Plan: | Dalem |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0512.BP2011110-8100 |
Bodemopbouw
De globale natuurlijke bodemopbouw ter plaatse van het bestemmingsplan Dalem is weergegeven in navolgende afbeelding. De Holocene deklaag aan de oppervlakte is ontwikkeld als een afwisseling van klei en veenlagen met een totale dikte van 8 tot 10 m en een beperkte draagkracht. Door de lage doorlatendheid van de klei en veenlagen wordt de verticale doorstroming van het grondwater sterk beperkt. Het Holocene laagpakket functioneert daarom als een afsluitende deklaag.
Afbeelding - globale natuurlijke bodemopbouw in Gorinchem
Onder de Holocene deklaag zijn Pleistocene rivierafzettingen aanwezig. Het Pleistocene laagpakket komt in Gorinchem voor beneden 8 - 12 m en boven 40 - 50 m onder het maaiveld. Deze rivierafzettingen zijn grotendeels opgebouwd uit fijne tot grove zanden, met enkele tussenschakelingen van klei. De grofzandige afzettingen hebben een dusdanige goede porositeit en doorlatendheid, dat ze worden aangemerkt als watervoerende lagen. De fijne zanden en de kleiafzettingen fungeren als scheidende lagen.
Het plangebied Dalem ligt dicht bij de rivier en daarom zijn er een aantal afwijkingen van de reguliere bodemopbouw in Gorinchem. Zo ligt aan de zuidoost rand van het plangebied een wiel. Bij dijkdoorbraken in de 18e eeuw zijn overslaggronden afgezet in het plangebied. Deze kenmerken zich door een zandig karakter van de toplaag in de zuidoostelijke helft van het plangebied. De zuidrand van het plangebied is tot op grotere diepte in de deklaag beïnvloed door de oeverwalafzettingen van de Waal/Nieuwe Merwede. Deze kenmerken zich door zandafzettingen, die op verschillende niveaus in de deklaag kunnen voorkomen. In de uiterste noordwesthoek raakt een begraven riviergeul net het plangebied (zie navolgende afbeelding).
Afbeelding - Afwijkingen bodemopbouw bestemmingsplan Dalem,
(bron: Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart Gorinchem )
Bodemkwaliteit
Het plangebied Dalem valt onder de werking van de Bodembeheernota Zuid-Holland Zuid (definitieve versie van 1 juli 2010). Het plangebied ligt in haar geheel in een bodemkwaliteitszone, waarvan de gemiddelde bodemkwaliteit is bepaald als “achtergrondwaarde”. Dit houdt in dat er bijna geen sprake is van overschrijdingen van de streefwaarde uit de Wet bodembescherming. Als uitzondering kan genoemd worden dat in het plangebied (maar dat geldt ook voor de rest van het grondgebied van de gemeente Gorinchem) de component nikkel als verhoogde achtergrondwaarde gemiddeld de streefwaarde net overschrijdt.
Naast de gemiddelde bodemkwaliteit kent het plangebied ook enkele locaties waar zich zogenaamde puntverontreinigingen bevinden of waar een risico is op bodemverontreiniging, als gevolg van bedrijfs- of andere bodembedreigende activiteiten. Op het garagebedrijf aan de Beatrixlaan 2 zijn verontreinigingen aangetroffen die verband houden met de activiteiten op het gebied van brandstofverkoop. Aan de zuidrand van het gebied, tegen de Merwededijk, is plaatselijk in het verleden bodemvreemd materiaal toegepast, wat mogelijk kan leiden tot een bodemverontreiniging. Op een aantal adressen aan de Beatrixlaan, de Irenelaan en Het Wiel zijn in het verleden ondergrondse opslagtanks voor olie gesaneerd.
Bodemonderzoek
Voor het plangebied geldt, dat indien er geen risico's zijn op het voorkomen van bodemverontreiniging, er volstaan kan worden met het uitvoeren van een historisch onderzoek (NEN 5725) in het kader van de uitvoering van een bouwproject. Indien uit een dergelijk bodemonderzoek blijkt dat er geen risico aanwezig is, behoeft de aanvrager van een omgevingsvergunning waarin bouwactiviteiten met een zekere omvang worden mogelijk gemaakt, geen volledig bodemonderzoek uit te voeren. Voor een nadere toelichting van deze afwijkende regelgeving wordt verwezen naar de eerder genoemde Bodembeheernota Zuid-Holland Zuid.