direct naar inhoud van 6.3 Bodem
Plan: Gorinchem-Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0512.BP2010105-8100

6.3 Bodem

Milieuhygiënisch

Ten behoeve van dit bestemmingsplan heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de beschikbare bodemonderzoeken in het plangebied (gemeente Gorinchem, 2007). Uit de verrichte inventarisatie blijkt dat volgens het Strabis/gis systeem in totaal 47 bodemonderzoeken bekend zijn binnen het gebied. Van de 47 bekende bodemonderzoeken zijn 33 onderzoeken gedateerd van voor het jaar 2000. Indien op de betreffende percelen herinrichting plaatsvindt, zal afhankelijk van de planvorming een actualisatie van deze bodemonderzoeken noodzakelijk zijn. Onderzoeken die vanaf 2000 hebben plaatsgevonden, worden in principe als recent beschouwd. Echter ook hier geldt dat actualisatie noodzakelijk kan zijn, ingeval op betreffende percelen grondverzet en/of bouwactiviteiten plaatsvinden.

Binnen het plangebied zijn drie voormalige stortplaatsen aanwezig. Bij twee van deze stortplaatsen (Gedempte Schodeurense Vliet tussen de Kleine en Grote Haarsekade en langs de Vlietlaan en de stortplaats onder het fietspad tussen de Hoefslag en de Mollenburgseweg) is het grondwater gemonitord in opdracht van de provincie Zuid-Holland. Hierbij is geen verspreiding van verontreinigd grondwater geconstateerd en de grondwatermonitoring is daarom ook afgesloten. Bij de derde stortplaats aan de andere zijde van de Mollenburgseweg heeft geen monitoring plaatsgevonden. Deze 3 stortplaatsen zijn aangemerkt als Wet Bodembescherming (Wbb) locatie. Bij ontwikkeling van de betreffende locatie zal moeten worden nagegaan of er een beïnvloeding van de bodemkwaliteit plaatsvindt (ook van eventuele diepere bodemlagen). Voor de Wbb-locaties is de provincie Zuid-Holland bevoegd gezag. Er kunnen specifieke eisen, dan wel randvoorwaarden (bv. gebruiksvoorwaarden) opgelegd zijn. Bij het uitvoeren van een actualisatie-onderzoek dient dit gemeld te worden aan het bevoegd gezag. Bij het uitvoeren van saneringsmaatregelen, dient dit in overleg en met goedkeuring van het bevoegd gezag uitgevoerd te worden. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de vastgestelde proceduretermijnen. Bovendien dient bij bouw- en/of aanlegwerkzaamheden rekening ter plaatse van de voormalige stortplaatsen rekening te worden gehouden met de voorschriften uit het Provinciale Milieu Verordening. In deze 3 gesloten stortplaatsen blijft het afval aanwezig. Er is geen sprake van sanering. In de regels van dit bestemmingsplan is daarom een omgevingsvergunning opgenomen. Deze locaties zijn nader aangeduid als 'milieuzone-bodembeschermingsgebied'.

Binnen het overige plangebied komen puindammen, puinverhardingen, tanks en gedempte sloten voor. Tevens kan de aanwezigheid van asbest en bestrijdingsmiddelen niet worden uitgesloten. In de uitgevoerde bodemonderzoeken is niet overal specifiek aandacht besteedt aan het voorkomen van asbest, puindammen, gedempte sloten, slibkwaliteit in aanwezige watergangen, gebruik en aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen e.d. Tevens zijn de diverse bedrijfslocaties, welke aanwezig zijn binnen het plangebied, grotendeels nog niet voldoende onderzocht. Mogelijk kan dit op basis van de Wet milieubeheer aanvullend worden afgedwongen bij de diverse eigenaren/gebruikers van de bedrijfspercelen.

Voor de locatie ten oosten en ten zuiden van de Hoogbloklandseweg 24 heeft bodemonderzoek (RPSBCC, 2008). Daaruit blijkt dat de bovengrond plaatselijk licht verontreinigd is. In het grondwater worden eveneens lichte verontreinigingen gevonden. Er is geen vervolgonderzoek noodzakelijk. In de puindammen is geen asbesthoudende materiaal aangetroffen. Het verkennend onderzoek geeft onvoldoende informatie over de hergebruiksmogelijkheden.

Voor de locatie aan de Haarweg (kadastrale percelen G214 t/m G217) heeft verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden (Verhoeven Milieutechniek b.v., 2007). Uit het onderzoek blijkt dat er lichte verontreinigingen aanwezig zijn, doch er zijn geen bezwaren tegen de beoogde planontwikkeling.

De resultaten van de bodemonderzoeken zijn opgenomen in de rapportages:

  • Inventarisatie bodemgegevens uitbreiding Industrieterrein Noord (gemeente Gorinchem, 2006);
  • Verkennend (water)bodemonderzoek Hoogbloklandseweg in Gorinchem RPSBCC, 2009);
  • Verkennend bodemonderzoek, Haarweg (kadastrale percelen G214 t/m G217) te Gorinchem (Verhoeven Milieutechniek b.v., 2007);
  • Verkennend (water)bodemonderzoek Haarweg (nabij nr. 33) te Gorinchem (Inpijn-Blokpoel ingenieursbureau, 2010).

Geotechnisch en geohydrologisch

Voor het toekomstig bedrijventerrein Groote Haar is een gecombineerd geotechnisch en geohydrologisch bodemonderzoek uitgevoerd (Fugro, 2004). Uit het onderzoek is gebleken dat zonder toepassing van zettingsversnellende maatregelen de benodigde duur van de voorbelasting 2 jaar bedraagt. Indien deze maatregelen worden toegepast, kan de voorbelastingsduur worden gereduceerd tot 1 jaar à 9 maanden. Voorts is gebleken dat op de locatie zandige stroomgeulen aanwezig zijn. Indien gekozen wordt voor een voorbelasting in combinatie met zettingsversnelling door verticale stripdrains dient de loop van stroomgeulen nauwkeurig verkend te worden. Aangezien de voorbelasting uit oogpunt van stabiliteit niet in één werkgang kan worden aangebracht, dient een bouwfasering te worden toegepast. Deze fasering is mede afhankelijk van de wijze van ontsluiting en bodemkundige situatie (verschil in dikte en opbouw van de deklaag). Op het moment dat het inrichtingsplan voor het bedrijventerrein beschikbaar en vastgesteld is, dient een ophoogplan voorzien van een grondbalans en een gecombineerd drainageplan en rioolplan te worden opgesteld.

De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in de rapportages: Geohydrologisch en geotechnisch onderzoek betreffende toekomstig bedrijventerrein Gorinchem-Noord te Gorinchem (Fugro, 2004).