direct naar inhoud van 6.2 Water
Plan: Zuidwest 3 Tanthof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0015-2001

6.2 Water

In deze paragraaf is de belangrijkste waterinformatie opgenomen. Meer gedetailleerde en specialistische informatie voor de toetsing van het plan door het hoogheemraadschap Delfland is opgenomen in bijlage1.

Het plangebied valt binnen de watereenheid van de Lage Abtswoudsepolder. In deze polder ligt geen wateropgave. Tanthof staat bekend om het ruime karakter en het vele water. Het ambitieniveau voor de waterkwaliteit is water als natuurgoed.

Eén van de belangrijkste kenmerken van Tanthof zijn de oost-west lopende groenstroken met watergangen, die zodanig zijn gepland dat iedere woning binnen een straal van maximaal 120 meter van het groen en water is gelegen.

Relevant voor het plangebied is dat het een waterrijk gebied betreft waar op verschillende locaties natuurvriendelijke oevers of helofytenfilters zijn aangebracht en waar een gebiedseigen flexibel watersysteem wordt gerealiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0015-2001_0042.jpg"

Figuur 6.1: aanwezige watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen

De enige polderwaterkering in het plangebied is de Tanthofkade tussen de Lage Abtswoudsepolder en de Kerkpolder, gelegen aan oostzijde het plangebied. De waterkering bestaat uit het waterstaatswerk met een beschermingszone.

Het gehele gebied is gescheiden gerioleerd en aangesloten op het rioolgemaal aan de Slauerhofflaan.

In het gebied worden plaatselijk hoge grondwaterstanden ervaren. Deze hoge grondwaterstanden bevinden zich hoofdzakelijk in Tanthof-Oost, veelal onder de aanwezige bebouwing. Omdat Tanthof-Oost een bekend gebied is qua grondwateroverlast (ook uit de grondwatervisie van de gemeente Delft) is dit gebied als knelpunt meegenomen in de Watergebiedsstudie. In het bestemmingsplan kunnen geen specifieke maatregelen getroffen worden ten aanzien van dit knelpunt.

In het gebied bevinden zich enkele kleine rioolgemaaltjes. Deze gemaaltjes zijn noodzakelijk om recente uitbreidingen aan te sluiten op het gemeentelijk rioolstelsel. Er bevindt zich een poldergemaal in de slingervijver in het Abtswoudsepark.

6.2.1 Beleid en onderzoek

Water is de afgelopen decennia een belangrijk item geworden in ruimtelijke plannen. Dit is terug te vinden in tal van regelingen op Europees, landelijk en provinciaal niveau, zoals: de Europese kaderrichtlijn Water (2000), de Vierde Nota Waterhuishouding (1998), het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (2000), de Beleidsnota Groen, Water en Milieu 2006-2010, de Zwemwaterrichtlijn 2006, de Watertoets (2001), de Nota Bruisend Water (1999) en het beleidsplan Milieu en Water (2000).

Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft haar beleid vastgelegd in het Waterbeheersplan 2010-2015. Het verbeteren van de waterkwaliteit en het vergroten van de bergingscapaciteit zijn belangrijke pijlers binnen dit beleid. In het kader van het project ABC-Delfland is de waterbergingseis voor stedelijk gebied vastgesteld op 325 m3/ha.

De gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben samen het Waterplan Delft, een blauw netwerk (2000) opgesteld. Het plan richt zich op het realiseren van gezonde en veerkrachtige watersystemen. Daarmee worden systemen bedoeld, waarvan de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit passen bij de (natuurlijke) situatie ter plaatse. Voor veerkrachtige systemen is verder van belang dat verstoringen in het systeem relatief makkelijk kunnen worden opgevangen.

De gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben tevens gezamenlijk de Waterstructuurvisie (2005) opgesteld. Het doel van de Waterstructuurvisie is om het watersysteem van Delft over 25 jaar optimaal te laten functioneren. Deze visie richt zich met name op het waterbergingsvraagstuk. Hierbij wordt uitgegaan van de principes van duurzaam integraal waterbeheer en een norm voor waterberging van 325 m3/ha in het stedelijk gebied. De realisatie hiervan wordt zoveel mogelijk opgehangen aan de ontwikkelingen en herstructureringen die de komende decennia in Delft plaatsvinden. Daarnaast wordt in de waterstructuurvisie een betere waterkwaliteit nagestreefd conform de ambities van het waterplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0015-2001_0043.jpg"

Figuur 6.2: waterstructuurvisiekaart Delft

6.2.2 Gewenste ontwikkeling

In de Waterstructuurvisie zijn diverse maatregelen benoemd ter verbetering van de waterhuishoudkundige situatie. Dit betreft vooral maatregelen op inrichtingsniveau. Het voert in het kader van het bestemmingsplan te ver om deze hier op te nemen.

In het kader van het bestemmingsplan zijn er de volgende maatregelen en aandachtspunten relevant:

  • De hoofdwaterstructuur is op de verbeelding bestemd als 'Water'.
  • Het waterstaatwerk en beschermingszone van de waterkeringen zijn planologisch beschermd door middel van een dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'. Daarmee is de veiligheid van de waterkeringen voor een belangrijk deel gewaarborgd.
  • Voor het plangebied zijn geen bijzondere eisen als het gaat om beheer en onderhoud. Het onderhoud aan de watergangen wordt deels varend en deels vanaf de kant uitgevoerd.

Watertoets

Dit bestemmingsplan legt vooral de bestaande situatie opnieuw planologisch vast. Voor de ontwikkelingen zoals genoemd in paragraaf 6.1 geldt het volgende.

  • Het project Koe in de Weijk heeft geen nadelige invloed op het watersysteem, omdat er geen sprake is van toename van verhard oppervlak, er geen watervervuiling als gevolg van de activiteit optreedt en er geen wijzigingen worden aangebracht die van (nadelige) invloed zijn op het watersysteem.
  • De realisatie van de VPI op de hoek Tanthofdreef/ Hoogspanningspad heeft geen nadelige invloed op het watersysteem. De VPI wordt ingepast in de bestaande grondwal (en voorzien van een grasdak). Het toegangspad bestaat uit grastegels. Er is geen toename van verhard oppervlak en geen watervervuiling als gevolg van de bouw van de VPI en er geen wijzigingen in het watersysteem worden aangebracht.
  • Voor een buitenschoolse opvang (BSO) bij de tennisvereniging geldt dat dit zal plaatsvinden in een bestaand gebouw. Er komt geen bebouwing bij, alleen het gebruik van het bestaande pand wordt geïntensiveerd. Er is daardoor geen nadelige invloed op het watersysteem.
  • Het realiseren van extra parkeerplaatsen kan – afhankelijk van de omvang – een nadelig effect op het watersysteem hebben. Deze ontwikkeling dient daarom apart beoordeeld te worden. Daartoe is een algemene binnenplanse afwijkingsmogelijkheid in de regels opgenomen, waarbij een aantal voorwaarden ten aanzien van nader onderzoek en inrichtingseisen zijn opgenomen.
  • De mogelijkheid voor beperkte uitbreiding van de HAT-woningen met bijvoorbeeld nieuwe entrees of liften worden als dusdanig kleinschalig beschouwd, dat hiervoor geen nadelig effect op het watersysteem wordt verwacht.
  • De winkels in Tanthof-Oost waar de mogelijkheid wordt geboden om het 'voorportaal' te bebouwen heeft geen gevolgen voor het watersysteem. Ter plaatse waar de uitbouw planologisch mogelijk wordt gemaakt is reeds volledig verhard uitgevoerd en overdekt door de bovengelegen galerij.
  • Voor de wijzigingsbevoegdheid aan de oostzijde van de Laan der Verenigde Naties geldt dat bij het nog op te stellen wijzigingsplan inzichtelijk moet worden gemaakt wat de effecten op het watersysteem zijn. Op basis van de huidige eerste inzichten stuit de uitbreiding van de bedrijfsbebouwing op deze locatie uit waterhuishoudkundig oogpunt niet op bezwaren.

In het kader van de watertoets vindt regelmatig overleg plaats tussen de gemeente en het Hoogheemraadschap van Delfland. Per brief d.d. maart 2012 heeft het Hoogheemraadschap aangegeven in te stemmen met dit bestemmingsplan.

6.2.3 Conclusie

Het watersysteem in het plangebied voldoet aan de wet- en regelgeving ten aanzien van water.