direct naar inhoud van 4.3 Bodem
Plan: Fruitweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0029EFruitweg-50VA

4.3 Bodem

4.3.1 Bodembescherming

Op 1 januari 2006 is de wijziging van de Wet bodembescherming (Wbb) in werking getreden. Vertrekpunt van de nieuwe Wbb is, dat in het merendeel van de gevallen van bodemverontreiniging, de daadwerkelijke bodemsanering wordt meegenomen in de ontwikkeling dan wel herontwikkeling van een plangebied dan wel projectlocatie.

4.3.2 Functiegericht saneren

De wettelijke doelstelling is voortaan functiegericht. Vroeger moesten alle functies van de bodem worden hersteld, maar dit bleek in de praktijk niet haalbaar. Hoge kosten en langdurige saneringen zorgden voor stagnatie. De gewijzigde wet houdt rekening met het soort gebruik van de bodem en de (im)mobiliteit van de verontreiniging.

De volgende drie uitgangspunten overheersen:

  • Het geschikt maken van de bodem voor het voorgenomen gebruik;
  • Het beperken van blootstelling aan en de verspreiding van de verontreiniging;
  • Het treffen van beheersmaatregelen.

Saneringsverplichtingen zijn gekoppeld aan ontoelaatbare risico's die samenhangen met het toekomstige gebruik van de bodem. De uitvoering van deze verplichte saneringen wordt een stuk flexibeler. Het is niet altijd meer nodig de hele locatie aan te pakken. Er kan ook sprake zijn van deelsaneringen of van een gefaseerde aanpak. Wanneer economische of maatschappelijke omstandigheden rond de vervuilde locatie uitstel vragen, kunnen tijdelijke maatregelen worden genomen, op voorwaarde dat de risico's voldoende worden beheerst.