Plan: | Wateringse Veld - Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0172BWateringZd-50VA |
Veel archeologische waarden in de bodem van Den Haag zijn nog niet of slechts gedeeltelijk bekend. In gebieden waar de waarden niet bekend zijn maar waar de bodemopbouw de aanwezigheid van archeologische waarden mogelijk maakt, is sprake van een archeologische verwachting. Aan de hand van de Archeologische Waarden- en Verwachtingenkaart van de gemeente Den Haag, de Archeologische Monumentenkaart (AMK), de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van Zuid-Holland en lokale waardenkaarten zijn voor het plangebied de grenzen van het archeologisch waardevol gebied bepaalt.
Aan de kaarten van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland valt af te lezen dat de zuidelijke helft van het plangebied van Wateringse Veld-Zuid – aangegeven met een lichtgrijze tint – overwegend een lage kans op archeologische sporen kent. Volgens de kaart met de gecombineerde waarden is er binnen het donkergrijs aangeduide gedeelte ter hoogte van de vroegere loop van de Gantel (ter hoogte van het Oosteinde en iets ten noorden daarvan) een zeer grote kans op archeologische sporen. In het grijze gebied ertussen (Parkbuurt Oosteinde, het noordelijke deel van Eilanden en het deel van Lage Veld ten noorden van de Middenweg) bestaat een redelijke tot grote kans op archeologische sporen. De locatie van de 17e-eeuwse boerderij aan de Rijnerwatering is aangeduid als een terrein van hoge archeologische waarde. Voorafgaand aan de bouw van Wateringse Veld zijn dan ook vanaf 1996 verschillende archeologische opgravingen gedaan.
Binnen Parkbuurt Oosteinde is voor de aanvang van de bouwactiviteiten een inventariserend onderzoek verricht dat 8 vindplaatsen opleverde. Vier daarvan stammen uit het neolithicum, de vier andere uit de ijzertijd en de Romeinse tijd. Een aantal vondsten werden opgegraven omdat ze in verband met de inrichting tot woongebied niet behouden konden blijven. Voor de Oud- en Nieuw-Wateringveldsche Polder bestond voor het bouwrijp maken ervan de verwachting dat in dit gebied alleen neolithische vindplaatsen zouden worden aangetroffen. In het Oosteinde en omgeving werden vondsten uit de Late IJzertijd of de Romeinse tijd verwacht. Het gebied ten zuiden van de Middenweg werd een laag archeologisch potentieel toegedicht. Vindplaatsen werden lager dan 4 meter beneden NAP niet verwacht.
Vanaf 1996 zijn op verschillende plaatsen in het gebied opgravingen gedaan, vooral bij het Oosteinde en de Bovendijk. Daarbij zijn bewoningssporen uit de prehistorie, de Romeinse tijd en de late middeleeuwen aangetroffen. In het gebied zijn veel sporen uit de Romeinse tijd opgegraven, variërend van sporen van boerderijen tot complete greppelsystemen. Vlakbij het Oosteinde werden tijdens opgravingen de contouren van een complete boerderij van de Cananefaten zichtbaar. Niet ver daarvandaan werd een Romeinse weg blootgelegd. Maar de belangrijkste vondst werd gedaan in 1997: nabij het Oosteinde werd een viertal mijlpalen blootgelegd, naast de belangrijke weg die hier in de tweede eeuw na Christus is aangelegd. Deze mijlpalen hadden twee functies: bewegwijzering en promotiezuil voor de keizers die hun heldendaden op zulke palen lieten vastleggen. De mijlpalen zijn door 4 verschillende Romeinse keizers opgericht. De vondst van de 4 Romeinse mijlpalen vormt het voorlopige hoogtepunt. Nu staan replica's van deze mijlpalen opgesteld aan het Oosteinde ter hoogte van de Laan van Wateringse Veld. Ook op een andere plaats in Wateringse Veld-Zuid wordt de herinnering aan de Romeinse tijd levendig gehouden: op het vlakbij de mijlpalen gelegen Luchtenburgplein is een kinderspeelplaats ingericht in de vorm van een boerderij met een veekraal waar in voorbije tijden het vee ingedreven werd.