direct naar inhoud van Artikel 6 Groen
Plan: Bedrijventerreinen Delft Noord (DSM)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0013-2002

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. recreatieve voorzieningen en speelvoorzieningen;
  • c. water;
  • d. langzaam verkeersroutes;
  • e. nutsvoorzieningen met de daarbij horende toegangswegen;
  • f. kunstwerken;
  • g. voorzieningen voor het stallen van fietsen;
  • h. geluidwerende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de regels van artikel 24 en de volgende bepalingen:

  • a. leidingen zijn uitsluitend onder maaiveld toegestaan.
6.2.2 Gebouwen

gebouwen zijn niet toegestaan met uitzondering van:

  • a. nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' waarvan de bouwhoogte maximaal 4,5 m mag bedragen, tenzij dit ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' anders is aangegeven;
  • b. fietsenstallingen indien:
      • de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1,5 m, de breedte niet meer bedraagt dan 2,2 m en de diepte niet meer bedraagt dan 2,4 m;
      • de voorzieningen voor het stallen van fietsen solitair staan dan wel maximaal eenmaal zijn geschakeld;
      • er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.3.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van halfverharde paden en wegen;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • e. het aanbrengen van drainage;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
6.3.2 Uitzondering verbod

Het verbod als bedoeld in lid 6.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, en/of
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.