Plan: | Zuidwest 3 Tanthof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0015-2001 |
Op basis van historische informatie en in het verleden uitgevoerde bodemonderzoeken is voor het gehele grondgebied van Delft een bodemkwaliteitskaart opgesteld. De bodemkwaliteitskaart maakt deel uit van de nota bodembeheer en is in december 2009 bestuurlijk vastgesteld. In de nota is berekend wat de gemiddelde bodemkwaliteit van de trajecten 0-0,5 m-maaiveld en 0,5-2,0 m-maaiveld in een bepaald gebied is. Ook is opgenomen wat de bodemfunctie van een bepaald gebied is en welke toepassingseisen gelden in geval van grondverzet.
In het plangebied bevindt zich in de volgende bodemkwaliteitszones:
De bodemfunctie dient niet verward te worden met de functies uit het bestemmingsplan. Dit kan lastig zijn, omdat de terminologie overeen kan komen. Het bestemmingsplangebied bevat overwegend de bodemfuncties Groen en Wonen met (stads)tuin.
Over het algemeen dient de bodemkwaliteit te worden gehandhaafd en waar mogelijk op lokaal niveau te worden verbeterd. De bodemkwaliteit mag niet verslechteren. De vigerende wetgeving (Wet bodembescherming en het Besluit Bodemkwaliteit), het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk bodembeleid moeten in acht worden genomen. Opgemerkt wordt dat bodemonderzoeken een beperkte geldigheidsduur van vijf jaar hebben. Voor her te ontwikkelen gebieden geldt dat er voor bouwaanvragen een verkennend en/of aanvullend bodemonderzoek, conform NEN 5740 en NEN 5707, noodzakelijk is. Indien uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van een verontreiniging die humane, ecologische of verspreidingsrisico's oplevert, dienen deze te worden weggenomen. De locatie is in dat geval pas geschikt voor de bestemming als blijkt dat er geen risico's aanwezig zijn en/of deze zijn weggenomen.
Binnen het plangebied Zuidwest 3 zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Binnen het plangebied Zuidwest 3 zijn diverse (potentiële) gevallen van ernstige bodemverontreiniging aanwezig.
Onderzoeksinformatie over wijzigingsgebied (oostzijde Laan der Verenigde Naties)
Aan de oostzijde van de Laan der Verenigde Naties is recentelijk het “Verkennend bodemonderzoek Laan der Verenigde Naties hoek Sadatweg, 23 mei 2011, projectnummer NC11040600/001, RPS BCC B.V.” uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de aangetoonde bodemkwaliteit (hooguit licht verhoogde concentraties) geschikt is voor alle gebruiksvormen (van wonen met moestuin tot industrie).
Voor het wijzigingsgebied aan de oostzijde van de Laan der Verenigde Naties is voldoende onderzoek uitgevoerd. Deze locatie is geschikt voor alle gebruiksvormen.
Het bestemmingsplan is – behoudens de in paragraaf 6.1 beschreven kleinschalige ontwikkelingen – conserverend van aard, waarbij geen nieuwe ontwikkelingen worden voorzien, anders dan de gebruikelijke bouwplannen die mogelijk zijn binnen het huidige juridisch-planologische kader van het geldende bestemmingsplan en de realisatie van een vpi op de hoek Tanthofdreef/ Hoogspanningspad. Uitgangspunt is dat de bodem geschikt moet zijn voor de bestemming. De algemene bodemkwaliteit dient te voldoen aan de lokale maximale waarden in combinatie met de bodemfunctie die voor het betreffende gebied is vastgesteld. In de praktijk komt het erop neer dat de huidige bodemkwaliteit dient te worden aangehouden. Er dient bij voorkeur te worden gewerkt met een gesloten grondbalans (met uitzondering van mogelijk ernstig verontreinigde saneringslocaties). Alle vrijkomende grond dient zoveel mogelijk binnen het gebied te worden hergebruikt op basis van de vastgestelde Nota bodembeheer. Hierdoor wordt het gebruik van grondstoffen en vervoersbewegingen tot een minimum beperkt. Indien grond nodig is, dan dient dit zoveel mogelijk vanuit de regio te worden aangevoerd.
Ontwikkelingen in relatie tot bodemkwaliteit
Dit bestemmingsplan legt vooral de bestaande situatie opnieuw planologisch vast. Voor de ontwikkelingen zoals genoemd in paragraaf 6.1 geldt het volgende in relatie tot bodemkwaliteit.
De wijzigingsbevoegdheid aan de oostzijde van de Laan der Verenigde Naties is hierboven apart besproken, aangezien hiervoor een specifiek onderzoek uitgevoerd is.
Het bestemmingsplan is – behoudens de in paragraaf 6.1 beschreven kleinschalige ontwikkelingen – conserverend van aard, waarbij geen nieuwe ontwikkelingen worden voorzien, anders dan de gebruikelijke bouwplannen die mogelijk zijn binnen het huidige juridisch-planologische kader van het geldende bestemmingsplan en de bouw van een vpi. Uitgangspunt is dat de bodem geschikt moet zijn voor de bestemming. De algemene bodemkwaliteit dient te voldoen aan de lokale maximale waarden in combinatie met de bodemfunctie die voor het betreffende gebied is vastgesteld. In de praktijk komt het erop neer dat de huidige bodemkwaliteit dient te worden aangehouden. Er dient bij voorkeur te worden gewerkt met een gesloten grondbalans (met uitzondering van mogelijk ernstig verontreinigde saneringslocaties). Alle vrijkomende grond dient zoveel mogelijk binnen het gebied te worden hergebruikt op basis van de vastgestelde Nota bodembeheer. Hierdoor wordt het gebruik van grondstoffen en vervoersbewegingen tot een minimum beperkt. Indien grond nodig is, dan dient dit zoveel mogelijk vanuit de regio te worden aangevoerd.
Voor nieuwe ontwikkelingen is over het algemeen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning een verkennend en/of aanvullend bodemonderzoek, conform NEN 5740 en NEN 5707, noodzakelijk. Indien uit onderzoek blijkt dat er sprake is van een verontreiniging die humane, ecologische of verspreidingsrisico's oplevert, dienen deze te worden weggenomen. De locatie is in dat geval pas geschikt voor de bestemming als blijkt dat er geen risico's aanwezig zijn en/of deze zijn weggenomen.
Voor het bouwen van de vpi en het wijzigingsgebied aan de oostzijde van de Laan der Verenigde Naties is voldoende onderzoek uitgevoerd. De wjizigingslocatie is geschikt voor alle gebruiksvormen.