direct naar inhoud van 4.2 Beleid en onderzoek
Plan: TU Midden en Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0021-2001

4.2 Beleid en onderzoek

4.2.1 Rijksbeleid: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

Het rijk kiest in de SVIR (op 13 maart 2012 van kracht geworden) voor een selectievere inzet van rijksbeleid. Zo laat het rijk de sturing tussen verstedelijking en landschap over aan de provincies. In de SVIR zijn de ambities en doelen van de rijksoverheid vastgelegd. Het rijk gaat voor de vier ambities die hieronder aan bod komen en heeft dat vertaald naar slechts 13 nationale belangen.

Concurrentiekracht 

De economische ontwikkeling van Nederland concentreert zich steeds meer in stedelijke regio's omdat daar de meeste bedrijven zitten en kennis wordt ontwikkeld (onderzoek en onderwijs). Belangrijke knooppunten zijn de mainports Rotterdam en Schiphol, de Amsterdamse havens en Brainport Zuidoost-Nederland, maar ook de nanotechnologie in Delft (nationaal belang 1). Het rijk streeft ernaar om in 2040 bij de top 10 te behoren van meest concurrerende economieën van de wereld. 'Quality of life' is voor het vestigingsklimaat van belang.

De onderwijs- en onderzoeksfaciliteiten in het TU-gebied dragen bij aan de concurrentiekracht van Nederland. De positieve consoliderende bestemming van deze faciliteiten sluit aan op deze ambitie uit het rijksbeleid.

Bereikbaarheid

De mobiliteit van personen (per auto en OV) en het goederenvervoer blijven de komende decennia nog groeien. Het rijk wil dat het mobiliteitssysteem voldoende capaciteit heeft om de groei van de mobiliteit op te vangen. Dit kan door goede verbindingen en door een goede afstemming van infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling. De gebruiker staat daarbij centraal.

De bereikbaarheid van het plangebied is voldoende. Voor het plangebied komt de bereikbaarheidsambitie tot uiting in de aanpassing van een aantal wegen en kruispunten in het plangebied, die planologisch mogelijk zijn gemaakt in dit bestemmingsplan, onder andere aan de Schoemakerstraat. Bij de uitwerking van deze plannen zal in overleg worden getreden met de TU Delft. Ook het OV- en fietsgebruik dragen bij aan het bereiken van deze ambitie.

Leefbaarheid

Door verstedelijking, individualisering, vergrijzing en ontgroening vinden groei, stagnatie en krimp steeds vaker gelijktijdig plaats. De regionale verschillen nemen daardoor toe. De ambitie is dat in 2040 woon- en werklocaties aansluiten op de (kwalitatieve) vraag. Locaties voor transformatie en herstructurering worden zoveel mogelijk benut. Dat vraagt om borging van o.a. natuurwaarden en cultuurhistorische waarden.

In het plangebied zijn de cultuurhistorische en archeologische waarden geborgd door enerzijds de monumentenstatus van veel gebouwen en anderzijds door een dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' en/of 'Waarde - Archeologie'. Het TU-gebied heeft de afgelopen jaren een transformatie doorgemaakt, waarbij er meer functiemenging is ontstaan, onder andere door de toevoeging van studentenwoningen. Daarmee is er sprake van een aantrekkelijk woon- en werkklimaat in het plangebied en is voldoende rekening gehouden met de leefbaarheidsambitie uit de SVIR.

Veiligheid

Het rijk streeft naar een blijvend tegen extreme weersomstandigheden beschermd land. Verder is Nederland in 2040 blijvend beschermd tegen mogelijke overstromingen en is Nederland een bepalende speler in de internatinale transitie naar duurzame mobiliteit. Ook is de ambitie om in 2040 een robuust (inter)nationaal energienetwerk te hebben en om ver gevorderd te zijn in de overgang naar duurzame energievoorziening.

Het onderwerp veiligheid komt minder duidelijk terug in dit bestemmingsplan dan de overige ambities. Deze ambitie dient overwegend via andere sporen bereikt te worden.

4.2.2 Provinciaal beleid: Structuurvisie Zuid-Holland

Ten aanzien van het provinciale beleid zijn de onderstaande beleidsnota's richtinggevend geweest bij het opstellen van het plan.

Provinciale structuurvisie Zuid-Holland (2010)

De provinciale Visie op Zuid-Holland is vastgesteld op 2 juli 2010. Deze bestaat uit de Provinciale Structuurvisie, Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda structuurvisie 2010-2020. Tevens geldt de actualisering uit 2011 en is er inmiddels een ontwerp actualisering 2012.

In de structuurvisie presenteert de provincie de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Zuid-Holland. Vijf integrale hoofdopgaven zijn ruimtelijk relevant:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

De eerste en derde hoofdopgave zijn relevant voor het plangebied van bestemmingsplan TU Midden en Noord, omdat de TU bijdraagt aan een aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel van Nederland én omdat de functies in het plangebied bijdragen aan de diversiteit van het stedelijk netwerk.

Het plangebied is op de functie- en kwaliteitskaart van de provinciale structuurvisie Zuid-Holland aangeduid als Stads- en dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer.

Verordening Ruimte

In de Verordening Ruimte zijn de beleidskaders vastgelegd waarbinnen de provincie regels stelt aan de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen. Binnen het stedelijke gebied worden eisen gesteld aan het mogelijk maken van nieuwe zelfstandige kantoorlocaties en detailhandel. De provincie stelt in de verordening ook eisen aan het beschikbaar blijven van bedrijventerreinen.

In het kader van het vooroverleg heeft de provincie Zuid-Holland aangegeven dat nieuwe zelfstandige kantoren niet zijn toegestaan, tenzij deze verbonden zijn aan het kenniscluster van de TU Delft. De gemeente wil tegemoet komen aan dit punt en heeft daarom de planregels en toelichting verduidelijkt door alleen 'kennisintensieve kantoren' toe te staan. In hoofdstuk 10 komen de overlegreacties nader aan bod.

Uitvoeringsagenda

In de Uitvoeringsagenda structuurvisie 2010-2020 worden programma's en projecten benoemd die ingezet gaan worden om de 5 hoofdopgaven en 3 bovenregionale opgaven aan te pakken. Voor het plangebied van bestemmingsplan TU Midden en Noord zijn er geen specifieke projecten benoemd.

4.2.3 Regionaal beleid: Structuurplan Haaglanden

Het Regionaal Structuurplan (RSP) Haaglanden is op 16 april 2008 vastgesteld door het stadsgewest Haaglanden. Het plan geeft de regionale visie weer op de ruimtelijke ontwikkeling van de regio tot 2020 met een doorkijk naar 2030. Haaglanden kiest in het RSP voor een beperkte uitbreiding van het stedelijk gebied, de nadruk ligt op de binnenstedelijke opgave. Bestemmingsplan TU Midden en Noord is in hoofdzaak een consoliderend bestemmingsplan. Wel gelden er flexibele bouwmogelijkheden voor diverse delen van het TU-gebied. Dit sluit aan op de wens om vooral binnenstedelijk eventuele groei te faciliteren.

4.2.4 Gemeentelijk beleid: Structuurvisie Delft

'Ontmoetingen met Delft 2030' is de gemeentelijke visie op de gewenste (ruimtelijke) ontwikkeling van Delft, vastgesteld in december 2009. Met deze structuurvisie zet de gemeente de koers uit voor het ruimtelijk ordeningsbeleid in de komende decennia. De structuurvisie is niet bedoeld als blauwdruk voor de toekomst. De gemeente Delft wil met de structuurvisie een inspiratiebron bieden voor het nemen van nieuwe initiatieven en het inpassen van toekomstige ontwikkelingen in de stad.

Tegelijkertijd geeft de structuurvisie de ruimtelijke principes aan die sturend zullen zijn bij het nemen van beslissingen over de verdere ontwikkeling van de stad. De structuurvisie vormt daarmee het toetsingskader voor het initiëren, beoordelen afwegen en vaststellen van nieuwe ruimtelijke plannen zoals bestemmingsplannen. De structuurvisie is voor de gemeente ook de grondslag voor het verhalen van kosten op basis van de grondexploitatiewet. De ruimtelijke consequenties van sectorale beleidsvisies zijn geïntegreerd in de structuurvisie. Voor de periode tot 2030 is de structuurvisie daarmee kaderstellend.

Gelaagde stad

Delft is een gelaagde stad. De structuurvisie biedt voor Delft 3 perspectieven. Deze perspectieven geven de gewenste toekomst richting per schaalniveau.

  • schaalniveau stad: verbonden stad met eigen identiteit
  • schaalniveau stadsdelen: veelkleurig palet van buurten en wijken
  • schaalniveau regio: veelzijdig knooppunt in de Randstad en Zuidvleugel

Voor dit bestemmingsplan zijn een aantal elementen uit de drie perspectieven van belang, bijvoorbeeld 'groene vingers' en 'kris kras netwerk'.

Delft verbonden stad met een eigen identiteit: Groene vingers

Delft is vanouds met groene vingers verbonden met het omliggende landschap. Voor de leefbaarheid van Delft is het van essentieel belang dat deze groene structuur met nieuwe parken en brede groenstroken worden gehandhaafd en waar mogelijk versterkt. Voor plangebied TU Midden en Noord is dat bijvoorbeeld aan de orde langs de Jaffalaan, Rotterdamseweg, Mekelpark, Kruithuisweg, TU Sportcentrum.

Delft veelkleurig palet van buurten: Kris kras netwerk

De verdeling van Delft in buurten wordt door parkstroken, bermen, oevers en taluds vormgegeven. De verbindingen van deze groene routes vormen een kris-kras netwerk. Dit biedt de kans om veel bestemmingen dicht bij huis fietsend of lopend te bereiken. In het verlengde van de nieuwe fietsroute over de Gelatinebrug wordt in de structuurvisie een nieuwe fietsverbinding onder het spoor getekend. Deze verbinding is voor Delft zeer wenselijk om een fijnmazige bereikbaarheid van de Technologisch Innovatieve Campus Delft te realiseren (TIC Delft).

Technologisch Innovatieve Campus Delft (TIC Delft)

Delft creatieve kennisstad staat internationaal bekend om de Technische Universiteit (TU), haar excellente kennisinstituten en gerelateerde innovatieve kennisbedrijven op het gebied van water- en deltatechnologie, duurzame energievoorziening, biotechnologie en nanotechnologie en ICT. Wij versterken deze positie verder door in de stad letterlijk ruimte te creëren voor activiteiten die deel uitmaken van het Technologisch Innovatieve Campus Delft (TIC Delft) en voor passende woonmilieus voor mensen die werk vinden bij de TU, in de kennisinstituten en -bedrijven en voor (internationale) studenten. Maar ook door de aanwezige voorzieningen in het gebied te versterken en te zorgen voor een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit van het gebied, inclusief de bijbehorende openbare ruimte. Het TIC Delft is de term waarmee de samenballing van kennis en concentratie van kenniswerkers, kennisbedrijven, wetenschappers, kennisinstituten en onderwijs op een paar vierkante kilometer in Delft wordt aangeduid. Het zwaartepunt van het economische beleid is de dynamiek en groeikracht van dit geheel volop de ruimte te geven. De ruimtelijke samenhang van het TIC Delft met de stad vergroten en de bereikbaarheid verbeteren we door de ontsluiting per openbaar vervoer, per fiets en over de weg te verbeteren. Een goede regionale inbedding van het TIC Delft in de totale ontwikkelingsstrategie van de Zuidvleugel van de Randstad is van levensbelang voor het succesvol verder ontwikkelen van het TIC Delft. Een goede bereikbaarheid is daarbij essentieel.

4.2.5 Gemeentelijk beleid: Masterplan TIC Delft 2.0

In het Masterplan TIC Delft 2.0 zijn 9 sleutelprojecten vastgelegd die bijdragen aan de ontwikkeling van de Technologische Innovatieve Campus Delft. Daarbij draait het om het omzetten van technologische innovaties in de producten en diensten van overmorgen. Het moet een gebied zijn waar innovatie, technologie en creativiteit elkaar ontmoeten en inspireren. Ondernemers en onderzoekers kunnen er topprestaties leveren en voelen zich thuis in een aantrekkelijke omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0021-2001_0003.jpg"

Figuur 4.1: overzichtstekening Masterplan TIC Delft 2.0