direct naar inhoud van 4.1 Inleiding
Plan: Fruitweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0029EFruitweg-50VA

4.1 Inleiding

4.1.1 Tien voor milieu

De nota Tien voor milieu (2006) is het richtinggevend document voor de hoofdlijnen van milieubeleid van de gemeente Den Haag in de periode 2006-2010. In deze contourennota zijn ambities vastgesteld voor de speerpunten lucht, klimaat, water en geluid en voor de aandachtspunten vergunningverlening en handhaving, externe veiligheid, afval, binnenmilieu, bodem en sturing.

4.1.2 Handreiking Gebiedsgericht Milieubeleid

Een belangrijk instrument bij samenwerking tussen ruimtelijke ordening en milieu is de Handleiding Gebiedsgericht Milieubeleid (2005). Er is een indeling van Den Haag gemaakt met gebieden van eenzelfde functie. Gebieden met eenzelfde functie behoren tot hetzelfde gebiedstype. Per gebiedstype is de gewenste milieukwaliteit vastgesteld. De gebiedsspecifieke kenmerken en de mogelijkheden bepalen de toekenning van de ambitie per milieudoel: geluid, lucht, bodem, afval, water, ecologie en groen, energie, mobiliteit, externe veiligheid en binnenmilieu. Met het vaststellen van milieuambities per gebiedstype wordt richting gegeven aan de kwaliteit die de verschillende onderdelen van het milieu op een bepaald tijdstip dienen te hebben. Er is een zestal gebiedstypen gedefinieerd. Het plangebied behoort tot het gebiedstype gemengd wonen (zie kaart Gebiedstypen indeling).

Het gebiedsgericht milieubeleid maakt onderscheid tussen 3 verschillende ambitieniveaus:

  • 1. Milieu Basis: ambities die aansluiten bij de bestaande wet- en regelgeving en het bestaande gemeentelijk beleid.
  • 2. Milieu Extra: ambities die een stuk verder gaan dan het wettelijke minimum.
  • 3. Milieu Maximaal: de maximaal haalbare ambitie voor een thema.

De volgende ambities zijn voor de gebiedstypen gemengd wonen en gemengd werken van belang:

thema   ambitie  
Bodem   extra  
Externe veiligheid   maximaal  
Geluid   extra  
Lucht   extra  
Mobiliteit   extra  
Schoon   extra  
Water   ambities per poldereenheid  
Natuur   extra  
Klimaat   maximaal  

Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied zijn bovengenoemde milieuambities richtinggevend

4.1.3 Milieueffectrapportage

Voor het bestemmingsplan Fruitweg e.o. is geen m.e.r.(-beoordeling) op grond van het Besluit m.e.r. vereist.

4.1.4 Strategische Milieubeoordeling

Vanaf 21 juli 2004 dient de Europese richtlijn Strategische milieubeoordeling 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's in de Lidstaten van de EU te worden toegepast. In Nederland wordt deze richtlijn aangeduid als de richtlijn voor Strategische Milieubeoordeling (SMB). Deze Europese richtlijn is op 28 september middels een wijziging van de Wet milieubeheer en een wijziging van het Besluit m.e.r. geïmplementeerd in de Nederlandse regelgeving.

Voor plannen die het kader vormen voor latere m.e.r.-plichtige besluiten en plannen die significante gevolgen kunnen hebben voor Vogel- en Habitatrichtlijngebieden moet voortaan een milieurapport worden opgesteld. Dit milieurapport komt tegelijk met het ontwerpplan ter inzage te liggen. Bij de vaststelling van een plan moet het bevoegd gezag motiveren hoe het met de resultaten van het milieurapport en de inspraak is omgegaan.

Voor het bestemmingsplan Fruitweg e.o. is geen strategische milieubeoordeling vereist.