direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: TU Midden en Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0021-2001

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen en groenstructuren;
  • b. extensieve recreatieve activiteiten;
  • c. recreatieve voorzieningen;
  • d. water;
  • e. langzaam verkeersroutes;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. kunstwerken;
  • h. behoud en/of herstel van natuurwaarden;
  • i. paviljoens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - paviljoen';
  • j. gemaal ter plaatse van de aanduiding 'gemaal';
  • k. voorzieningen ten dienste van tram, zoals een onderstation, zijn toegelaten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - onderstation';
  • l. bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van artikel 22 en de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • b. leidingen zijn uitsluitend onder maaiveld toegestaan;
  • c. voor het overige zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan.
4.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van artikel 22 en de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - paviljoen' zijn maximaal vijf gebouwen met een gezamenlijk totaal maximum bvo van 500 m2 en een maximale inhoud van 1000 m3 per gebouw en een hoogte van maximaal 7 m toegestaan, met dien verstande dat deze gebouwen niet zijn toegestaan ter plaatse van langzaam verkeersroutes;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - ondergrondse fietsenstalling' is een onder maaiveld gelegen fietsenstalling en berging toegestaan, ondergeschikte bouwdelen worden daarbij niet meegerekend;
  • c. voor het overige zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
4.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - paviljoen' zijn tevens in totaal maximaal vijf gebouwen toegestaan ten behoeve van onderwijsvoorzieningen, onderzoeksvoorzieningen, dienstverlening, horeca en kleinschalige detailhandel. Met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - paviljoen' kleinschalige detailhandel is toegestaan tot een bruto vloeroppervlak van maximaal 200 m2, zoals een buurtwinkel.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - ondergrondse fietsenstalling' is tevens een onder maaiveld gelegen fietsenstalling en berging toegestaan.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'gemaal' is tevens een gemaal toegestaan.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'water' is tevens water toegestaan en dient in stand te worden gehouden.
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - botanische tuin' zijn de gronden tevens bedoeld voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek in de botanie.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van halfverharde paden en wegen;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • e. het aanbrengen van drainage;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
4.4.2 Uitzondering verbod

Het verbod als bedoeld in lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, en/of
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
4.5 wro-zone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' met toepassing van art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in de bestemming 'Sport' met bijbehorende hekwerken en een bouwvlak toe te staan, waarbij de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m, in verband met het verlengen van de schietbaan, mits deze wijziging geen onevenredige nadelige gevolgen voor de omgeving heeft.