direct naar inhoud van 3.3 Groen
Plan: Wateringse Veld - Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0172BWateringZd-50VA

3.3 Groen

3.3.1 Beleidsplan Groen, Water en Milieu (2006-2010)

De provincie Zuid-Holland wil samen met andere overheden en maatschappelijke organisaties een schone, veilige omgeving én voldoende natuur- en recreatiemogelijkheden realiseren. Ruimtelijke en economische ontwikkelingen kunnen botsen met een gezonde leefomgeving; luchtverontreiniging, geluidhinder en slechte waterkwaliteit zijn de bedreigingen. Infrastructuur heeft positieve economische effecten, maar kan negatieve invloed hebben op de omgevingskwaliteit en veiligheid. De infrastructuur veroorzaakt barrières in natuur, landschap en stad.

De provincie wil met het beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010 deze problemen en ontwikkelingen het hoofd te bieden. Centraal in dit nieuwe plan staat het realiseren van een duurzame ontwikkeling: uitvoeren van de provinciale ambities op het gebied van natuur, water, rust, milieukwaliteit, gezondheid en veiligheid.

3.3.2 Groen kleurt de stad

In de nota "Groen kleurt de stad", Beleidsplan voor het Haagse groen 2005-2015, (Raadsbesluit d.d. 13 oktober 2005) is het groenbeleid van Den Haag weergegeven.

Dit beleid is verwoord in een tweetal doelstellingen:

  • 1. het beleidsplan biedt een kader voor duurzaamheid bij inrichting, beheer en gebruik van groen waarbij steeds meer sprake zal zijn van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van beheerder en gebruiker.
  • 2. het beleidsplan biedt een raamwerk waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt bij ruimtelijke ingrepen die van invloed zijn op het groen in de stad en bij veranderende maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de functies van het groen.

Deze doelstellingen zijn vertaald in vier ambities:

  • 1. ruimte voor groen in en om de stad;
  • 2. aandacht voor toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen;
  • 3. duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen;
  • 4. samen het groen beheren.

Op grond van de aanwezige betekenissen en waarden zijn grote delen van het groen in Den Haag van bijzonder belang voor de kwaliteit, de identiteit en de belevingswaarde van de stad alsmede voor de kwaliteit en de verspreidingsmogelijkheden van planten en dieren. Deze vormen gezamenlijk de Stedelijke Groene Hoofdstructuur. Inzet is deze stedelijke groenstructuur duurzaam in stand te houden en waar mogelijk te versterken. Slechts in uitzonderlijke gevallen waarbij de ambitie, zoals neergelegd in de "Structuurvisie 2020" in het geding is, wordt een incidentele heroverweging niet uitgesloten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0172BWateringZd-50VA_0003.jpg"

Afbeelding 4: Stedelijke Groene Hoofdstructuur

De Rijnwateringzone, de blauwgroene zone aan de oostzijde van het plangebied, maakt als ecologische verbindingszone onderdeel uit van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur (zie onder). Ook de boombeplanting aan de Laan van Wateringse Veld maakt deel uit van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur.

3.3.3 Nota Stedelijke Ecologische Verbindingszones 2008-2018

In de Nota Stedelijke Ecologische Verbindingszones 2008-2018 is de Stedelijke Ecologische Hoofdstructuur van Den Haag aangegeven. Deze structuur sluit aan op de provinciale en nationale ecologische hoofdstructuur. De Stedelijke Ecologische Hoofdstructuur bestaat uit kerngebieden (de grote groengebieden) met daartussen de ecologische verbindingszones. De verbindingszones bestaan uit zo veel mogelijk aaneensluitend wijk- en buurtgroen. Er zijn twaalf ecologische verbindingszones in de stad onderscheiden. Per verbindingszone zijn het ambitieniveau, streefbeelden, doeltypen, doelsoorten, biotoopwensen en inrichtingseisen aangegeven.

In de Nota Stedelijke Ecologische Verbindingszones is de Rijnwateringzone (ook wel Natuurtheater genoemd) aangewezen als ecologische verbindingszone. Deze zone is tijdens de ontwikkeling van de VINEX-lokatie Wateringse Veld aangelegd. De Rijnwateringzone is een essentieel onderdeel van de natte/vochtige noord-zuid verbinding tussen de kust en het achterland (Midden Delfland). Het beeld wordt bepaald door waterpartijen (sloten) met moerasstroken die een aanvullende bijdrage moet leveren aan het zuiveren van het oppervlakte water, een rietzone en vochtig hooiland in combinatie met struweel-, mantel- en zoomvegetaties van vochtige broekbossen op voedselrijke bodems (klei). Doelsoorten zijn vroege glazenmaker, bittervoorn, kleine modderkruiper, rugstreeppad, (ringslang), waterspitsmuis, watervleermuis, bunzing, waterral, sprinkhaanzanger en ijsvogel.