Plan: | TU Midden en Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0021-2001 |
Milieuzonering gaat over het inpassen van bedrijfsmatige activiteiten met een goede afstand tot woningen. Hiervoor wordt de systematiek gebruikt zoals deze is opgenomen in de publicatie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009.
Voor het inpassen van milieuhinderlijke activiteiten heeft de VNG in 2007 de handreiking 'Bedrijven en milieuzonering' opgesteld. In 2009 is hierop een herziening uitgekomen. In deze handreiking worden activiteiten op SBI-code ingedeeld in milieucategorieën met elk een eigen hinderafstand, deze staan in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten (LvB). De lijst gaat uit van een gemiddelde bedrijfsvoering. Aangezien elk bedrijf met eigen technieken en manieren kan werken, zijn de hinderafstanden indicatief en worden daarom richtafstanden genoemd. De handreiking is bedoeld voor nieuwe situaties en niet voor de beoordeling van bestaande situaties. De afstanden uit de handreiking geven echter wel een indicatie van de afstanden die ter voorkoming van hinder gewenst zijn.
Omdat men in een stad als Delft verschillende leefmilieus (van levendig tot rustige woonwijk) wil behouden, is Delft in 8 verschillende gebiedstypen ingedeeld. In figuur 6 is te zien dat het plangebied in 4 verschillende gebiedstypes ligt.
Figuur 6: Gebiedstypen Delft
Het plangebied ligt in de volgende 4 gebiedstypes:
Voorzieningenwijken
Voorzieningenwijken hebben voornamelijk een maatschappelijke en of commerciële/dienstverlenende functie. Het betreft wijken met gezondheidszorgcentra, onderwijs maar ook winkelcentra. In deze gebieden bevinden zich derhalve ook gevoelige functies, zoals woningen. De milieuzonering vindt plaats volgens de VNG-systematiek waarbij dit gebiedstype gelijk wordt gesteld met een gemengde gebied uit de VNG publicatie.
Bedrijventerreinen 2
Dit zijn de zogenoemde 'hoogwaardige bedrijventerreinen', vooral gelegen in het zuidoostkwadrant van Delft. Het betreft de schonere bedrijventerreinen, waar meer kennisintensievere functies zijn gevestigd in vergelijking met traditionele bedrijventerreinen.
Ook kan dit type bedrijventerrein worden gerealiseerd voor een speciale doelgroep, bijvoorbeeld kennisintensieve bedrijven. De milieuzonering vindt plaats volgens de VNG-systematiek waarbij dit gebiedstype gelijk wordt gesteld met een bedrijventerrein uit de VNG publicatie.
Woonwijken 1
Woonwijken 1 zijn vooroorlogse wijken (en enkele vroeg naoorlogse wijken) met een grote diversiteit aan type woningen en menging van functies, zoals wonen, detailhandel, maatschappelijke voorzieningen en bedrijven. De bedrijven in dit gebied zijn aan de wijk gerelateerd. Er is een relatief kleine scheiding van woon-, werk-, uitgaan-, winkel en verkeersfuncties, maar die scheiding is wel sterker dan in de binnenstad. Daarnaast bevinden zich in deze wijken bedrijven die niet direct aan de wijk gerelateerd zijn, maar vanuit een historisch gegroeide situatie zich hier bevinden. Ook bevinden zich hier bedrijven die hier gevestigd zijn, vanwege de ligging nabij het centrum en de goede bereikbaarheid langs de ontsluitingswegen. De milieuzonering vindt plaats volgens de VNG-systematiek waarbij dit gebiedstype gelijk wordt gesteld met een gemengde gebied uit de VNG publicatie.
Infrastructuur
Het gebiedstype infrastructuur bestaat uit locaties gelegen langs weerszijden van het hart van de rijkswegen, provinciale wegen en de spoorweg. De zone is specifiek op de kaart in figuur XXX aangegeven, voor dit plangebied betreft het de Kruithuisweg het deel van A13 langs het Delftechpark. In die zone komen veelal kantoorachtige bedrijven voor, vallend onder categorie 1 of 2. De milieuzonering vindt plaats volgens de VNG-systematiek waarbij dit gebiedstype gelijk wordt gesteld met infrastructuur uit de VNG publicatie.
Het plangebied betreft grotendeels een voorzieningenwijk. Dit betekent dat er hoofdzakelijk (onderwijs)voorzieningen aanwezig zijn. Dit betreft hoofdzakelijk de Technische Universiteit Delft (TU Delft), maar ook de Haagse Hogeschool en InHolland. Soms is daarbij ook sprake van activiteiten die milieuhinder kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld geluidhinder, stofhinder, geurhinder of gevaar. Deze activiteiten zijn in het plangebied ondergeschikt aan de hoofdactiviteit onderwijs of onderzoek (bijv. laboratoria bij de TU Delft).
Verder ligt de geluidzone van de warmtekrachtkoppelingcentrale van de TU Delft over een deel van het plangebied. Deze geluidzone is met de aanduiding 'wkk' ('warmtekrachtkoppelingcentrale') op de verbeelding weergegeven. De buitenste grens van het opgenomen arceringsvlak is gelijk aan de 50 dB(A)-contour.
Ook loopt een deel van de geluidzone van industrieterrein Schieoevers ook over het plangebied. Deze geluidzone is met een arcering op de verbeelding weergegeven. De buitenste grens van het opgenomen arceringsvlak is gelijk aan de 50 dB(A)-contour.
In het gebied bevinden zich inrichtingen die een milieuvergunning hebben, danwel meldingsplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer. Deze inrichtingen hebben maximaal categorie 2 en passen daarmee goed in de gebiedstypologie van het plangebied.
Echter, in het plangebied komt één bedrijf voor met een hogere categorie dan op grond van de VNG systematiek is toegestaan. Het betreft de warmtekrachtkoppelingcentrale (WKC) van de TU Delft (categorie 5.1, SBI-code 40-5). Omdat het een historisch gegroeide situatie betreft die reeds lang zo is en omdat er geen klachten bekend zijn, heeft de WKC een maatbestemming gekregen, wat inhoudt dat uitsluitend deze categorie-5.1-activiteit hier mag plaatsvinden en overige categorie-5.1-activiteiten niet zijn toegestaan. In het plangebied zijn verder uitsluitend categorie 1 en 2 bedrijven toegestaan en bij Delftechpark zijn bedrijven toegestaan met maximaal milieucategorie 3.1.
Bij het CiTG gebouw worden winkels in de plint mogelijk gemaakt. Er zijn geen gevoelige bestemmingen als woningen aanwezig binnen de cirkel van 30 meter. Derhalve is er vanuit milieuzonering geen belemmering voor deze ontwikkeling.
Aangezien het een consoliderend bestemmingsplan is en er uitsluitend ondergeschikte ontwikkelingen gepland zijn, bestaan er vanuit milieuzonering geen belemmeringen om het bestemmingsplan vast te stellen.