letters NU van de bestemmingsbenaming Nutsdoeleinden nog ontbreken en verzoekt dit eveneens aan te vullen. Ook wordt verzocht paragraaf 3.9 - Kabels en leidingen op bladzijde 33 en 34 van de toelichting thans verder aan te vullen met de gegevens van het betrokken opstijgpunt (bestemming Nutsdoeleinden) en het ondergrondse kabelgedeelte.

De aanduidingen op de plankaart voor de hoogspanningsverbinding zijn aangepast aan de nieuwe Standaard voor bestemmingsplannen (SVBP 2008). Volgens deze nieuwe standaard worden hoogspanningsverbindingen aangeduid middels een gearceerd vlak met daarin de aanduiding: L-HV. Daarnaast is het het perceel met het opstijgpunt aan de Bovendijk opgenomen op de plankaart als Bedrijf-2. In de bestemmingsomschrijving is nutsbedrijf opgenomen. Ook deze aanpassing is een gevolg van de nieuwe Standaard voor bestemmingsplannen, waarin Nutsdoeleinden niet langer een hoofdgroep voor bestemmingen is.

Overeenkomstig de reactie is in paragraaf 4.4.1 - Kabels en leidingen van de toelichting aangevuld met de gegevens van het opstijgpunt aan de Bovendijk en het ondergrondse kabelgedeelte. De desbetreffende tekst luidt als volgt: 'Aan de Bovendijk bevindt zich een nutsvoorziening van Tennet. Bij dit opstijgpunt wordt de bovengrondse hoogspanningsverbinding ondergronds gebracht. Het bovengrondse gedeelte verbindt het opstijgpunt met het in aanbouw zijnde hoogspanningsstation Wateringen. Dit ondergrondse kabelgedeelte is gelegen onder het Oosteinde, de Treslonglaan, de Vogelenzanglaan en de Bovendijk. Boven en binnen een bepaalde afstand van deze ondergrondse hoogspanningsverbinding is bebouwing eveneens niet toegestaan zonder goedkeuring van leidingbeheerder Tennet. Deze bepaling is van toepassing op een strook van 3 meter aan weerzijden van de centrale as van de ondergrondse hoogspanningsverbinding: een strook met een totale breedte van 6 meter”.

Met betrekking tot de in het plan gehanteerde benaming van zijn verbinding merkt TenneT op dat op zijn verzoek al veel gemeenten in de provincie Zuid-Holland ten behoeve van de uniformiteit ertoe over zijn gegaan om bij nieuwe en/of herziene bestemmingsplannen de door TenneT voorgestelde benaming voor de hoogspanningsverbindingen over te nemen. Daarom verzoekt TenneT de in het bestemmingsplan op enkele plaatsen nog gebruikte benaming "hoogspanningsleiding" ook te wijzigen in “bovengrondse" respectievelijk "ondergrondse hoogspanningsverbinding" omdat hier geen sprake is van een mediumvoerende leiding.

De gebruikte benaming hoogspanningsleiding is gewijzigd in bovengrondse of ondergrondse hoogspanningsverbinding.

Tenslotte verzoeken TenneT het bedrijf tijdig bij het overleg te betrekken indien voortvloeiend uit het bestemmingsplan werkzaamheden zich zullen uitstrekken in de richting van zijn eigendommen. TenneT zou het zeer op prijs stellen een exemplaar te ontvangen van het gewijzigde bestemmingsplan.

Voor kennisgeving aangenomen.

Ad 15. N.V. Nederlandse Gasunie

N.V. Nederlandse Gasunie (de Gasunie) deelt mee dat het plan aanleiding geeft tot het maken van enkele opmerkingen.

Zoals ook op de plankaart is aangegeven, ligt binnen het plangebied een 12" / 40 bar regionale gastransportleiding (W-509-01) van de Gasunie. De ligging van de leiding is echter niet geheel overeenkomstig de gegevens van de Gasunie op de plankaart

aangegeven. Juist buiten het plangebied ligt parallel aan deze leiding nog een regionale aardgastransportleiding van de Gasunie (W-514-01), waarvan de invloedsfeer tot binnen het plangebied reikt. De Gasunie heeft op de plankaart geretourneerd; de leidingen zijn rood is aangegeven. De Gasunie verzoekt de plankaart dienovereenkomstig aan te passen.

De plankaart is overeenkomstig de geretourneerde plankaart van de Gasunie aangepast met de regionale gastransportleiding (W-509-01).

Voor de regionale aardgastransportleiding van de Gasunie (W-514-01) is een zonering opgenomen. Met de nieuwe Standaard voor bestemmingsplannen SVBP 2008 worden leidingen niet langer als lijn op de plankaart ingetekend, maar worden alleen zoneringen aangegeven.

In tegenstelling tot artikel 23 van de voorschriften waarin gesproken wordt over aangewezen gronden, wordt op de plankaart de Leiding-Gas door middel van een enkele lijn aangegeven. De Gasunie is van mening dat door het enkel aangeven van een lijn op de plankaart, nog geen gronden worden aangewezen. Graag ziet de Gasunie dat op de plankaart een medebestemmingsstrook wordt opgenomen van 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van leiding.

Met de nieuwe Standaard voor bestemmingsplannen SVBP 2008 worden leidingen niet langer als lijn op de plankaart ingetekend, maar worden alleen zoneringen opgenomen. Een gasleiding wordt aangegeven als een gearceerd vlak met daarin de aanduiding L-G (Leiding-gas). Dit gearceerde vlak heeft een breedte die overeenkomt met een strook van 4 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.

In hoofdstuk 3.9 "Kabels en leidingen" wordt in het kort aangegeven dat binnen het plangebied twee hoge druk aardgastransportleidingen zijn gelegen. Conform de plankaart, verzoekt de Gasunie hier alleen melding te maken van de leiding W-509-01. Eventueel kan aanvullend de buiten het plangebied gelegen 12" /40 bar leiding W-514-01 vermeld worden. De in hoofdstuk 3.9 vermelde veiligheidsafstanden ziet de Gasunie liever terug komen onder hoofdstuk 4.4 "Externe veiligheid". Voor deze afstanden verwijst de Gasunie naar de opmerking over hoofdstuk 4.4.

Overeenkomstig de reactie zijn de veiligheidsafstanden opgenomen in paragraaf 4.4 - Externe veiligheid.

Hoofdstuk 4.4 "Externe veiligheid" van de toelichting dient voor wat betreft aardgastransportleidingen nog nader te worden ingevuld. De Gasunie heeft de hierna volgende informatie opgenomen op basis van de laatste stand van zaken rondom het externe veiligheid beleid met betrekking tot veiligheidsafstanden ten aanzien van de onderhavige aardgastransportleiding.

Door het ministerie van VROM wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe zoneringregeling, ter vervanging van de thans vigerende circulaire "Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen" uit 1984. De in de circulaire opgenomen deterministische afstanden worden in de nieuwe regeling vervangen door een risicobeleid. Hierin zal met name het (PR) plaatsgebonden en (GR) groepsrisico een prominente rol gaan spelen. Tot voor kort gaf het RIVM maximale veiligheidsafstanden op in het kader van dit nieuwe externe veiligheidsbeleid. Er kunnen inmiddels reëlere afstanden berekend worden middels een methodiek welke geaccordeerd is door VROM. (Deze afstanden kan de gemeente laten berekenen bij de Gasunie, door een verzoek voor een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) in te dienen. De Gasunie zal dan een bestand toezenden waarin staat aangegeven welke gegevens de gemeente exact dient aan te leveren voor de benodigde berekeningen.) Voor wat betreft het aanhouden van minimale bebouwingsafstanden de gemeente contact opnemen met de regionale VROM-inspectie.

Voor kennisgeving aangenomen.

De onderstaande tabel is opgesteld op basis van de nu nog geldende circulaire VROM getiteld "zonering rondom hoge druk aardgastransportleidingen" uit 1984.

Leidingnr.   Diam.   Ontwerp druk   Vrijwarings- zone   Min bebouwings afstand Cat. I   Min bebouwings afstand Cat. II   Toetsings- afstand  
W-S09-01   12"   40   4 meter   14 meter   4 meter   30 meter  
W-509-01*   16"   40   4 meter   20 meter   4 meter   40 meter  
W-S14-01   12"   40   4 meter   14 meter   4 meter   30 meter  

* De W-S09-01 verloopt van 12" naar 16" en heeft daardoor afwijkende veiligheids afstanden

De Gasunie verzoekt binnen hoofdstuk 4.4 van de toelichting de aanwezigheid van de aardgastransportleidingen te vermelden en hierbij ook aandacht te besteden aan het nieuwe externe veiligheidsbeleid

Overeenkomstig de reactie is binnen hoofdstuk 4.4 van de toelichting melding gemaakt van de aanwezigheid van de aardgastransportleidingen (W-S09-01 en W-S14-01). Omdat in hoofdstuk 4 gesproken wordt over vigerend(e) milieubeleid en wetgeving, wordt geen aandacht besteed aan het nog niet vastgestelde nieuwe externe veiligheidsbeleid van het ministerie van VROM.

In artikel 23 "Leiding-Gas-Dubbelbestemming" van de voorschriften is aan een strook grond ter breedte van 21 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding de medebestemming "leidingen" toegekend. Binnen deze vrijwaringzone is het oprichten van bebouwing en het uitvoeren van een aantal werkzaamheden niet zonder meer toegestaan. Ter waarborging van een veilig en bedrijfszeker gastransport en ter beperking van gevaar voor goederen en personen in de directe omgeving, dient deze belemmering echter te gelden binnen een zone van 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding. De Gasunie verzoek daarom de breedte van de medebestemmingstrook terug te brengen tot 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding.

De breedte van de medebestemmingstrook is in artikel 20 - Leiding-gas (volgens nieuwe indeling, was artikel 23) teruggebracht van 21 meter tot 4 meter ter weerszijden van de hartlijn.

Ad 18. Ontwikkelingscombinatie Wateringse Veld

De Ontwikkelingscombinatie Wateringse Veld (OCWV) heeft ten aanzien van de bestemmingsplankaart de volgende opmerkingen:

  • De lijnen op de locatie met de wijzigingsbevoegdheid III aan de Guido van Dethstraat komen te vervallen. De bebouwingsgrens is de lijn zoals op tekening aangegeven welke gelijk loopt aan de Fie Carelsenlaan.

De plankaart is overeenkomstig de reactie aangepast.

  • De grens van de kaart aan de noordzijde, op de kruising van de Laan van Wateringse Veld met het Oosteinde dient gelijk te lopen met het wegprofiel. Op de kaart loopt deze te ver door over het kavel naast het tankstation.

De plankaart is overeenkomstig de reactie aangepast.

  • Voor twee woningen nabij de Treslonglaan dient een twee-onder-een-kapwoning mogelijk te zijn. Het gaat om de woningen zoals in de door de OCWV meegezonden bijlage staat aangegeven.

De woningen hebben op de plankaart een aanduiding "twee-aaneen" gekregen, waardoor een twee-onder-één-kapwoning mogelijk is.

  • De 'zone t.b.v. natuuurontwikkelingsgebied' staat niet in de legenda aangegeven, maar wordt wel genoemd op pagina 4 in de derde alinea.

De 'Zone t.b.v. natuurontwikkelingsgebied' waarover gesproken wordt op pagina 4 in de derde alinea heeft betrekking op de plankaart van het geldende 'Bestemmingsplan Wateringse Veld, eerste herziening'. Voorliggend bestemmingsplan Wateringse Veld-Zuid zal Bestemmingsplan Wateringse Veld, eerste herziening vervangen. Op de plankaart van voorliggend bestemmingsplan is geen zone t.b.v. natuurontwikkelingsgebied opgenomen.

  • Op pagina 16 dient de zinsnede verwijderd te worden ten aanzien van de openbare speciale basisschool De Haagse Beek. Er is inmiddels afgezien van het realiseren van een school op deze locatie. Hier zal een gebouw gerealiseerd worden met woningen en maatschappelijke doeleinden.

Overeenkomstig de reactie is de zinsnede 'in het bijzonder ten behoeve van de openbare speciale basisschool De Haagse Beek' verwijderd.

  • Het bestemmingsplan geeft nadrukkelijk aan dat het water in Wateringse Veld zwemwater is. Het water in Wateringse Veld is schoon genoeg om erin te kunnen zwemmen, het mag echter niet aangemoedigd worden.

De zinsnede 'Het water van het Hemelwater biedt mogelijkheden tot zwemmen en spelervaren' is verwijderd.

  • Daarnaast wordt onder andere op pagina 19 gemeld dat het water kan worden gebruikt als vaar- of viswater. We maken u erop attent dat in alle publicaties tot dusver expliciet is aangegeven dat gemotoriseerde vaartuigen niet zijn toegestaan.

Overeenkomstig de reactie is de tekst aangepast: 'Maar het water kan ook recreatief worden gebruikt, bijvoorbeeld als viswater of vaarwater voor niet gemotoriseerde boten'.

  • Op pagina 29, 2e alinea, wordt melding gemaakt van mogelijke zachte dan wel harde sectorgrenzen op het Oosteinde. Een en ander afhankelijk van de gemeten verkeersintensiteiten op het Oosteinde. Deze maatregelen zijn in het Uitvoeringsconvenant Bouwlocatie Den Haag/Wateringen d.d. 6 juni 1995 genoemd. Op dit moment vinden echter gesprekken plaats tussen de gemeenten Westland en Den Haag en de OCWV over de vraag of genoemde maatregelen dienen te worden uitgevoerd en zo ja, op welke wijze ze worden uitgevoerd.
  • Op pagina 33 wordt melding gemaakt van de aanwezigheid de bovengrondse hoogspanningsverbinding (150 kV). Vanaf de Stadsboerderij (Bovendijk) gaat deze verbinding ondergronds tot aan de noordkant van het Oosteinde, nabij de Strijp. Wellicht is het aan te bevelen om dit tracé (via de Vogelenzanglaan) in het bestemmingsplan ook op te nemen.

Zie reactie onder ad 13.

  • Op pagina 35 wordt in de laatste alinea opgemerkt dat het waterpeil in het Vlietpark op 0,70 m beneden NAP ligt. Dient te worden gecorrigeerd in 0,80 m beneden NAP.

Overeenkomstig de reactie is het waterpijl waarover op pagina 35 in de laatste alinea wordt gesproken aangepast van 0,70m beneden NAP in 0,80m beneden NAP

  • De geluidskaart op pagina 42 is niet leesbaar. Graag ontvangt de OCWV de geluidskaart opnieuw.

Met het bestemmingsplan worden niet langer geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. Een geluidsonderzoek is daarom niet langer noodzakelijk en niet meer opgenomen in het bestemmingsplan.

  • Op pagina 46 worden de bestemmingen maatschappelijke doeleinden en woondoeleinden genoemd. Ten behoeve van de ontwikkeling van de locatie aan de Guido van Dethstraat (wijzigingsbevoegheid III) wil de OCWV graag meer duidelijkheid over welke functies en welke woondoeleinden toegestaan zijn.

De wijzigingsbevoegdheid die in het voorontwerpbestemmingsplan was opgenomen, is niet meer in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. De stedenbouwkundige kaders zijn op dit moment niet voldoende concreet om een wijzigingsbevoegdheid op te nemen.

  • Op pagina 53, artikel 22: Hier het ondergrondse tracé in de Vogelenzanglaan ook in mee te nemen.

Zie reactie onder ad 13.

  • Op pagina 55 het woord 'verder' schrappen in de volgende zin: "versnippering van detailhandel en horeca kan bovendien tot gevolg hebben dat het draagvlak voor dit winkelcentrum (verder) onder druk komt te staan.

Overeenkomstig de reactie is het woord 'verder' geschrapt in bovenstaande zin.

  • Op de bijgevoegde plankaart ontbreekt aan de Sylvain Poonstraat het door de OCWV gebouwde circulatiegemaal, dat uiteindelijk in eigendom overgaat aan het Hoogheemraadschap Delfland.

Overeenkomstig de reactie is het circulatiegemaal aan de Sylvain Poonstraat opgenomen op de plankaart en bestemd als Bedrijf-2.

De locatie aan de Guido van Dethstraat (wijzigingsbevoegheid III) wordt momenteel ontwikkeld. Hiervoor kunnen de volgende zaken opgenomen worden:

  • De mogelijkheid van een extra brug over het water t.b.v. een goede verkeersafwikkeling in de buurt.
  • Maximale bebouwingshoogte van 30 meter (10 lagen) met de vrijstellingsmogelijkheid tot 40 meter (12 lagen).

De wijzigingsbevoegdheid die in het voorontwerpbestemmingsplan was opgenomen, is niet meer in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. De stedenbouwkundige kaders zijn op dit moment niet voldoende concreet om een wijzigingsbevoegdheid op te nemen.