Burgemeester en wethouders kunnen afwijking verlenen van:
a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 meter, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of bebouwing;
c. de regels en toestaan dat bouwwerken met een hoogte van maximaal 3,5 meter en het oppervlak is niet meer dan 25 m2, ten dienste van het openbaar nut worden opgericht, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, telefooncellen en andere nutsgebouwtjes.
d. de regels en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hoogte van maximaal 15 meter, ten dienste van het openbaar nut worden opgericht, zoals een antenne-installatie, lichtmast of radarmast.
e. de regels en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die om telecommunicatietechnische redenen noodzakelijk zijn, zoals centrale antennesystemen en radiobakens.
f. de regels en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die om waterstaatkundige redenen noodzakelijk zijn, zoals duikers en keermuren.
26.2 Voorwaarden
Afwijking als bedoeld in lid 26.1 kan slechts worden verleend, mits:
a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.