Plan: | Fruitweg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0029EFruitweg-50VA |
In de Nota Impuls Haagse Economie worden de hoofdlijnen geschetst van het Haagse economische beleid. Het gaat hierbij om een herijking van het beleid zoals dat geformuleerd is in de nota Kiezen en Delen van juli 2000 (RIS 76939_000706),
en is onder meer ingegeven door de gewijzigde economische omstandigheden. Inhoudelijk is de herijking gebaseerd op een uitgebreid traject van statistische analyse, expertmeetings, workshops, digitale discussies e.d. Daarbij zijn ook Haagse ondernemers, koepelorganisaties en aanverwante instellingen betrokken. Het is een beschrijving van de acties die volgens de gemeente Den Haag nodig zijn om de lokale economie in de komende jaren een impuls te geven.
Uitgangspunten
De recente onderzoeken van Stogo Onderzoek + Advies en BCI hebben aangetoond dat het aanbod van bedrijfs- en productieruimte op korte en lange termijn verre van toereikend is. Dit geldt zowel voor het aanbod op bedrijventerreinen als op andere verspreide locaties of langs doorgaande wegen. Het tekort voor geheel Den Haag kan oplopen tot 35 ha in 2010, daarna wordt het tekort alleen maar groter. De omvang van het tekort kan nog verder oplopen als een deel van de A4/A12 zone wordt bestemd als kantorenlocatie (een verschil van ca. 18 ha netto).
Het tekort aan bedrijventerreinen geldt ook voor de binnenstedelijke bedrijventerreinen, waartoe ook de Fruitweg behoort. Daarnaast geldt het tekort tevens voor bedrijventerreinen met nadruk op kantoren. De ruimtebehoefte aan extra bedrijfs- en kantoorruimte voor het D2-gebied (Laakhaven o.a. West & Petroleumhaven, Fruitweg, Transvaal en Schilderswijk) tot 2006 werd geraamd op 260.000 m2 bruto vloeroppervlak.
Op basis van deze cijfers wordt een bedrijventerreinenstrategie uitgewerkt. De bestaande terreinen hebben in de toekomst, gezien de geraamde tekorten, een belangrijke functie. Daarnaast is het van belang een goede strategie voor nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein wordt ingezet.
Handhaven van het Fruitweggebied als werkterrein of modern bedrijventerrein is het uitgangspunt.
In het convenant Bedrijventerreinen Gemeente Den Haag van 9 maart 2006, gesloten tussen de gemeente Den Haag, de Kamer van Koophandel Haaglanden en MKB Den Haag, is opgenomen dat de gemeente zich zal inspannen het bedrijventerrein Fruitweg de huidige functie te laten behouden.
Het bedrijventerrein moet in de toekomst voor de huidige gebruikers ruimte blijven bieden, zoals productie-, groothandels- en transportbedrijven. De doelgroep is het Midden en Kleinbedrijf (MKB), waaronder met name de stadsverzorgende bedrijvigheid.
Vanuit economisch oogpunt is het wenselijk dat zich op het terrein bedrijven moeten kunnen vestigen tot de maximaal mogelijk toegestane milieucategorie. In de praktijk betekent dit dat in een zone tot 100 meter van de woonbebouwing hindercategorie 1 t/m 3 is toegestaan. Hoewel eigenlijk niet gewenst, zijn binnen deze zone onder voorwaarden ook categorie 4 bedrijven mogelijk. Deze bedrijven moeten maatregelen nemen die de invloed op het milieu beperken. De reeds gevestigde categorie 4 bedrijven kunnen hun activiteiten voortzetten.
Het is niet wenselijk dat in het plangebied ruimte wordt geboden aan detailhandel, aan uitbreiding van het aantal horecavestigingen en aan extra zelfstandige kantoorontwikkelingen naast het bestaande areaal/potentieel. Kantoorruimte die ondersteunend is aan de bedrijfsruimte is wel mogelijk, met een maximum van het oppervlak tot 40% van het oppervlak bedrijfsruimte.
In Den Haag is ruimte schaars terwijl de behoefte aan nieuwe locaties voor wonen, werken en voorzieningen nog altijd toeneemt. De ambitie om aan de toenemende vraag naar wonen en werken in Den Haag te kunnen voldoen, vergt extra ruimte in een stad die zijn grenzen heeft bereikt. Door meer ruimte voor functiemenging te maken probeert de gemeente tegemoet te komen aan de ruimtebehoefte. Bij bedrijventerrein Fruitweg wordt voor dat deel waar veel leegstand bestaat, een klein gedeelte van de Banaan, in het kader van de ontwikkeling van het knooppunt Moerwijk onderzocht of deze locatie geschikt is voor meer functiemenging (zie locatie op kaartje).
Uiteraard kan functiemenging alleen onder strikte voorwaarden en op geschikte locaties. Wonen en werken mogen elkaar niet in de weg zitten. Alle randvoorwaarden, zoals ontsluiting, laden & lossen en parkeren, moeten bij functiemenging in orde zijn. Bovendien moet functiemenging een meerwaarde opleveren.
Nieuwe combinatiegebouwen worden alleen toegestaan langs doorgaande wegen en zijn nadrukkelijk bedoeld voor vernieuwde bedrijvigheid binnen het bedrijventerrein Fruitweg.
Bedrijven en milieuzonering
Om onderscheid te maken tussen verschillende typen bedrijven wordt in bestemmingsplannen gebruik gemaakt van een zogenoemde 'Staat van inrichtingen bedrijven', een indeling in milieucategorieën op basis van de (in samenwerking met EZ en VROM recent geactualiseerde) handreiking 'Bedrijven en Milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (16 april 2007, ISBN 9789012117333). De Staat van Inrichting bedrijven is niet wettelijk vastgelegd, maar jurisprudentie heeft uitgewezen dat hiervan slechts gemotiveerd valt af te wijken.
Op het gehele bedrijventerrein zijn bedrijven in de milieucategorie 1 en 2 toegestaan. Daarnaast zijn zones aangegeven waarbinnen de bestaande inrichtingen uit de milieucategorie 3.1 en 3.2 (B3) en 4.1 (B4) zijn toegestaan.
Bedrijventerreinstrategie Den Haag 2005-2020
Voor de in het gebied aanwezige bedrijven is een tweetal beleidsnota's van belang. De nota Bedrijventerreinen Strategie 2005 -2020 van maart 2005 (RV 89, 2005) en het vervolg hierop de Update bedrijventerreinenstrategie den Haag 2005-2020 (rv 19, 2007). In de tweede beleidsnota is een aanpassing in de uitgangspunten gemaakt voor het deelgebied de Banaan.
De nota's geven aan hoeveel bedrijventerrein, op welk moment, van welke kwaliteit op de markt aanwezig moet zijn om de economische structuur te versterken voor de periode tot 2020. Tevens zijn voorstellen opgenomen over het toekomstperspectief van enkele afzonderlijke bedrijventerreinen. Overwegingen van behoud van werkgelegenheid in de stad en versterken van de ruimtelijke-economische structuur liggen daaraan ten grondslag. Het beleid van de gemeente Den Haag is erop gericht om de ondernemers die gebonden zijn aan een binnenstedelijke locatie in de stad, te faciliteren. Voor een aantal bedrijventerreinen zijn daarnaast afzonderlijke besluiten genomen zoals voor de Binckhorst (visie Binckhorst), Uitenhagestraat en Laakhaven-West. Voor de binnenstedelijke bedrijventerreinen GIT, Laakhaven-West en Binckhorst is gekozen voor transformatie naar een meer met woningen en voorzieningen gemengd stedelijk milieu. Voor Scheveningen Haven en Petroleumhaven is nog een bestuurlijk besluit in voorbereiding. De overige bestaande bedrijventerreinen in Den Haag blijven hun hoofdzakelijk monofunctionele bestemming behouden.
In de genoemde nota's is bepaald dat het gebied Fruitweg in ieder geval tot 2020 de bedrijvenfunctie blijft behouden. Voor de zuidelijke helft van het deelgebied Banaan is een studie naar een meer gemengde herontwikkeling aangekondigd. Dit kan op den duur ertoe leiden dat dit deelgebied zich transformeert naar een meer gemengde intensievere stedenbouwkundige ontwikkeling met bedrijfsruimte, voorzieningen, detailhandel en horeca op de begane grond, en wonen op de bovenverdiepingen.
De Fruitweg is geen specifieke kantorenlocatie voor zelfstandige kantoren. Grote zelfstandige kantoren zijn dan ook niet mogelijk. Wel kunnen de bestaande kantoorgebouwen in het Fruitweggebied worden gehandhaafd.
De Structuurvisie Horeca (en voortgangsbericht horeca structuurvisie)
De Structuurvisie Horeca heeft als doel de horeca meer ruimte te geven voor nieuwe initiatieven, nieuwe formules een kans te geven en duidelijkheid te scheppen naar de bewoners in de stad. Centrale doelstelling van de Structuurvisie Horeca is de concentratie en optimalisatie van de horeca waardoor de aantrekkingskracht van Den Haag als uitgaansstad wordt versterkt. Belangrijke uitgangspunten van dit beleid zijn:
In de Structuurvisie Horeca is nadrukkelijk voor gekozen de nachthoreca te concentreren in de uitgaanskernen en daaraan gekoppeld vrije openingstijden. Deze vormen van horeca zijn gekoppeld aan het winkelen in de omgeving en de woon- en werkfunctie van de binnenstad. Horeca is in het plangebied in beperkte vorm toegestaan. Voor het bestemmingsplan is het uitgangspunt geweest dat bestaande functies mogen worden gehandhaafd. Aan de Fruitweg is sinds 2008 een partycentrum gevestigd.
Structuurvisie detailhandel Haaglanden
De Structuurvisie geeft een toetsingskader aan voor detailhandel voor plannen groter dan 1000 m2. Gemeenten die willen uitbreiden moeten bij het realiseren van het vloeroppervlak binnen het aangegeven wensbeeld blijven.
Detailhandelsnota Den Haag
De detailhandelsnota is strategisch en kaderstellend en behandelt het detailhandelsbeleid op stadsniveau. Concentratie op bestaande locaties is uitgangspunt, er worden geen nieuwe stadsdeelcentra en nieuwe concentraties van grootschalige solitaire detailhandel toegevoegd. De gemeente streeft ernaar dat iedere Hagenaar binnen een straal van 1000 meter van zijn woning zijn dagelijkse boodschappen kan doen. De vestiging van nieuwe winkels wordt voortaan door de gemeente getoetst. Naast de detailhandelnota is specifiek vuurwerkbeleid opgenomen in de parapluherziening “Detailhandel Vuurwerk” en is een detailhandelsmonitor uitgevoerd.
Detailhandel is in het gebied, met name in de voormalige HTM-garage en in de achterliggende bedrijfsruimte, zeer beperkt toegestaan. De al aanwezige detailhandel mag blijven, maar geen nieuwe wordt toegestaan. Er is voor gekozen op de bedrijvenlocaties uitsluitend productiegebonden detailhandel toe te staan, omdat op grond van de rapporten blijkt dat er in de Haagse regio een groot tekort aan bedrijventerrein is.
Op 1 maart 2002 is het Vuurwerkbesluit in werking getreden. Dit besluit strekt tot integrale herziening van het Vuurwerkbesluit Wet Milieugevaarlijke stoffen, waarbij zowel de regelgeving voor consumentenvuurwerk, als die voor professioneel vuurwerk in één nieuwe algemene maatregel van bestuur worden geïntegreerd. Het besluit beoogt de gehele keten van het invoeren dan wel vervaardigen of assembleren, verhandelen, uitvoeren, opslaan, bewerken en afsteken van vuurwerk te reguleren, met inbegrip van bepaalde vervoershandelingen met vuurwerk.
Detailhandel Vuurwerk
Sinds eind 2004 is voor het grondgebied van Den Haag de “Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk” van kracht. Dit bestemmingsplan geldt voor heel Den Haag en biedt een samenhangend beleid ten aanzien van de vestiging van detailhandelsbedrijven die zich bezighouden met de verkoop en opslag van consumentenvuurwerk. In Den Haag is de omvang van de opslag van vuurwerk op maximaal 10.000 kg gesteld.
Omdat via dit paraplubestemmingsplan een voor het grondgebied samenhangend beleid is geformuleerd, blijft de Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk naast het bestemmingsplan Fruitweg e.o. gelden.
De werkwoning is een flexibel woonconcept waarbij de werk-, bedrijfs- of praktijkfunctie is gekoppeld aan of geïntegreerd in de woonfunctie. De werkwoning komt ook voor onder de naam atelier- bedrijfs-, of praktijkwoning.
In de nota 'werkwoningen in de Haagse regio' worden potentiële ontwikkelingslocaties genoemd voor werkwoningen. Genoemd worden overgangsgebieden tussen woonwijken en bedrijfsterreinen, en gebieden langs doorgaande wegen en langs spoorwegen.
In de bestemming Woondoeleinden is (standaard) een regeling opgenomen voor het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep of bedrijf. Hieronder wordt verstaan: het bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, cosmetisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een ambacht geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk. Voorbeelden hiervan zijn een architect, schoonheidsspecialiste of edelsmid. Door middel van deze regeling wordt een aan huis verbonden beroep of bedrijf toegestaan, mits de woonfunctie van het perceel daardoor niet wordt aangetast.
Aan de rand van het bedrijventerrein Fruitweg zijn aan de Lau Mazirellaan, als buffer tussen het bedrijventerrein en de woonwijk, werkwoningen gelegen.