Plan: | Gorinchem-Noord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0512.BP2010105-8100 |
In het plangebied Gorinchem-Noord, gelegen tussen de A27 en het Merwedekanaal en ten noorden van de Betuweroute en Haarweg (zie 2.1), is sprake van verschillende ruimtelijke ontwikkelingen die om een samenhangende visie vragen. Dit vooral ook omdat het plangebied is gelegen op het scheidsvlak tussen het Groene Hart en de bebouwing van Gorinchem. Deze bredere invalshoek is ook nodig omdat de Betuwelijn, de veranderingen in het Schotdeurengebied in combinatie met de plannen voor het nieuwe bedrijventerrein Groote Haar van invloed zijn op het landschap en voor Gorinchem een belangrijk visitekaartje vormt (zicht vanaf de A27).
Het bedrijventerrein 'Groote Haar, in het voormalige Streekplan Zuid-Holland Oost (en in de actuele provinciale structuurvisie herbevestigd) is aangegeven als stedelijk gebied met daarin te ontwikkelen bedrijventerrein. Het betreft een terrein met een regionale functie ten behoeve van milieubelastende bedrijvigheid. Voor dit terrein, gelegen in de kom van de autosnelwegen A15 en A27 noordelijk van de Haarweg, is in 1997 een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Naast de financiële haalbaarheid heeft toen ook de ontsluiting en de begrenzing van het bedrijventerrein bijzondere aandacht gekregen. Voortbouwend op het haalbaarheidsonderzoek is de Structuurschets Bedrijvenpark Groote Haar (RBOI, 2000) opgesteld. Deze structuurschets heeft gediend als basis voor communicatie met diverse partijen en betrokkenen. Vervolgens heeft de ontwikkeling van dit bedrijventerrein met een omvang van circa 64 ha bruto (inclusief compensatiegebied flora en fauna), waarvan circa 38 ha netto uitgeefbaar bedrijventerrein enkele jaren op zich laten wachten door onduidelijkheden over de noodzakelijk geachte aansluiting op de A27. In de, ter inzage gelegen hebbende startnotitie A27 Lunetten Hooipolder (2007) is opgenomen: 'De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft Gorinchem toegezegd een nieuwe aansluiting Gorinchem-Noord op de A27 te realiseren. Deze aansluiting maakt daarom geen onderdeel uit van alle alternatieven.' Dit betekent dat voor de onderhavige planontwikkeling wordt uitgegaan van een centrale verkeersontsluiting van het bedrijventerrein vanuit noordelijke richting via de Hoogbloklandseweg. Vanuit dit uitgangspunt is het Beeldkwaliteitsplan Bedrijventerrein Grote Haar (Grontmij, 2007 met actualisatie in 2010) opgesteld. Via overleg tussen RWS en gemeente Gorinchem is de locatie van de tijdelijke aansluiting van het bedrijventerrein op de A27 bepaald. Op bestuurlijk niveau tussen RWS en gemeente Gorinchem is besloten deze afspraak vast te leggen in een convenant. Dit convenant is eenzijdig ondertekend door de gemeente Gorinchem (zie verder paragraaf 4.4).
In het beeldkwaliteitsplan is naast de verkavelingsopzet voor het bedrijventerrein zelf, ook ingegaan op de relatie van het bedrijventerrein met het Schotdeurengebied (zone tussen Betuwelijn en Haarweg), waarin ruimtelijke plannen zijn gerealiseerd met een diversiteit aan functies en volop in ontwikkeling. Dit is ondermeer verwoord in de Deelvisie Gebiedsvisie Schotdeuren (gemeente Gorinchem, 2003). Later vertaald in de op 26 augustus 2004 door de raad vastgestelde gemeentelijke structuurvisie en in de op 23 april 2009 vastgestelde 'Wro-proof' zijnde structuurvisie. Tot slot is ook de ontwikkeling van de MerwedeLingelijn met een halte in de directe omgeving van de Haarbrug met aan de overzijde het bedrijventerrein Papland van belang. Hiervoor is op 10 maart 2006 een bestuursovereenkomst getekend.
Op 1 maart 2007 heeft de raad de rapportage Kaderstelling Gorinchem-Noord (gemeente Gorinchem, 2007) vastgesteld. Bovengenoemde ontwikkelingen zijn in deze rapportage vertaald in kaderstellende beleidsuitgangspunten die als leidraad worden gehanteerd voor de nadere stedenbouwkundige invulling van het plangebied Gorinchem-Noord en als zodanig de basis zijn van het onderhavige bestemmingsplan “Gorinchem-Noord”. Dit bestemmingsplan is noodzakelijk omdat de vigerende bestemmingsplannen (zie paragraaf 1.3) niet voorzien in bovengenoemde planontwikkelingen.