direct naar inhoud van 6.6 Geluid
Plan: TU Midden en Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0021-2001

6.6 Geluid

6.6.1 Bestaande situatie

De geluidskwaliteit is over het algemeen redelijk in het plangebied, behalve waar het plangebied begrensd wordt door de drukkere doorgaande wegen zoals de Kruithuisweg, de A13 en de Schoemakerstraat.

6.6.2 Beleid en onderzoek

Indien met een plan nog niet bestaande geluidsgevoelige bestemmingen worden mogelijk gemaakt in de zone van een geluidsbron in de zin van de Wet geluidhinder, dan is de Wet geluidhinder van toepassing. Volgens de Wet geluidhinder kan een plan altijd doorgang vinden als nergens de zogenaamde voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. Als die wel wordt overschreden, kan het plan alleen doorgang vinden als hogere waarden worden vastgesteld en is het beleid hogere waarden Wet geluidhinder van de gemeente Delft van toepassing, naast de vereisten uit de Wet geluidhinder. Toepassing van het beleid draagt zorg voor een aanvaardbaar akoestisch klimaat bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde.

In het milieu-effectrapport (MER Zuidoost Delft) is de tram- en busbaan beschouwd als een autonome situatie, aangezien de tram op het moment van het opstellen van het mer al mogelijk is binnen de verkeersbestemming van de geldende bestemmingsplannen. De tram is reeds in aanleg, omdat dit was toegelaten binnen de vigerende bestemmingsplannen. Gelet hierop is in het ontwerpbestemmingsplan geconcludeerd dat de komst van de tram geen afbreuk zal doen aan de aanvaardbaarheid van het akoestisch klimaat in het plangebied.

De gemeente Delft heeft adviesbureau Witteveen en Bos opdracht gegeven om akoestisch onderzoek uit te voeren in het kader van dit bestemmingsplan. Er is onderzocht welke geluidsbelastingen optreden op de geluidsgevoelige bestemmingen langs het trajectgedeelte in dit bestemmingsplan. Uit het onderzoek (kenmerk DT390-3/mome/002) blijkt dat de OV baan ook in dit bestemmingsplan niet leidt tot onaanvaardbare geluidsniveaus. Voor wat betreft de woningen van de Balthasar van der Polweg (toren 1) bedraagt de hoogst optredende waarde zonder aftrek op basis van artikel 110 Wgh 53dB. Na aftrek op basis van artikel 110 Wgh geldt als hoogst optredende waarde 48dB. Dit is gelijk aan de voorkeursgrenswaarde. Opgemerkt wordt dat ten aanzien van de Balthasar van der Polweg in 1995 al hogere waarden zijn verleend. Uit dit besluit blijkt dat de hoogst optredende geluidbelasting op de Balthasar van der Polweg afkomstig is van de Kruithuisweg met een geluidbelasting van 55 dB(A). De geluidbelasting van deze weg ligt ruim boven de geluidbelasting ten gevolge van de OV-baan.

Het akoestisch onderzoek gaat uit van uitsluitend bus- en tramverkeer op de Mekelweg. Ter plaatse van de Mekelweg is een aanduiding opgenomen 'tram- en busverkeer', zodat uitsluitend tram- en busverkeer wordt toegestaan.

Op basis van het akoestische onderzoek kan de conclusie worden bevestigd dat de komst van de tram geen afbreuk zal doen aan de aanvaardbaarheid van het akoestisch klimaat in het plangebied. Het uitgevoerde akoestische onderzoek is in de bijlage van de toelichting worden opgenomen.

6.6.3 Gewenste ontwikkeling

Er worden geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan.

6.6.4 Conclusie

Omdat er geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen worden mogelijk gemaakt, kan het plan volgens de Wet geluidhinder doorgang vinden.