Plan: | Rustenburg - Oostbroek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0169BRustenburg-50VA |
In deze paragraaf wordt een beschrijving van de huidige situatie van het plangebied, zowel in ruimtelijk-stedenbouwkundig als in functioneel opzicht, gegeven. In ruimtelijk-stedenbouwkundig opzicht wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan de ruimtelijke hoofdstructuur, en het bebouwingsbeeldmonumentale gebouwen, archeologie, de verkeerssituatie en bereikbaarheid van de wijk, openbare ruimte, groen en water. De functionele subparagrafen behandelen thematisch de verschillende functies in de wijk. Per functie is aangegeven waar deze is gevestigd en welke bijzonderheden of knelpunten er gesignaleerd zijn.
Figuur 3:
Rustenburg-Oostbroek ligt in het stadsdeel Escamp en maakt deel uit van de 'planmatige uitbreidingen' die gebouwd zijn aan het begin van de 20ste eeuw. De wijk heeft een herkenbaar eigen gezicht. Op belangrijke punten van de wijk zijn gebouwen hoger en imposant vormgegeven en voorzien van rijkere elementen. De wijk is opgezet langs een aantal grote verkeersstraten die voor het ontwerp van de wijk werken als spiegel- of symmetrieassen. Belangrijke assen die de randen van het plangebied markeren, zijn de Loosduinsekade/Loosduinseweg, De la Reyweg en de Soestdijksekade. In de wijk Rustenburg-Oostbroek zelf worden de hoofdassen gevormd door de Dierenselaan, Apeldoornselaan en Escamplaan enerzijds, en de Zuiderparklaan anderzijds.
De spiegel- of symmetrieassen versterken het gevoel van een doordachte, vormgegeven, woonomgeving. Het samenspel tussen architectuur en stedenbouw blijkt ook uit de aandacht in de architectuur voor de vorm van het totale bouwblok. Niet meer ontstaat een blok door de schakeling van apart ontworpen woningen, het bouwblok wordt als één geheel vormgegeven en gemaakt. Dat is goed te zien aan de opbouw van blokken die vaak een middendeel laten zien met aan beide einden een opvallend uitgewerkte kop. Hoge elementen zoals torens, rijzen daar uit het verder horizontale bouwblok op. De gevelwanden zijn grotendeels gesloten. Vrijwel alle bebouwing is gericht op de weg, waardoor er (soms zeer grote) binnenterreinen zijn ontstaan. Die binnenterreinen zijn meestal ingericht als achtertuin, maar soms zijn er opslagruimtes gebouwd of zijn zij ingericht als sportvoorziening.
Rustenburg
De wijk Rustenburg is te verdelen in twee buurten, die elk een eigen karakter en opzet hebben. In Rustenburg I en II (ten noorden van de Escamplaan gelegen) is de bouw omstreeks 1924 begonnen en omstreeks 1927 voltooid. De randbebouwing van deze buurt bestaat uit portiekflats van drie bouwlagen. De hoge rand is ter plaatse van de Gooilaan en het sportterrein aan de Escamplaan naar binnen toe omgezet. De Gooilaan is aangelegd rond de oude oprijlaan naar de boerderij Rustenburg. Deze laan wordt geflankeerd door twee sloten en vier rijen bomen. Ter plaatse van de boerderij werd een sportterrein aangelegd. Het sportterrein wordt omringd door scholen en een badhuis. In de ingesloten gebieden liggen vier verschillend vormgegeven binnenpleintjes met bebouwing van één bouwlaag met kap en twee bouwlagen (gedeeltelijk met kap). De pleintjes maken deel uit van straten: ze worden gevormd door in elkaar grijpende L-vormige bouwblokken of door een verbreding van de straat.
Rustenburg III, gelegen ten zuiden van de Escamplaan, heeft een formelere en monumentalere structuur. Ook dit gebied wordt omsloten door hogere bebouwing (portiekflats van drie bouwlagen). Het binnengebied wordt ontsloten door de Bilthovenselaan die van twee kanten diagonaal op het rechthoekige Blaricumseplein aansluit. Langs deze laan en het plein is de bebouwing van drie bouwlagen voortgezet. De resterende binnengebieden zijn op afwisselende wijze ingevuld met lagere bebouwing (eengezinswoningen en portiekwoningen van twee bouwlagen en een kap).
Oostbroek
De wijk Oostbroek is zowel stedenbouwkundig als architectonisch uniformer dan Rustenburg. Zij wordt omgeven door brede wegen: de Loosduinseweg, De la Reyweg, Soestdijksekade en Zuiderparklaan. Vanuit de wijk Rustenburg gaat de Escamplaan via een vork over in de Apeldoornselaan en de Dierenselaan. In de straten van de binnengebieden zijn op Berlagiaanse wijze door middel van pleintjes, verbredingen en middenperken accenten aangebracht. Vrijwel alle bebouwing bestaat uit portiekflats van drie bouwlagen. Langs de Soestdijksekade is de bouwhoogte vergroot door de toepassing van kappen en hoekaccenten van vier bouwlagen.
Het kruispunt van de Zuiderparklaan en de Escamplaan/Apeldoornselaan is zeer royaal van opzet. Het profiel van de Zuiderparklaan is daar verruimd door het terugleggen van de bouwblokken. De hoeken van deze bouwblokken zijn met een zeer ruime boog afgerond. Ook bij de vorksplitsing van de Dierenselaan en Apeldoornselaan heeft men afgeronde bebouwing gebruikt.
Vanwege het diagonale tracé van het Laakkanaal sluiten de hoofdstraten van de wijk onder een hoek aan op de Soestdijksekade. Om deze draaiingen goed vorm te geven zijn bij de samenvoeging van de Zuiderparklaan en Soestdijksekade en de De la Reyweg en Soestdijksekade rechthoekige pleinen ontworpen met overhoeks aansluitende straten.
Om het Veluweplein, bij de samenvoeging van de De la Reyweg en Soestdijksekade, goed te kunnen vormgeven heeft men het stedenbouwkundig plan van de zuidwestelijke hoek van de wijk Transvaal aangepast en het plan ter beëindiging van de kop van de bebouwing tussen de Hoefkade en Marktweg herzien door middel van de 'verordening Hoefkade'.
De bebouwing in de wijk Rustenburg-Oostbroek is over het algemeen drie bouwlagen hoog (9 à 10 meter), soms met een kapverdieping. Het overwegend voorkomende woningtype is de portiekwoning waarbij zes woningen van één gezamenlijke portiek gebruikmaken. In de portiek geven twee deuren op de begane grond toegang tot de woningen op de begane grondlaag en zorgt een trap voor de toegang tot een bovenportiek alwaar zich vier deuren bevinden die toegang verschaffen tot de bovenwoningen. De architectuur van de woningen wordt gekenmerkt door karakteristieke erkers, glas-in-loodramen en bijzondere kozijnen.
Uitzonderingen op de overwegende bebouwingskarakteristiek zijn de volgende bebouwingsclusters. In de wijk Rustenburg:
In de wijk Oostbroek:
Woonschepen Soestdijksekade
Aan de Soestdijksekade liggen tussen de Escamplaan en de Breukelensestraat (3 woonschepen) en tussen het Soesdijkseplein en het Veluweplein (30 woonschepen) in totaal 33 woonschepen. De woonschepen liggen in één lange rij parallel aan de kade, waardoor het zicht vanaf het openbare gedeelte van kade over een grote lengte geblokkeerd wordt. De afstand tussen de schepen onderling is beperkt en is veelal niet groter dan 1 tot 2 meter. De meeste schepen liggen vrijwel direct aan de kade waardoor het water niet meer te ervaren is. In de loop der tijd zijn de woonschepenbewoners meer en meer de kade als hun 'tuin' gaan gebruiken.
Op de kade komen bergingen, bloembakken en tuinmeubilair voor. De privatisering van de kade wordt op enkele plekken nog eens versterkt doordat een omzoming met afscheidingen heeft plaatsgevonden. Om de wildgroei in het gebruik van de wal en kades tegen te gaan heeft de gemeente beleid ontwikkeld en dit vastgelegd in de nota 'Bij het wonen op het water' en in de 'Verordening op de binnenwateren'. In paragraaf 3.6 is dit beleid omschreven. In paragraaf 5.2 is aangegeven hoe het beleid vertaald is in de regels van onderhavig bestemmingsplan.
In de wijk zijn enkele bijzondere architectonisch-stedenbouwkundige ensembles te onderscheiden die niet alleen ruimtelijk, maar ook functioneel gezien markante elementen in de wijk vormen.
Carré Naarderstraat – Escamplaan
Dit gebouwencomplex ligt in het gebied tussen de Escamplaan, de Naarderstraat, de Hilversumstraat en de Weesperstraat. Aan de Escamplaan is een duidelijk forsere bouwmassa gesitueerd. Het gebouwencomplex neemt een bijzondere positie in op de as van de Gooilaan en de Tienhovenselaan die beiden gekenmerkt worden door een grotere breedte en groene inrichting. In het verleden was het blok open aan de zijde van de groenvoorziening in de Gooilaan. Door vernieuwing van de wand aan de zijde van de Hilversumsestraat is die opening dichtgezet, waardoor het binnengebied van het openbare gebied is afgesneden. Het blok wordt gekenmerkt door een symmetrische opbouw rondom de as Gooilaan - Tienhovenselaan met een hoogteaccent op deze as aan de Escamplaan. Ook de functies in het blok wijken af van de omringende blokken. Aan drie zijden vinden we bijzondere functies waaronder, twee scholen, een kinderdagverblijf, een peuterspeelzaal, een multifunctioneel centrum, naschoolse opvang, een zwembad en een zorgvoorziening voor gehandicapten. Slechts de wand van de Hilversumsestraat wordt door woningen ingenomen.
Zichtlijn vanuit de Escamplaan op de kerk op de hoek Apeldoornselaan/Dierenselaan
De breed opgezette Escamplaan biedt in noordoostelijke richting een fraaie zichtlijn op de kerk in de vork van de Apeldoorselaan/Dierenselaan. Het kruispunt Zuiderparklaan/Escamplaan/Apeldoornselaan is stedenbouwkundig sterk vormgegeven door de afrondingen op de hoeken. In de middenbermen zijn kiosken geplaatst die zorgen voor een levendig straatbeeld.
Zichtlijn vanuit de Wapenveldestraat op het scholencluster aan de Nijkerklaan
Kenmerkend voor de zichtlijn is de symmetrie in bebouwing, en inrichting van de openbare ruimte. De zichtlijn kijkt uit op het karakteristieke scholencomplex aan de Nijkerklaan, dat gebouwd is met veel kenmerken van de Amsterdamse School. Een poortgebouw scheidt de twee schoolgebouwen en biedt toegang tot de sportvelden van voetbalvereniging Quick Steps. Naast het voetbalveld zijn er tennisvelden, speel- en groenvoorzieningen aangelegd. Aan de zijde van de Doorwerthstraat staat een éénlaags kleuterschoolgebouw.
Dit gebouw heeft een semi-permanente uitstraling en komt de beeldkwaliteit aan de groenvoorziening niet ten goede. Aan de zijde van de Harderwijkstraat is een zorgcomplex gelegen. Dit complex is aan de zijde van de groenvoorziening 6 lagen hoog. Om een betere ruimtelijk-stedenbouwkundige inpassing van het complex te krijgen, en tegelijkertijd een uitbreiding van het complex te bewerkstelligen, heeft de gemeente stedenbouwkundige randvoorwaarden opgesteld voor de herontwikkeling van deze locatie. Deze herontwikkeling is in onderhavig bestemmingsplan mogelijk gemaakt (zie hoofdstuk 5). Het sportterrein is ruim opgezet, het royale speelplein aan de voorzijde van de school is fraai heringericht, al zijn er door het openbare karakter van het plein wel problemen met hanggroepen die soms voor overlast zorgen en vernielingen veroorzaken.
De bebouwing op de hoek Apeldoornselaan/Loosduinsekade
Komende vanuit het centrum vormen het kantoorgebouw van Mesbach en de voormalige bioscoop op de hoek Apeldoornselaan/Loosduinsekade een markante aanblik. Deze gebouwen markeren de entree van de Apeldoornselaan, en deze poortfunctie zal met de komst van Randstadrail nog versterken.
In het plangebied Rustenburg-Oostbroek komen geen Rijksmonumenten, provinciale en gemeentelijke monumenten voor.
De wijk Rustenburg-Oostbroek ligt in het zuidwesten van Den Haag. Over het algemeen is de wijk door haar vrij centrale ligging in het stedelijk infrastructuurnetwerk, goed bereikbaar. In deze subparagraaf wordt de huidige verkeersstructuur beschreven. Daarnaast worden knelpunten genoemd, en worden bestaande pijplijnplannen die met onderhavig bestemmingsplan mogelijk gemaakt worden, kort aangestipt.
Autoverkeer
Den Haag heeft van oudsher een rastervormig stelsel van hoofdwegen. De wijk Rustenburg-Oostbroek is opgezet langs een aantal van deze belangrijke verkeersstraten: de De la Reyweg, de Loosduinsekade, de Escamplaan/Apeldoornselaan en de Zuiderparklaan.. De Loosduinsekade en een deel van, en de Soestdijksekade (tussen de Moerweg en de Vreeswijkstraat), hebben een functie op stadsgewestelijk niveau. Deze zogenaamde stedelijke hoofdwegen kennen een hoge intensiteit en een groot percentage doorgaand verkeer. Het profiel van de stedelijke hoofdwegen is dusdanig dat het is ingericht op de doorstroming en bestaat doorgaans uit twee door een (brede) middenberm gescheiden rijbanen van twee rijstroken elk. In tegenstelling tot de stedelijke hoofdwegen hebben de gebiedsontsluitingswegen alleen een functie voor verkeer van een bepaalde wijk. De overige gebiedsontsluitingswegen in het gebied zijn de De la Reyweg, Zuiderparklaan, Escamplaan, Apeldoornselaan en de Dierenselaan. Al deze wegen kennen een snelheidsregime van 50 km/uur. Alle overige straten zijn 30 km/uur of moeten nog als zodanig worden ingericht.
Vanuit het zuiden (Rotterdam, Delft, Rijswijk) is de wijk goed te bereiken via de stedelijke hoofdwegen Prinses Beatrixlaan, Moerweg en Soestdijksekade. Vanuit het Westland wordt het autoverkeer via de Escamplaan, Houtwijklaan, Oude Haagweg en Loosduinsekade het gebied ingeleid. De bereikbaarheid vanuit de wijken in het noorden van Den Haag en Scheveningen is minder goed door het ontbreken van snelle routes die de kust en de noordelijke wijken verbinden met zuidoost.
Interne ontsluiting
Dankzij de verdergaande bundeling van autoverkeer kan het doorgaande verkeer uit de wijken geweerd worden. Hierdoor ontstaan verblijfsstraten. Vrijwel alle binnengebieden achter de stedelijke hoofdwegen in het gebied Rustenburg-Oostbroek zijn ingericht als verblijfsstraat. Alleen de gebiedsontsluitingswegen (Loosduinsekade, Soestdijksekade, De la Reyweg, Zuiderparklaan, Escamplaan, Apeldoornselaan en de Dierenselaan'hebben nog een duidelijke verkeersfunctie. Deze wegen kennen dan ook de grootste verkeersintensiteit.
De rest van de gebieden is of wordt ingericht als 30 km/uur-gebied waarbij de belangrijkste uitgangspunten voor de inrichting van deze gebieden aansluiten op de doelstellingen uit het verkeersbeleid en het beleid voor de inrichting van de openbare ruimte.
Parkeren
De parkeerdruk in Rustenburg-Oostbroek is hoog. In de wijk, gebouwd in de jaren 30, kan niet worden voldaan aan de huidige parkeerbehoefte, ondanks het feit dat steeds meer openbaar groen en openbare ruimte zijn opgeofferd voor parkeerplaatsen. Het huidige tekort aan parkeermogelijkheden leidt onder andere, tot het parkeren op plaatsen waar dit niet is toegestaan (bijvoorbeeld op hoeken waar dit hinderlijk en gevaarlijk is). Daarnaast leidt dit tot veel “zoekverkeer” in de wijk en kunnen bewoners de auto vaak slechts op relatief grote afstand van de eigen woning parkeren.
Waar mogelijk, wordt meegelift met bouwplannen die de mogelijkheid bieden om extra parkeerplaatsen voor de buurt te realiseren. Zo worden extra plaatsen voor de buurt gerealiseerd in de bouwplannen voor het Zorgcentrum Harderwijkstraat en het Carré Escamplaan (zie verder paragraaf 3.4.7 en hoofdstuk 5). Deze extra plaatsen zijn echter onvoldoende om het tekort aan plaatsen in de wijk geheel op te heffen. Om de hoge parkeerdruk te verminderen, de leefbaarheid en bereikbaarheid van de wijk te verbeteren, is besloten tot regulering van het parkeren, bestaande uit de invoering van betaald parkeren. Naast voorgaande maatregelen is besloten om op een beperkt aantal plekken in de wijk nog een aantal extra parkeerplaatsen op straat aan te leggen
Openbaar vervoer
De wijk Rustenburg-Oostbroek is vanuit het centrum en de omliggende wijken goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Vrijwel de gehele wijk heeft een goede haltedekking: bijna alle woonblokken liggen op een afstand van minder dan 400 meter van een openbaar vervoerhalte. Door de wijk lopen drie tramlijnen en drie buslijnen: RandstadRail 4, tramlijnen 2 en 6, buslijnen 20, 25 en 26. Daarnaast is er op de kruising Loosduinseweg/ De la Reyweg de mogelijkheid om op of over te stappen op tramlijn 12.
De aanleg van RandstadRail via de Apeldoornselaan en de Escamplaan als hoogwaardige vorm van openbaar vervoer is een grote verbetering van het openbaar vervoer van en naar Rustenburg-Oostbroek (meer directe verbindingen en ook met de regio). Hiermee heeft Randstadrail de bundel streekbuslijnen tussen de het Westland en het centrum van Den Haag vervangen en is de verkeershinder ten gevolge van bussen op de Escamplaan en Apeldoornselaan afgenomen. Daarnaast blijft de tramlijn via de Dierenselaan bestaan, die echter wel een meer lokale functie heeft gekregen.
Langzaam verkeer
De gemeente heeft in Rustenburg-Oostbroek geld besteed aan de aanleg van fietspaden, en doet dat ook in andere delen van Den Haag om te zorgen voor een goed en uitgebreid (regionaal) fietsnetwerk. Het Regionaal Fietsnetwerk Haaglanden is een netwerk van bestaande en doorgaande regionale fietsroutes met een maaswijdte van 1,5 tot 4 kilometer. Met deze hoogwaardig ingerichte of nog in te richten fietsroutes worden bestaande en nieuwe wijken met elkaar verbonden. De route Dierenselaan/Apeldoornselaan/Escamplaan en de route Loosduisekade/Oude Haagweg maken onderdeel uit van de hoofdfietsroutes tussen het centrum, Den Haag Zuidwest en het Westland. De fietsroute langs de Soestdijksekade direct ten zuiden van het plangebied maakt eveneens onderdeel uit van het hoofdroutenetwerk en vormt de verbinding tussen Kijkduin/Duindorp en Moerwijk/Rijswijk.
Een probleem vormt het stallen van de fiets bij de woning. Bij de opzet van de wijk is onvoldoende rekening gehouden met stallingsmogelijkheden voor fietsen binnenshuis, waardoor hekwerken en lantaarnpalen veelal gebruikt worden als alternatief voor een fietsenrek. Op sommige plekken zijn recentelijk fietsenbeugels geplaatst. Maar er is ook behoefte aan buurtstallingen en stallingsplaatsen bij openbaar vervoerhaltes.
Aan de hand van het wijkfietsparkeerplan is inmiddels een groot aantal fietsbeugels in de wijk geplaatst, en het is de bedoeling dat er meer volgen.
In de directe omgeving van het plangebied hebben veel, maar relatief kleine, bedrijven met bodembedreigende activiteiten hun vestiging (gehad). Het gaat hierbij om chemische wasserijen, garagebedrijven, drukkerijen, brandstofhandelaren, fiets-, bromfiets- en motorenreparatiebedrijven, metaalconstructiebedrijf, een verfspuitgerij en benzinestations. Bij een beperkt aantal woningen, woongebouwen en scholen hebben ondergrondse huisbrandolietanks gelegen.
In het plangebied en in de directe omgeving ervan zijn een beperkt aantal bodemonderzoeken uitgevoerd in verband met aangetroffen verontreinigingen, herinrichting en/of bouwplannen. Op een aantal locaties is de bodem verontreinigd met minerale olie ten gevolge van lekkage/morsingen bij de bedrijfsactiviteiten van de garagebedrijven en benzinestations. Ter plaatse van het benzineservicestation aan de Vierhoutenstraat is mogelijk een geval van ernstige bodemverontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten aanwezig. De verontreiniging ter plaatse is nog niet volledig in beeld gebracht. Bij het voormalige benzinestation aan de Nunspeetlaan 207 is een geval van ernstige bodemverontreiniging aanwezig met minerale olie. Dit geval van bodemverontreiniging is vastgelegd in de een ontwerpbeschikking “ernstig niet-urgent” (OENU 6620004, d.d. 2 november 2005). Verder liggen in het plangebied nog diverse oude (voormalige)benzineservicestations en ook een aantal auto-, motoren- en fietsreparatiebedrijven waarbij nog geen bodemonderzoek heeft plaatsgevonden.
De meeste ondergrondse huisbrandolietanks bij woningen, woongebouwen en scholen zijn ondertussen verwijderd. Ten gevolge van lekkage van deze tanks is op een beperkt aantal locaties bodemverontreiniging opgetreden. Op geen van deze locaties is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hiervan is sprake bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3 grondwater. Tijdens de tanksanering heeft op de meeste locaties tevens een bodemsanering plaatsgevonden.
Naast een groot aantal garagebedrijven, brandstofhandelaren, drukkerijen en schildersbedrijven, heeft in het plangebeid ook een groot aantal chemische wasserijen een vestiging (gehad). Op de locatie Voorhuizenstraat 194 is een geval van ernstige bodemverontreiniging met oplosmiddelen aanwezig. Voor dit geval van bodemverontreiniging is op 15 juni 2005 een beschikking “ernstig en urgent”” genomen, de sanering van deze verontreiniging moet voor 2015 starten. Naast deze chemische wasserij zijn op de volgende adressen chemische wasserijen gevestigd geweest: Apeldoornselaan 21, Beekbergenstraat 20, Dierenselaan 133 en 157, Eerbeeklaan 28, Escamplaan 26, Heelsumstraat 112, Loosduinsekade 335, Nunspeetlaan 428, Schaarsbergenstraat 49, Soestduinsekade 718 en Zuiderparklaan 62, 188 en 246. Geen van deze verdachte locaties zijn nog onderzocht.
Zeer plaatselijk is in de wijk een ophooglaag (bestaande uit puin en sintels) aangetroffen welke verontreinigd is met metalen en teerachtige stoffen.
Uit de bodemkwaliteitskaart gemeente Den Haag blijkt dat de bovengrond (0-0,5 m-maaiveld) in het plangebied gemiddeld licht verontreinigd is met zware metalen (met name lood en zink) en PAK (teerachtige stoffen). In de diepere bodemlagen worden geen verontreinigingen aangetoond.
Op veel verdachte deellocaties in het plangebied heeft nog geen bodemonderzoek plaatsgevonden. Voor die delen van het plangebied waar herinrichting en/of nieuwbouw plaatsvindt en waar nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en eventueel gesaneerd moeten worden.
De archeologische verwachting of waarde van een gebied wordt mede bepaald door de mate van verstoring van de bodem ter plekke. In stedelijke context, met een bouwgeschiedenis die soms eeuwen overspant, is die bijna altijd aanzienlijk. Dat geldt ook in hoge mate voor het noordelijk deel van het bestemmingsplangebied, het deel dat door de strandwal in beslag wordt genomen. Voor een strandwal liggen de straten hier opmerkelijk laag: ruim onder 1 meter + NAP. Dat vindt zijn oorzaak in het feit dat het terrein in het verleden is afgezand. Dat is gebeurd vanaf de 17e eeuw, toen de Loosduinsche Vaart gegraven was en het zand ook kon worden afgevoerd. Een en ander betekent dat cultuurniveaus uit de prehistorie en Vroeghistorische periode hoogstwaarschijnlijk verdwenen zullen zijn. Daarom geldt voor de strandwal hier een lage archeologische verwachting Uitzondering hierop vormen de twee genoemde hofsteden, Oostbroek en Rustenburg. Deze zijn tot in de 20ste eeuw in gebruik gebleven. De kans dat er nog resten van de bodem aanwezig zijn onder de huidige bebouwing is tamelijk groot, zeker gezien het feit dat hier voorafgaande aan de nieuwbouw ophoging met bouwzand heeft plaatsgevonden. Archeologisch gezien zijn deze hofsteden niet onbelangrijk. Het gaat waarschijnlijk om ontginningsboerderijen, met een mogelijke middeleeuwse datering. Veel is daar nog niet over bekend. Als er nog gegevens over in de bodem verborgen zitten, moet daar zorgvuldig mee worden omgegaan. De twee boerderijplaatsen met hun directe omgeving hebben daarom een hoge archeologische verwachting. Aan het veengebied in het zuiden van het plangebied ten slotte moet weer een lage verwachting worden toegekend.
Het bestemmingsplangebied Rustenburg-Oostbroek kent dus twee terreinen met een hoge verwachting. Daarom moet op die locaties bij nieuwe initiatieven ter plekke die met grondverzet gepaard gaan, altijd archeologisch vooronderzoek worden uitgevoerd om de daadwerkelijke archeologische waarde te bepalen en om te beoordelen wat moet worden gedaan om die waarden tot hun recht te laten komen.
De openbare ruimte is mede door de overwegend gesloten gevelwanden (vrij) stedelijk en stenig van karakter. De opzet van met name de hoofdassen, waar soms trambanen, gescheiden rijbanen voor gemotoriseerd verkeer, parkeerstroken en vrijliggende fiets- en voetpaden het profiel vormen, is ruim, waardoor de opzet van de wijk toch niet al te dicht lijkt.
Op plaatsen waar (hoofd)straten samenkomen is naast een accentuering in bebouwing een verbijzondering in de openbare ruimte in de vorm van pleinruimtes aangebracht. Pleinruimtes als het Veluweplein, Soestdijkseplein, de hoek Apeldoornselaan / Dierenselaan en de kruising Apeldoornselaan/Zuiderparklaan, zijn royaal van opzet en bieden ruimte aan het plaatsen van groenvoorzieningen.
De woonstraten kennen over het algemeen een smaller profiel. Doorgaans bestaat de woonstraat uit een rijbaan met aan weerszijde een stoep en aan één zijde een parkeerstrook. Doordat hierdoor de parkeercapaciteit beperkt is en de woningdichtheid erg hoog, levert dit vaak parkeerproblemen op. Soms zijn er tussen de stoepen en de bebouwingswanden voortuinen gesitueerd die voor een groene afwisseling in de stenige omgeving zorgen.
Bij de aanleg van de wijk Rustenburg-Oostbroek zijn de groenvoorzieningen gelijkmatig over de wijk verdeeld in de vorm van plantsoenen en groene middenbermen voor de brede hoofdverkeersassen. De aanwezige groenstructuren zijn in hun opzet redelijk bewaard gebleven. De middenassen van de doorgaande wegen zijn echter onevenwichtig ingericht met afwisselend grasperken, verhardingen voor parkeren en vakken met heesters. Dit doet afbreuk aan het monumentale effect van de doorgaande zichtas.
De wijk heeft vier plantsoenen die een stedenbouwkundige eenheid vormen met de omringende bebouwing:
Voor veel plantsoenen en groenassen in de wijk geldt dat te hoog opgeschoten en onverzorgde beplanting afbreuk doet aan de kwaliteit als kijkgroen. Het plantsoen aan de Larensestraat refereert daarentegen uitstekend aan de oorspronkelijke opzet en kan als voorbeeld gelden. De gemeente is bezig het groen aan te pakken. Op diverse plekken zijn de groenvoorzieningen verbeterd en ook de groenassen beginnen meer en meer vorm te krijgen. Een goed voorbeeld is de herinrichting van de Hattemlaan, waar naast nieuwe bomenrijen ook ruimte voor parkeren is voorzien.
Oppervlaktewater komt in het plangebied alleen voor in het plantsoen aan de Gooilaan. Dit water heeft een historische achtergrond: oorspronkelijk was de Gooilaan namelijk de oprijlaan naar boerderij Rustenburg, die werd geflankeerd door twee sloten en vier rijen statige bomen. De huidige waterpartijen refereren daaraan.
Aan de randen van het plangebied lopen het Laakkanaal en de Loosduinsevaart. Het Laakkanaal is oorspronkelijk bedoeld als verbinding tussen de Laakhavens, de Loosduinsevaart en de haven van Scheveningen. De Loosduinsevaart is na de aansluiting van het Laakkanaal (Soestdijksekade) gedeeltelijk gedempt. Ten noorden van de wijk Rustenburg is zij echter behouden voor de aanvoer van bouwmaterialen en kolen.
In het plangebied ligt een afvalwatertransportleiding. De veiligheidszone waarbinnen geen bebouwing is toegestaan, anders dan ten behoeve van de leiding zelf, is gesteld op 10 meter.