Plan: | Gorinchem-Noord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0512.BP2010105-8100 |
Bij ruimtelijke plannen is sinds november 2003 de watertoets verplicht. De watertoets omvat het integrale proces van informeren, adviseren, afwegen en het uiteindelijk beoordelen van de waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen.
Bedrijventerrein Groote Haar
In het kader van het onderhavige bestemmingsplan is de watertoets met bijbehorend rapport uitgevoerd (Grontmij, 2010). Tijdens het opstellen van deze watertoets is overleg gevoerd met het Waterschap Rivierenland. Tevens heeft een terugkoppeling plaatsgevonden met de gemeente Gorinchem. Op basis van en in samenwerking met het waterschap en gemeente opgesteld programma van eisen is in de watertoets een voorstel gedaan voor de waterstructuur van het te realiseren bedrijventerrein Groote Haar. Een en ander dient verder uitgewerkt te worden in een waterhuishoudingsplan en hetgeen hier uitkomt ten aanzien van het hydraulisch functioneren van het watersysteem wordt maatgevend.
Voor het bedrijventerrein Groote Haar is een gestuwd peilvak geadviseerd dat geïsoleerd is van het peilvak Land van de Zes Molens. De afvoer en incidenteel aanvoer van oppervlaktewater vindt plaats via de Lang Scheiwijksche Wetering, ter plaatse van de bestaande duiker onder de A27. Uit de watertoets blijkt dat voor het bedrijventerrein Groote Haar circa 9 ha open water noodzakelijk is om aan de eis van voldoende waterberging te kunnen voldoen. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de gronden, waarop de water- en groenzone is geprojecteerd, niet meer bruikbaar zijn voor agrarisch gebruik. Vanuit de zuidzijde kan een inlaat worden gemaakt in de zuidoosthoek van het bedrijventerrein Groote Haar, vanuit het peilgebied Groote Haar dat een veel hoger peil kent dan het peilgebied Land van de Zes Molens. Hierdoor kan vanuit deze hoek eveneens water in worden gelaten om het watersysteem daar te spoelen bij calamiteit.
Om een volledig geïsoleerd peilvak voor het bedrijventerrein Groote Haar met de naastgelegen lintbebouwing mogelijk te maken, is het nodig om het deel van de Ravensloot dat tegen het plangebied aan ligt, mee te nemen in dit peilvak. Daartoe dient de Ravensloot afgedamd te worden. Om de afwatering en voeding van de sloten binnen de percelen aan de oostzijde van de Ravensloot te waarborgen, dient er een nieuwe watergang naast de huidige Ravensloot aangelegd te worden. Deze takt direct boven de afdamming aan op het bestaande tracé van de Ravensloot.
Er zijn duikers gepland in de nieuwe watergangen binnen het plangebied van het bedrijventerrein Groote Haar. Daarnaast zijn drie bruggen gepland over een hoofdwatergang in het bedrijventerrein. Bij de verdere uitwerking van de duikers en de bruggen dient rekening gehouden te worden met de eisen van het waterschap. Een deel van het verharde oppervlak wordt aangekoppeld op een verbeterd gescheiden rioolstelsel, het overige deel van het verharde oppervlak wordt afgekoppeld. Het bedrijventerrein krijgt bovendien een eigen persleiding voor de rechtstreekse afvoer naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie nabij Schelluinen (ten westen van Gorinchem). Hierover dient overleg plaats te vinden tussen waterschap en gemeente.
Aangezien het plangebied van het bedrijventerrein Groote Haar hoofdzakelijk gevoed wordt door relatief schoon hemelwater, zal op termijn de waterkwaliteit binnen het gestuwde peilvak cq, het bedrijventerrein verbeteren. Alleen in een droge zomerperiode zal er een inlaatbehoefte van gebiedsvreemd polder water ontstaan, om het peil niet onder het streefpeil te laten uitzakken. Inlaat van dit water zal echter nadelig zijn voor de waterkwaliteit binnen het gestuwde peilvak en dient zoveel mogelijk beperkt te worden.
In de regels van dit bestemmingsplan is vermeld dat eerst een waterhuishoudingsplan voor het bedrijventerrein Groote Haar moet worden opgesteld, voor dat met de realisatie van dit terrein kan worden begonnen. Dit waterhuishoudingsplan zal in nauw overleg tussen de gemeente Gorinchem en het Waterschap Rivierenland worden vervaardigd. Voor de water en groenzone aan de noordkant zal de inrichting samen met een ecoloog worden vormgegeven.
Voor het overige deel van het plangebied Gorinchem-Noord en de twee potentiële ontwikkellocaties (zuidwesthoek ten zuiden van de Haarweg en het oostelijk gebied ter hoogte van de Haarbrug) zijn geen maatregelen ten behoeve van de waterhuishouding voorgesteld. Dit omdat de bestaande situatie wordt gehandhaafd. Voor genoemde ontwikkellocaties is in de regels wel vermeld, dat ingeval ruimtelijke ingrepen gaan spelen eveneens eerst waterhuishoudingsplannen dienen te worden opgesteld.
De wateropgave die in het watertoetsrapport is berekend met de vuistregel. Dit is gezien de grootte van het plangebied slechts een richtgetal, waarmee rekening moet worden gehoduen in de planvorming. Bij het opstellen van een waterhuishoudingsplan wordt eveneens meegenomen dat de nieuwe situatie voor de bestaande bebouwing niet tot een verslechtering van de waterhuishouding mag leiden en ook niet in de directe omgeving van het plangebied. Denk aan natschade. Wellicht zullen compenserende maatregelen noodzakelijk zijn. Een inlaatvoorziening in de zuidoosthoek is gewenst. In het op te stellen waterhuishoudingsplan wordt bekeken op welke manier dit het beste gerealiseerd kan worden.
De resultaten van de watertoets, welke een eerste globale aanzet is voor een waterhuishoudingsplan, zijn opgenomen in de rapportage Watertoets bestemmingsplan Gorinchem-Noord (Grontmij, 2010).
Wateradvies
Het Waterschap heeft een positieve zienswijze ingediend en daarmee ingestemd met de planontwikkeling inzake het bedrijventerrein Groote Haar.
Bouwplan Kleine Haarse Kade
Huidige situatie
Het plangebied ligt in het stedelijke gebied van Gorinchem in het peilgebied “Groote Haar”. Het waterpeil in dit peilgebied wordt gehandhaafd op een vast waterpeil van –1,05 m NAP in de zomer en winter conform het peilbesluit voor de Alblasserwaard. Het peilgebied Groote Haar watert af op het peilgebied Gorinchem door twee stuwen en het afvoergemaal Groote Haar. Het plangebied is 5.760 m2 groot en is op dit moment voor een klein deel verhard (ongeveer 700 m2). Er is 330 m2open water aanwezig (een zogenaamde B-watergang). Op dit moment staat er één gebouw dat op dit moment dienst doet als moskee. Het gebouw is aangesloten op de bestaande nutsvoorziening en riolering. Het overige oppervlak is onverhard. Het bouwplan ligt niet in een beschermingszone van de waterkering.
Nieuwe situatie
Door de bouw van twaalf woningen met werkruimten annex garages op deze locatie neemt het verharde oppervlak toe. Naast de bebouwing wordt er ook nog andere verharding (o.a. bestrating en parkeerplekken) aangelegd, circa 2.477m2. Door de sloop van de moskee en verwijdering van de bestaande verharding verdwijnt er echter ook verharding. Het totale verharde oppervlak neemt hierdoor toe met 1.777 m2. Dankzij de nieuwe beleidsregels van het waterschap hoeft er voor de eerste 500 m2 nieuwe verharding geen watercompensatie plaats te vinden, waardoor de compensatieplicht geldt voor 1277 m2. Hiervoor dient compenserend open water te worden gerealiseerd. Het open water moet op peil gerealiseerd worden.
Voor kleine ontwikkelingen en inbreidingsplannen dient voor iedere hectare waarmee de verharding toeneemt 2.180 m2 extra open water te worden gerealiseerd (uitgaande van een maximale peilstijging van 0,20 m). Dit betekent voor dit bouwplan dat het oppervlak aan open water met 278 m2 toe dient te nemen. In het bouwplan is door verbreding van de bestaande B-watergang, welke in de toekomst een A-status zal krijgen, een toename van 280 m2 water voorzien. Hiermee wordt de benodigde watercompensatie voor het nieuwbouwplan behaald. Voor A-watergangen is aan beide zijden van de watergang een onderhoudszone van vier meter (gemeten vanuit de insteek) aangewezen die obstakelvrij moet blijven, behoudens wanneer onderhoud vanaf één zijde mogelijk is, in dat geval bedraagt de obstakelvrije zone vier meter aan de onderhoudskant en anderhalve meter aan de overige zijde. Er moet rekening worden gehouden met het feit dat de sloot verbreed wordt en dat er meer ruimte nodig is om de sloot goed te onderhouden. Door de verbreding van de sloot met ca. 2,5 m1, wordt de totale breedte van de watergang ca. 6 m1. Bij een dergelijke breedte is eenzijdig onderhoud mogelijk. De A-watergang zal door de het Waterschap Rivierenland onderhouden worden, behoudens de wal van de watergang welke door de aangrenzende eigenaren zal worden onderhouden. De (graaf)werkzaamheden in of nabij de watergang zijn ontheffingplichtig vanuit de Keur. Hiervoor zal dus een ontheffing moeten worden aangevraagd bij het Waterschap. Tevens zal een ontheffing worden aangevraagd voor de aanleg van de autobrug en de vier voetgangersbruggetjes.
Het beleid van waterschap Rivierenland is erop gericht om hemelwater van dak- en wegoppervlakken bij nieuwbouw niet aan te koppelen op de riolering maar af te voeren naar het oppervlaktewater. In de nabijheid van het perceel bevindt zich oppervlaktewater, dus hier kan invulling aan worden gegeven. Dit betekent dat het regenwater (hwa) vanaf het verharde oppervlak via kolken rechtstreeks wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Het Waterschap geeft de voorkeur aan lozingspunten benedenstrooms van duikers te situeren, zodat opstuwing wordt beperkt. De lozingspunten zijn nog nader te bepalen, dit zal gebeuren in overleg met het Waterschap. Bij de toegepaste bouwmaterialen wordt gebruik gemaakt van materialen die geen uitlogende of uitspoelbare stoffen bevatten. Dakoppervlakken mogen daarom rechtstreeks worden afgekoppeld.
Afkoppelen van verharde oppervlakken zal gebeuren in overeenstemming met de 'Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakken 2003' van de werkgroep Riolering West-Nederland. Zowel de woningen als de werkeenheden moeten afgekoppeld worden. Het vuile water (dwa) zal naar de zuivering worden afgevoerd.
Wateradvies
Het Waterschap heeft per email van 28 januari 2010 ingestemd met het bouwplan Kleine Haarsekade.
Waterveiligheid
Begin juni heeft de provincie Zuid-Holland tijdens een overleg haar standpunt inzake waterveiligheid toegelicht en haar randvoorwaarden voor de invulling van de paragraaf 'Waterveiligheid' neergelegd. De provincie vond dat een nadere uitwerking en onderbouwing van de waterveiligheid nodig was. De focus lag hierbij op het houden van onderzoek naar de mogelijkheid tot evacuatie en de invloed van de ontwikkelingsplannen Hoog Dalem, Bedrijventerrein Oost II en Gorinchem-Noord bij volledige ontwikkeling op een preventieve evacuatie. Met het doel de veiligheid van bewoners, gebruikers en dieren in het gebied voldoende te borgen.
Het adviesbureau Falck AVD heeft in opdracht van de gemeente Gorinchem, en in samenwerking met een ambtelijke begeleidingsgroep, dan ook onderzoek gedaan naar:
Het onderzoek sluit qua uitgangspunten en gehanteerde parameters zo veel mogelijk aan bij landelijke onderzoeken naar grootschalige evacuatie bij dreigende overstromingen, uitgevoerd in het kader van Veiligheid Nederland in Kaart. Per dijkring is bepaald wat het reëel te verwachten aanbod van voertuigen zal zijn tijdens een preventieve evacuatie. Dit aanbod is in een tijdsblok van 12 uur na het besluit tot evacuatie op basis van een vertrekcurve, afgezet tegen de beschikbare capaciteit van de wegen waarlangs de dijkring of gemeente verlaten kan worden.
Allereerst in de vorm van een nulmeting. Hierin is bepaald wat de mogelijkheden tot preventieve evacuatie in de bestaande stad zijn. Vervolgens is voor een realistisch en een extreem scenario kwantitatief bepaald in hoeverre het aanbod per uur via de beschikbare 'vertreksluizen' de dijkring kan verlaten. Uit de berekeningen blijkt dat de aanwezige en geprojecteerde infrastructuur voldoen om preventieve evacuatie van Gorinchem ook bij volledige exploitatie van de drie geplande ontwikkelingsprojecten te realiseren.
De hierboven weergegeven conclusie is als hoofdconclusie opgenomen in het onderzoeksrapport. Deze hoofdconclusie volgt uit onderstaande deelconclusies ten aanzien van de aanwezige en te realiseren infrastructuur bij het toepassen van verkeersmanagement:
Dit positieve resultaat ten aanzien van de technische mogelijkheden tot preventieve evacuatie van Gorinchem, is in de praktijk sterk afhankelijk van effectieve communicatie en goed verkeersmanagement. Hoe mensen reageren op de oproep om te vertrekken valt buiten de doelstelling van dit onderzoek. Daarom wordt in het rapport de volgende aanbevelingen gedaan:
Het rapport is in overleg met een ambtelijke begeleidingsgroep tot stand gekomen. Naast de externe adviseur bestond deze groep uit vertegenwoordigers van de provincie Zuid-Holland, het waterschap 'Rivierenland', de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, de politie Zuid-Holland Zuid en de gemeente Gorinchem. De leden van de begeleidingsgroep hebben een directe inbreng gehad in de aanpak, invulling en acceptatie van het onderzoek en de onderbouwing hiervan. Aan het einde van het onderzoekstraject hebben de leden hun waardering uitgesproken voor het doorlopen onderzoekstraject, met als resultaat een goed onderbouwd en door betrokkenen gedragen onderzoeksrapport.
Voor nadere informatie wordt verwezen naar de rapportage: