Plan: | Westeinde e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0082EWesteinde-50VA |
Het voorontwerp van het bestemmingsplan heeft, ter voldoening aan de gemeentelijke inspraakverordening, ter inzage gelegen van 28 augustus tot en met 8 oktober 2008. Er zijn drie reacties binnengekomen.
Vincentius Vereniging 's-Gravenhage, Westeinde 165, 2512 GX Den Haag
De Vincentiusvereniging Den Haag is o.a. eigenaar van het Stadsklooster aan het Westeinde alhier. In de bijlage is een kadastraal overzicht gevoegd van de betreffende gebouwen. Het voorontwerp bestemmingsplan dat tot en met 8 october ter inzage gelegd is, brengt ons tot de volgende reactie:
Algemeen
In toelichting op het voorontwerp wordt nergens gewag gemaakt van het stadsklooster aan het Westeinde 101. Dit klooster (voorheen het herenhuis Swanesteyn) wordt bewoond door de broeders van Maastricht, voormalig onderwijzers aan diverse LO scholen in Den Haag.
De Vincentiusvereniging 's-Gravenhage indertijd (1850) dit klooster laten bouwen. Naast dit klooster is de Carolusschool gevestigd, waar voornoemde broeders voorheen (gedeeltelijk) het onderwijs voor hun rekening namen. Het klooster bezit ook een tuin die grenst aan de speelplaats van de Carolusschool. Het klooster met bijbehorende gebouwen heeft een religieuze, maatschappelijke en culturele functie. Zo maken een aantal migrantenkerken gebruik van de kapel en de aanpalende ruimte (In de toelichting wordt verwezen naar de nota “gebedsruimte in Den Haag”, waarin gesproken wordt van een toename van de vraag naar gebedsruimte). Maar ook wordt een gedeelte verhuurd aan de stichting MARA, voorheen KASO geheten. Het straatpastoraat heeft hier iedere vrijdag zijn bijeenkomsten. En verschillende ruimtes worden regelmatig verhuurd aan maatschappelijke en culturele instellingen en organisaties. Onder het kopje levensovertuiging staan niets over de broeders van Maastricht die het klooster momenteel huren incl. de Kloostertuin.
Op termijn zullén de broeders van Maastricht het klooster verlaten. De Vincentiusvereniging 's-Gravenhage en de broeders van Maastricht zoeken nu naar wegen om het klooster zoveel mogelijk naar zijn oorspronkelijke opzet te bestemmen. Onder leiding van een stuurgroep worden momenteel plannen ontwikkeld die gevolgen hebben voor het gebruik van de ruimten van het klooster. Voor de korte termijn is er sprake van opknappen van ruimten en op lange termijn van uitbreiding (door nieuwbouw en verbouwing).
Op korte termijn gaat het om aanpassingen en opknappen van (bestaande) ruimten voor de volgende geplande activiteiten:
Op lange termijn wordt toegewerkt naar een sociaal, cultureel, spiritueel centrum waarin verschillende functies gerealiseerd moeten kunnen worden. Zo wordt er gedacht aan:
Voor de lange termijn is daarom nieuwbouw en uitbreiding voorzien.
De eventuele nieuwbouwplannen (inclusief uitbreiding) zijn op te delen in drie stappen, van klein naar groot:
Stap 1. sloop en nieuwbouw 'Puist': de benaming voor het gedeelte van het klooster + aangrenzende grond dat dwars op de Korte Vleerstraat staat.
Stap 2. uitbreiding bebouwing in gebied 'Puist'
Stap 3. grote uitbreiding langs kloostermuur a.d. kant van de 'Puist' (bijvoorbeeld met parkeren op begane grond en nieuwbouw op verdieping (zie bijgevoegde schetsen)
Gewenste aanpassingen bestemmingsplan
Op de tekening is de kloostertuin gearceerd en bestemd voor maatschappelijke doeleinden. Momenteel wordt onderzocht hoe de kloostertuin met de bijbehorende gebouwen opgeknapt kan worden en beschikbaar kan komen voor de geplande activiteiten (o.a. tuin van geloven). Op termijn wordt bekeken of er een samenwerking mogelijk is met het aangrenzende gemeentegroen, mede ook in verband met verbetering van de toegang tot het complex (om de speelplaats van de school te ontzien).
Reactie
In paragraaf 2.3.4.5 van de toelichting zijn de broeders van Maastricht vermeld. Ten behoeve van vervangende nieuwbouw, op lange termijn, is ervoor gekozen een bebouwingspercentage toe te kennen aan een ruimer bouwvlak dan de huidige bebouwing feitelijk beslaat. De combinatie van een ruim bouwvlak en bebouwingspercentage maakt weliswaar geen uitbreiding van het brutovloeroppervlak mogelijk maar anticipeert op vervangende nieuwbouw op lange termijn en biedt enige flexibiliteit. Vanwege de belangrijke groenfunctie voor het klooster zelf en het naastgelegen park is de kloostertuin als Tuin bestemd en als zodanig beschermd.
Mevrouw M. Bosse en de heer P. Drijver, Assendelftstraat 11, 2512 VS Den Haag
Aanleiding voor deze brief is het nieuwe voorontwerp-bestemmingsplan voor het rijksbeschermd stadsgezicht Westeinde-Kortenbos dat door het College is gefiatteerd en tot 8 oktober aanstaande ter visie ligt. Omdat in de jaren tachtig en negentig veel buurten en wijken in Den Haag tot beschermd stadsgezicht zijn aangewezen, kijken we als bewoners van een gemeentelijk monument in dit gebied met intense belangstelling uit naar het moment en de wijze waarop dit in bestemmingsplannen verzilverd gaat worden.
Voorontwerp Bestemmingsplan 2008
Uit opzet en inhoud van het voorontwerp-bestemmingsplan Westeinde e.o. komt een beeld boven dat ons grote zorgen baart. Deze zorg, die wordt gedeeld door de Wijkvereniging Kortenbos, het Haags Monumenten Platform en de Vereniging Bewoond Bewaard, willen we hier onder uw aandacht brengen. Het doel van een beschermd stadsgezicht (de naam zegt het al) is een waardevol geacht stadsbeeld te beschermen en min of meer te conserveren. De kwintessens van onze zorg is de vaststelling dat dit voorontwerp-bestemmingsplan toegesneden is op het ontwikkelen van het gebied; de regels zijn niet toegesneden op bescherming van dit specifieke stadsgezichten dreigen de bescherming zelfs op termijn teniet te doen.
Het betekent dat de tekst waarmee dit bestemmingsplan op de website en in de toelichting is gepresenteerd onjuist en misleidend is en dat het beschermd stadsgezicht nergens de wettelijk gevraagde bescherming krijgt. Tenslotte zijn er juist géén toetsingskaders voor de beeldkwaliteit opgenomen.
Westeinde Kortenbos: terug naar 1970?
De richting en differentiatie waarin het stadsbestuur onze buurt in dit plan wil ontwikkelen is wezensvreemd eraan: het zou volgens dit plan een buurt voor starters moeten zijn waar eigenaren gestimuleerd worden huizen te splitsen of te slopen of appartementen te bouwen. De toenemende parkeerdruk die dit zal veroorzaken kan in de wijk zeker niet opgenomen worden, zo wordt al in het plan geconstateerd.
Voorts zal het de wijk door deze eenzijdige differentiatie een doorgangshuis maken waar de bewoners een korte wooncarrière hebben en waar de bestaande sociale cohesie verdwijnt. Westeinde Kortenbos is een buurt waar in straten, hofjes en – jawel - appartementgebouwen gemeenschappen zijn waar bewoners en bedrijven elkaar goed kennen.
Omdat de bouwregels in een vastgesteld bestemmingsplan bepalend zijn voor de bouwrechten van initiatiefnemers in het gebied zullen deze bouwregels speculatie en sloop bespoedigen en armelijke hogere appartementen blokken stimuleren. Om de ernst hiervan te doorgronden is wat studie nodig.
In de bijlage is dit geïllustreerd met een voorbeeld. Het had een stukje Westeinde, Vleerstraat, Noordwal of Kalkoenstraat kunnen zijn, maar het zijn panden in de Assendelftstraat. Ongeacht de status (het linker pand is Rijksmonument, kwaliteit (alle uitstekend onderhouden, geen enkele leegstand) en bijdrage aan liet stadsbeeld (rijksbeschermd stadsgezicht is op de plankaart bij het plan een uniforme (!) bouwhoogte aangegeven die tenminste twee verdiepingen hoger is dan de huidige!
Hier is niets beschermd, integendeel. Hier wordt in de bouwregels de worst getoond die de eigenaar van het baasje krijgt wanneer een pand gesloopt wordt. De uniforme goot- en bouwhoogte, de vrijheid om een volledige verdieping met dakschild te maken in plaats van een echte schildkap die hier zo kenmerkend is, de vrijheid om de kroonlijst gewoon maar achterwege te laten of op een uniforme goothoogte te maximaliseren, de vrijheid om de begane grond géén royalere vertrekhoogte te geven dan op de etages, de vrijheid de kappen klein te maken –identiek aan een gewone tussenverdieping– àl deze middelen staan haaks op de noodzaak het stadsgezicht te karakteriseren, te beschermen en waar nodig te extrapoleren naar bouwregels en toetsingskader.
In vroegere beschermende bestemmingsplannen had de Gemeente Den Haag hierover een behoorlijke staat van dienst opgebouwd (gevelwandregelingen Bestemmingsplan Nieuwe Kerk eo, de Kappenkaart Bestemmingsplan Oude Centrum enzovoorts). Niets is hiervan terug te vinden.
Deze verschrijving van ophogingen van hoofdbebouwing (en bijgebouwen in tuinen en op erven) wordt verder nergens worden genoemd, verantwoord of onderbouwd. De konsekwenties zijn niet in beeld gebracht of becijferd, zoals verhoging van de parkeerdruk (1 huis=1 auto; gesplitst in 3 appartementen is het 3 autoos!), de versmalling van de straat- en tuinprofielen van het Rijksbeschermde Gezicht en natuurlijk de verdere druk op binnenterreinen en tuinen om hier te gaan verharden en parkeren zijn een schande. Gaat U zelf eens na op welke wijze het groen in beeld gebracht, gewaardeerd en beschermd is: de monumentale binnentuinen van de Spaanse Hof aan het Westeinde, het Hofje van Nieuwkoop en het Hoofts Hofje, de bomen aan de Varkenmarkt, dc hoge straatbomen aan Korte Vleerstraat en de Zuilingstraat.
Dat deze doos van Pandora door de gemeente is geopend –de bouwregels/bouwrechten in liet bestemmingsplan– kan niet anders betekenen dat 'de markt' de buurt zal laten slopen. En om aan regelgeving, budgetten en markteisen te voldoen zat het daarbij voor initiatiefnemers een illusie zijn om dat 'passend' te doen ook wanneer er wel een toetsingskader voor Monumenten- en Welstandscommissie zou zijn opgenomen.
Puntsgewijs:
In combinatie met de vele in de stukken aangehaalde beleidsnota's en met de B&W-wijzigingsbevoegdheid doet dit het ergste vrezen.
Hieronder wordt onze zorg puntsgewijs uitgewerkt en met voorbeelden gestaafd.
Een adequaat bestemmingsplan voorziet in een karakterisering van liet beschermd stadsgezicht zodanig dat ensembles van straten, huizen en binnenterreinen door middel van bouwregels en voorschriften worden beschermd. Het voorontwerp-bestemmingsplan voorziet wel in een historische gebiedsbeschrijving, benoemt echter niet de karakteristieken en bindt deze niet aan concrete bouwregels en voorschriften.
Sterker nog, de plankaart en de bouwregels zelf stimuleren een onvoorstelbare eenvormigheid die dit gebied juist niet kent. Voor grote aaneengesloten huizenreeksen worden één maximale goothoogte en één maximale bouwhoogte voorgeschreven. Dit betekent dat de karakteristiek van schouder aan schouder staande panden van verschillende schaal en status op termijn zou kunnen verdwijnen. Teneinde de karakteristiek van verspringende gevellijsten en empire ramen vast te houden, dienen gevelwanden geïnventariseerd en vastgelegd te worden; dit is niet gebeurd.
Voor een kapverdieping of kap wordt een verdieping met tenminste twee schuine dakvlakken voorgeschreven. Dat betekent dat op termijn alle karakteristieke schildkappen dreigen te worden vervangen door 'cake-jes': een schoenendoos met aan voor- en achterzijde een schuin stukje met dakkapel. Of een schoenendoos met aan de 2 lange kanten twee schuine stukjes. Dat is een uniform woningtype dat in de 19e eeuwse uitleggebieden van Amsterdam te vinden is, maar niet in dit beschermde stadsgebied. Hier merk je direct dat een kappen-kaart, zoals die bij oude bestemmingsplannen was opgenomen, nodig is om deze karakteristieke schildkappen vast te leggen en in bouwregels te verankeren. Daarnaast blijken de hoogtes van zowel de hoofdbebouwing als bijgebouwen en uitbouwen die op de plankaart zijn aangegeven, in het geheel niet in overeenstemming met de bestaande situatie. In de meeste gevallen betekent dit dat de hoofdbebouwing twee verdiepingen hoger is aangegeven dan nu het geval is. De stedenbouwkundige consequenties hiervan voor straatprofielen en tuinen zijn niet in kaart gebracht, doch laten zich raden. Voor ons eigen adres wordt overigens helemaal geen maximale bouwhoogte voorgeschreven. We zullen ons verzetten tegen hoogbouw op de plek van ons huis!
De bouwregels kennen door middel van vrijstellingen een grote vrijheid toe aan het goeddunken van burgemeester en wethouders. Dit kan betekenen dat de betrokkenen in het gebied (bewoners, bedrijven, winkels, eigenaren en overheid) het bestemmingsplan juist niet gaan gebruiken om onderling vergaande afspraken te maken om het huidige gebruik veilig te stellen en onderhoudsinspanningen en investeringen te stimuleren. Het gebied kan hierdoor afglijden tot een gebied waar mensen kort wonen, ophouden te investeren en waar het specifieke lokale karakter en de specifieke lokale economie op termijn zullen verdwijnen. Juist het buurt-karakter, de sociale cohesie, waar wonen, bedrijvigheid en culturele voorzieningen zo mooi gemengd zijn, verdient krachtige ondersteuning.
Als beleidskader van het voorontwerp-bestemmingsplan is in het bestemmingsplan een waslijst opgenomen van vigerende beleidsnota's op vele terreinen. Veel van deze nota's lijken voor het plangebied van weinig of geen toegevoegde waarde; een poging om deze nota's te extrapoleren naar concreet ruimtelijk beleid in dit gebied ontbreekt veelal. Doordat al deze nota's uitgebreid zijn toegelicht en opgenomen, bestaat het gevaar dat er na vaststelling van het bestemmingsplan altijd wel ergens een 'vrijstellings-alibi' is te vinden onder verwijzing naar één of meer van deze vele beleidsnota's. Er is geen enkele noodzaak dit te willen doen. Wettelijk moeten immers de bestemmingsplannen elke 5 jaar worden geactualiseerd. Dit betekent dat ook het beleidskader steeds opnieuw tegen het licht kan worden gehouden binnen precies geformuleerde, op het gebied betrekking hebbende kaders.
Enige voorbeelden:
De Haagse Woonvisie 2020 uit 2004 wordt karikaturaal neergezet en rechtlijnig vertaald in wat er in deze wijk zou moeten gebeuren. Statistische vergelijking levert daarbij een beeld dat de buurt het op de kaart eigenlijk heel goed doet: banen, menging migranten, culturele voorzieningen, menging inkomensgroepen) eigen woningbezit, vrije sector huur en corporatiebezit. Nergens wordt ook geconstateerd wáár het aan schort -alleen dat het bestuur als een Zonnekoning een andere bedoeling heeft met de buurt... Een weinig duurzame wispelturigheid. De functiemenging in het gebied is exact bekend, maar een deel ervan (ambachtelijke bedrijvigheid bijvoorbeeld) wordt op onduidelijke gronden 'wegbestemd'.
Een inventarisatie van het aantal huizen en het aantal banen in het gebied ontbreekt, essentiëel om het gebied een eigen economisch profiel te geven. De statistische gegevens die wel in het bestemmingsplan zijn opgenomen, geven echter alle aanleiding om de ontwikkelingen in het gebied te consolideren in plaats van om te buigen. Hoewel het stadsbestuur over alle gegevens beschikt m.b.t. woninggrootte, woningbezetting, ethniciteit, autobezit, scholing en inkomen wordt een rampzalig oppervlakkig algemeen beeld geschetst, waaruit de aanbeveling rolt dat huizen gesplitst moeten worden en starters louter op appartementen zijn aangewezen. Hier wordt wel de aanbodsmarkt van de grote ontwikkelaars gevolgd maar niet de vraagmarkt van de makelaars waar starters het liefst in een huis of hofjeswoning zouden willen wonen.
De specifieke kwaliteit van de woningvoorraad in dit gebied –de mooie huizen– en de potenties daarvan voor de markt (eveneens onderdeel van de Woonvisie, en evenzeer van de nota Randstad 2040) blijft volledig buiten beeld.
Het parkeren in het gebied is niet gekwantificeerd opgenomen, waardoor het een onzekere factor is geworden in de toekomstige woon- en verblijfskwaliteit van het gebied. Er is toch bij de gemeente exact bekend hoeveel parkeerplaatsen op de openbare straat en in stallingsgarages aanwezig zijn en hoeveel parkeervergunningen er zijn uitgegeven aan bewoners en bedrijven in het gebied én aan bewoners en bedrijven in de Haagse binnenstad die ook hier parkeren. Op dit moment absorbeert Westeinde Kortenbos een groot deel van de parkeerbehoefte in de Haagse binnenstad. Door de parkeervergunningen aan bewoners en bedrijven voor dit gebied uit te geven, door gratis parkeren in avonduren, op koopavonden en koopzondagen te faciliteren en door het goedkoopste parkeerterrein van Den Haag, namelijk het MC Westeinde terrein. Door een betere inventarisatie van de problemen in het gebied (parkeeroverlast door het parkeerregime, het parkeren op pleintjes die in het bestemmingsplan als autovrije groene ruimte worden geteld, overlast van horecabezoekers enzovoorts) kunnen concrete ruimtelijke maatregelen als oplossingsrichting worden geformuleerd. Dit is helaas niet gebeurd; van de evaluatie van het parkeren die in 2003 is aangekondigd is nooit meer iets gehoord.
Regels voor de luchtkwaliteit mede in relatie tot het oneigenlijke doorgaande verkeer dat de gemeente (aangewezen tot 30 km gebied) wil blijven faciliteren op het Westeinde, zijn niet opgenomen.
De Structuurvisie blijkt voor te schrijven dat langs een netwerk van doorgaande wegen in de stad 'tenminste in vijf lagen gebouwd moet worden' - Door deze absolute interpretatie van de kaart en van de bebouwingskarakteristiek van de jaarringen om onze stad ontstaat een hoogst ongewenste vergroving. Zorgvuldiger zou liet zijn van gebied tot gebied naar een geëigende nuance te zoeken. Structuurvisie, Woonvisie en Randstad 2040 constateren dat de moderne mens in eerste instantie op zoek is naar wijken met een hoge autheticiteit: het Westeinde Kortenbos voldoet daar als beschermd stadsgezicht volledig aan en heeft op basis daarvan een reeële marktwaarde. Het zou in het verlengde van de nota Randstad 2040 reeel zijn dit gebied van wezensvreemde ingrepen te vrijwaren.
In het recente verleden heeft de gemeente, al dan niet in strijd met de vigerende RO procedures, uitbreiding van MCH Westeinde gefaciliteerd. Al meer dan tien jaar wordt om een Masterplan voor dit gebied gevraagd, waarin ook dit voorontwerp-bestemmingsplan niet voorziet. Het voorontwerp-bestemmingsplan kondigt nu al de bouw van 10.000 m extra aan, maar de plankaart geeft niet aan in welk volume dat waar zal gaan landen. De relatie tot het Hofje van Nieuwkoop -volgend jaar 350 jaar oud- lijkt volstrekt veronachtzaamd. Het is onaanvaardbaar dat zelfs in een bestemmingsplan dat maar 5 jaar geldt dit niet opgenomen kan worden.
De paragraaf over duurzaam bouwen parafraseert de hoofdlijnen van beleid waar het energiemaatregelen en efficiency bij sloop en nieuwbouw betreft. Duurzaam bouwen in beschermd stadsgezicht begint echter met een Stop-op-Sloop, omdat bijzondere waarden in de buurt duurzaam zijn gebleken en geconsolideerd moeten worden. Hier laat dit voorontwerp-bestemmingsplan voor een gemeente met gidsrol op dit gebied een essentiële steek vallen.
Het voorontwerp is niet aangegrepen om het beschermd stadsgezicht te expliciteren naar een welstandskader dat initiatiefnemers aanstuurt en gemeente adviseurs instaat stelt initiatieven te toetsen. Hier wordt de belangrijke kans gemist hierover vooraf expliciet te zijn, zoals de Woningwet en de Welstandsverordening Den Haag dat formuleren. Zoals hierboven aangegeven, dreigen de bouwregels tot een wezensvreemde karakteristiek (uniforme kappen -'cake'jes- in uniforme hoogte) te leiden, gepaard aan een even wezensvreemde differentiatie (woningsplitsing), waardoor de waarde van het beschermd stadsgezicht vanwege de Welstand niet zonder meer geborgd zal zijn.
Slot
Met vele eigenaren, bewoners en bedrijven in Westeinde Kortenbos en de Assendelftstraat is jarenlang een inspanning geleverd om gezamelijk inhoud tegeven aan een beschermd stadsgezicht. In 2000 hebben we de gemeenteraad een brochure aangeboden over het wel en wee in de Assendelfstraat; de herinrichting van de straat een paar jaar later met de prachtige klassieke haagse Iantaarnpalen was het resultaat. We zijn weer 5 jaar verder en veel huizen zijn in die tijd verder aangepakt.
Bij een bouwplan aan de Sumatrastraat was aanleiding voor de gemeenteraad een besluit te nemen dat DSO/Monumentenzorg een duidelijker toetsingskader moet leveren voor bouwplannen in Rijksbeschermde Stadsgezichten. Dit heeft onder meer een systematiek van ordekaarten opgeleverd waarin voor diverse gebieden 'pilots' zijn gemaakt. Dit besluit zien we in dit voorontwerp-bestemmingsplan in het geheel niet terug en we hadden verwacht dat tenminste Westeinde, Assendelftstraat, Laan en Varkenmarkt hierin opgenomen zouden worden.
Alles overziend lijkt met dit voorontwerpbestemmingsplan de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht van dit deel van het Haagse centrum en mutatis mutandis alle overige beschermde stadsgezichten in Den Haag zo goed als herroepen. We doen daarom het dringende beroep op u dit voorontwerp-bestemmingsplan af te wijzen
Reactie
Zie reactie onder 13. Haags Monumentenplatform
De heer R. Bullhorst, Noordeinde 41, 2514 GC Den Haag
Als gemachtigde van Frema BV, Prinsegracht 55 te (2512 EX) Den Haag, eigenaar van bovengenoemd perceel, verzoek ik u de bestemming te wijzigen naar gemengde doeleinden van de begane grond en wonen voor drie verdiepingen, een en ander volgens bijgevoegde tekeningen met tekeningnummer BW 0.1 en bladnummers 0.0.1 situatie en 0.0.2 fotoblad.
Reactie
Het niet bebouwde terrein aan de Lange Lombardstraat kan worden bebouwd in aansluiting op de bebouwing op de hoek met de Lage Nieuwstraat. Tussen de nieuw toe te voegen bebouwing en de bebouwing aan de Prinsegracht blijft een deel onbebouwd teneinde het karakter van een half gesloten bouwblok te behouden. De bouwmassa mag in de rooilijn worden gerealiseerd tot een hoogte van 3 bouwlagen. De vierde bouwlaag moet zijn teruggelegen. Qua functies wordt ingezet op woningen op de verdiepingen en een gemengde functie op de begane grond. Hierbij gelden de voorwaarden dat:
Middels het sluiten van een anterieure overeenkomst is het mogelijk om 'het kostenverhaal anderzins te verzekeren'. Op deze wijze wordt voldaan aan de verplichting tot kostenverhaal die de Wro stelt en kan het bouwplan in dit bestemmingsplan worden opgenomen. Indien geen anterieure overeenkomst gesloten wordt, is de gemeente verplicht een exploitatieplan op te stellen. Het opstellen van een dergelijk plan is niet meer mogelijk binnen de termijn die rest voor de vaststelling van dit bestemmingsplan. Het bouwplan zal dan alleen via een projectbesluit (als bepaald in artikel 3.10 Wro) kunnen worden ontwikkeld. Een projectbesluit dient binnen een jaar nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden, gevolgd te worden door het terinzageleggen van een ontwerp bestemmingsplan overeenkomstig het projectbesluit. Een andere mogelijkheid om het bouwplan te ontwikkelen, is het opstellen van een bestemmingsplan voor de in het bouwplan begrepen gronden.
Op 16 september 2008 werd van 18.00 tot 20.00 in het Stadhuis (Spui 70) een inloopavond georganiseerd. Er is één belangstellende verschenen. De heer Bisoen woonachtig aan de Lijnbaan te Den Haag werd geïnformeerd over de bestemmingsregeling van het appartementencomplex op de hoek Lijnbaan-Prinsegracht: het complex is conform de bestaande situatie bestemd; bovenop deze vierlaagse bebouwing is in het kader van de Structuurvisie Den Haag 2020 een extra bouwlaag mogelijk.