direct naar inhoud van 7.5 Besluit milieueffectrapportage
Plan: Bedrijventerreinen Delft Noord (DSM)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0013-2002

7.5 Besluit milieueffectrapportage

7.5.1 Ontwikkelingen

DSM heeft thans geen plannen voor m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten die binnen de planperiode worden gerealiseerd. Om die reden staat het bestemmingsplan activiteiten als bedoeld in onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage voor zover gelegen boven de drempelwaarde niet toe. Activiteiten die op lijst D genoemd worden maar onder de drempelwaarde blijven zijn niet uitgesloten. Voor die activiteiten is een 'vormvrije m.e.r.-beoordeling' uitgevoerd. Deze beoordeling wordt hieronder besproken.

Het feit dat m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten niet zijn toegestaan betekent niet dat die activiteiten niet aanvaardbaar zijn of meer milieuhinder geven dan op grond van de milieuvergunning mogelijk is. Toekomstige plannen kunnen mogelijk m.e.r.-(beoordelings)plichtig zijn. Als het plan niet tot meer milieuhinder leidt dan de vergunde milieuhinder, kan het plan aanvaardbaar zijn. Voor die ontwikkeling is dan een herziening van het bestemmingsplan of een uitgebreide omgevingsvergunning vereist.

7.5.2 vormvrije m.e.r.-beoordeling

Op 1 april 2011 is het Besluit milieueffectrapportage gewijzigd. Daarmee is uitvoering gegeven aan het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 15 oktober 2009 (Commissie tegen Nederland, zaak C-255/08). Door deze wijziging zijn de drempelwaarden in onderdeel D van de bijlage bij het Besluit mer indicatief geworden. Bij activiteiten die op lijst D genoemd worden maar onder de drempelwaarde blijven is er een nieuwe verplichting: de 'vormvrije m.e.r.-beoordeling' of 'vergewissingsplicht'. Het feit dat de activiteit onder de drempelwaarde blijft is een indicatie dat er waarschijnlijk geen aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn. Of dat daadwerkelijk zo is, moet in het kader van het bestemmingsplan worden onderzocht. De vormvrije m.e.r.-beoordeling kan tot twee conclusies leiden:

  • a. belangrijke nadelige milieugevolgen zijn uitgesloten: er is geen m.e.r.(-beoordeling) noodzakelijk;
  • b. belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn niet uitgesloten: er moet een m.e.r.-beoordelingsprocedure worden doorlopen of er kan direct worden gekozen een volledige m.e.r.-procedure te doorlopen.

Als belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu niet kunnen worden uitgesloten bestaat het resultaat van deze vormvrije m.e.r.-beoordeling uit het volgen van een plan-m.e.r.-procedure. Als belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu wel kunnen worden uitgesloten moet die conclusie door het bevoegd gezag worden opgenomen in de tekst van het uiteindelijke besluit in de moederprocedure (in dit geval de toelichting bij het bestemmingsplan).

De vormvrije-m.e.r.-beoordeling voor het bestemmingsplan is uitgevoerd door DHV ('Notitie vormvrije m.e.r.-beoordeling').

De milieueffectbeoordeling van DHV is toegespitst op de voor DSM maatgevende milieuthema's: geluid, geur en externe veiligheid. Daarnaast zijn de thema's Verkeer, Water, Bodem, Natuur en Archeologie beoordeeld. In de beoordeling wordt geconstateerd dat de voorziene ontwikkelingen niet tot meer hinder en gevaar leiden dan thans aan DSM vergund is. Gelet hierop zijn bijzondere omstandigheden ten aanzien van de kenmerken en locatie die zouden kunnen leiden tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn niet aan de orde. Ook is er geen sprake van negatieve cumulatieve effecten met andere projecten. Omdat er geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zullen optreden, is een m.e.r.-beoordeling of het volgen van een m.e.r.-procedure niet nodig.