direct naar inhoud van 4.4 Archeologie
Plan: Oostpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0600oostpolder-DF02

4.4 Archeologie

Volgens de ABK geldt voor een groot deel van de Oostpolder een lage archeologische verwachting. Voor een zone langs de Tweede Moordrechtse Tiendeweg en de Broekweg is een hoge archeologische verwachting van toepassing (zie 4.2). Voor een deel langs de Ringvaart (rond de golfbaan) geldt ook een hoge archeologische verwachtingswaarde, maar enkel op een diepte groter dan twee meter onder het maaiveld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.0600oostpolder-DF02_0012.jpg"

Figuur 4.2: Uitsnede ABK Gouda (geel is lage verwachting; bruin en grijs gearceerd is hoge verwachting).

Het zuidelijke deel heeft een lage verwachting. In het aangrenzende gebied Westergouwe is reeds een aantal archeologische onderzoeken uitgevoerd. Uit één van die onderzoeken is gebleken dat de huidige Tweede Moordrechtse Tiendeweg daar niet meer op dezelfde plek ligt als de vroegere weg. Voor de Oostpolder lijkt dat niet het geval te zijn. Langs de Tiendeweg worden sporen van oude bebouwing verwacht, daterend tussen 1200 en 1800.

In de afgelopen jaren zijn diverse archeologische onderzoeken uitgevoerd. Ten behoeve van de aanleg van het sportpark van Donk heeft Synthegra Archeologie B.V. een karterend Inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd (Karterend Booronderzoek van Synthegra van 8 mei 2006). Binnen het onderzoeksgebied voor de plaatsing van SV DONK is in een eerder stadium een bureauonderzoek gedaan (Van Dasselaar 2005) en een analyse van het AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland) uitgevoerd (van Zijverden 2005). Tevens is in verband met de aanleg van het Waterrijk Polderpark een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek met boringen uitgevoerd (Archeomedia, Archeologisch onderzoek Waterrijk Polderpark te Gouda, februari 2011). Verspreid over het plangebied zijn 183 boringen uitgevoerd. Uit de boringen zijn de volgende bevindingen verkregen:

  • het zuidelijk deel van de polder bestaat uit Hollandveen met daarbovenop een laag toemaakdek van zand en stadsafval (30 tot 50 cm);
  • in het noordelijk deel van de polder loopt van oost naar west een kleirugje, dat nu gedetailleerd in kaart is gebracht;
  • in het noordelijk deel van de polder is plaatselijk een dikker toemaakdek aanwezig (>75 cm), waarin een grote hoeveelheid zeventiende tot negentiende-eeuwse oppervlaktevondsten zijn aangetroffen;
  • afgezien van de oppervlaktevondsten in het toemaakdek en niet-behoudenswaardige resten (twintigste-eeuws plateelafval), zijn er geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats.

Deze bevindingen komen overeen met de resultaten uit het eerdere onderzoek in het kader van de aanleg van het sportpark. Ook toen is enkel een aantal verspreide vondsten gedaan in het toemaakdek. Er was geen indicatie voor een archeologische vindplaats. De vondsten zijn naar alle waarschijnlijkheid van elders afkomstig en zijn binnen het plangebied terecht gekomen.

Resultaat

Delen van het plangebied hebben een hoge verwachtingswaarde voor het aantreffen van archeologische resten in de bodem. Deze gebieden worden conform het archeologisch beleid van de gemeente opgenomen in het bestemmingsplan. Voor de aanleg van het polderpark is voor een gedeelte van het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Op basis van deze booronderzoeken is de verwachting uitgesproken dat ter plaatse van de onderzoeksgebieden geen waardevolle archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.