Plan: | Bomenwijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0012-2001 |
Het gebied Bomenwijk is ingedeeld in de "Wilgenzone", de "Lindezone". In afbeelding 6.3 is de beoogde situering van het plangebied weergegeven op basis van de maximale invulling ("Bomenwijk Masterplan", versie 7 juni 2011). Afbeelding 6.4 geeft een indruk van de bestaande situatie.
Afbeelding 6.3: Masterplan Bomenwijk (versie d.d. 7 juni 2011).
Afbeelding 6.4: Luchtfoto situatie voor aanvang herontwikkeling.
Het plangebied wordt geluidbelast vanwege wegverkeerslawaai afkomstig van de A13, de Van Miereveltlaan en omliggende 30 km/h wegen. Uit de uitgevoerde onderzoeken (akoestisch onderzoeksrapport 2007.2836-114 d.d. 19 juli 2011, Cauberg-Huygen in combinatie met twee separaat beschikbare aanvullende onderzoeken, blijkt dat met name de geluidbelasting ten gevolge van de A13 een relevante rol speelt voor het plangebied.
Regelgeving
Bij beschouwing van de ontwikkeling is vastgesteld dat er, gezien de ligging van de Bomenwijk ten opzichte van de A13, waarschijnlijk sprake is van een overschrijding van de van toepassing zijnde geluidsnormen, waardoor mogelijk gebruik moest worden gemaakt van de Interimwet stad-en-milieubenadering. Naar aanleiding van die constatering is er een "stad- en milieuoverleg" gestart met provincie en rijk, en heeft nader onderzoek plaatsgevonden.
In het kader van een 'Stad en Milieu' traject is het mogelijk om een hogere waarde vast te stellen dan op basis van de Wet geluidhinder als 'ten hoogste toelaatbaar' wordt aangemerkt. Een dergelijke afwijking wordt benoemd als een 'stap-3 besluit'. Ter compensatie van een hogere geluidbelasting wordt maatregelen getroffen, bij voorkeur in hetzelfde milieucomponent, ter compensatie van de afwijking van de wettelijk grenswaarden. Afwijken kan uitsluitend indien dat voor het realiseren van zuinig en doelmatig ruimtegebruik en optimale leefomgevingskwaliteit in dat gebied noodzakelijk is.
Het instrument Stad & Milieu maakt dus de realisering van ruimtelijke initiatieven met een optimale invulling voor leefomgevingskwaliteit op milieubelaste plekken mogelijk. Daarbij dienen drie sterk met elkaar samenhangende stappen te worden doorlopen.
Om de optimale leefomgevingskwaliteit in relatie tot het zuinig en doelmatig ruimtegebruik te kunnen bepalen, is het van belang om niet alleen de milieuaspecten, maar ook andere leefbaarheidsaspecten (bezonning, nuttig gebruik van ruimten, toegankelijkheid, etc.) in beeld te brengen. In een aantal sessies is dat voor de Wilgenzone gebeurd en uiteindelijk is gekozen om over te gaan tot een stap 3-besluit. Hierna wordt een schets gegeven van de uitkomsten.
Geluidberekening
In het kader van de bestemmingsplanprocedure Bomenwijk is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (akoestisch onderzoeksrapport 2007.2836-114 d.d. 19 juli 2011, Cauberg-Huygen), waarbij inderdaad geconstateerd is dat met name de geluidbelasting ten gevolge van de A13 een relevante rol speelt voor het plangebied. Uitgaande van het "Bomenwijk Masterplan, d.d. 7 juni 2011 (maximale invulling)" en het bestaande geluidscherm langs de A13, blijkt uit de berekeningen dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden ten gevolge van de A13 (een groot deel woningen) en ten gevolge van de Van Miereveltlaan (alleen westelijk deel plangebied). Verder blijkt dat de maximaal te verlenen ontheffingswaarde van 53 dB eveneens wordt overschreden ten gevolge van de A13 op een groot deel van de woningen in de "Wilgen- en Lindezone". De ten hoogste optredende geluidbelasting (na aftrek ex. art. 110g Wgh) vanwege de A13 en de Van Miereveltlaan bedraagt, door het verkeerslawaai van de A13, 68 dB, zowel ter plekke van blok W-1 als blok GD-2/3. Zie afbeelding 6.5. Het aspect "geluid" vormt met name een belemmering voor realisatie van de woonblokken die niet aangemerkt kunnen worden als "vervangende nieuwbouw".
In onderstaande tabel zijn de relevante grenswaarden voor wegverkeerslawaai voor de A13 opgenomen.
Geluidgevoelige bestemming | Voorkeursgrenswaarde | Maximaal te verlenen ontheffingswaarde | Binnenniveau |
Woning | 48 dB | 53/63* dB | 33 dB |
* bij vervangende nieuwbouw
Met betrekking tot nog te bouwen woningen die dienen ter vervanging van bestaande woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, kan voor de te verwachten geluidsbelasting vanwege een aanwezige weg een waarde van ten hoogste 63 dB worden vastgesteld, met dien verstande dat de vervanging niet zal leiden tot:
De vervangende nieuwbouw in de "Lindezone" (de zogenaamde tweedelijnsbebouwing) voldoet aan deze criteria. De geluidbelasting ten gevolge van de A13 en de Van Miereveltlaan overschrijdt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In deze Lindezone wordt de maximaal vast te stellen waarde voor vervangende nieuwbouw echter nergens overschreden. Dit betekent dat nieuwbouw van woningen in de tweedelijnsbebouwing mogelijk is wanneer gebruik gemaakt wordt van de grenswaarden uit de Wet geluidhinder voor vervangende nieuwbouw (63 dB, zie artikel 83 lid 6 Wet geluidhinder). Het is derhalve verantwoord op basis van de Wet geluidhinder en het gemeentelijke beleid een besluit Hogere Waarden vast te stellen.
In de Wilgenzone (eerstelijnsbebouwing) is vanwege de wijzigingen in de stedenbouwkundige structuur géén sprake van vervangende nieuwbouw. In casu is er overigens wel sprake van 'vervanging', aangezien oude bebouwing wordt vervangen door nieuwbouw en er niet op 'onbebouwde gronden' wordt gebouwd. Toch valt het juridisch niet onder 'vervangende nieuwbouw' in de zin van de Wet geluidhinder. Het feit dat er geen sprake is van vervangende nieuwbouw, betekent dat óf met dove gevels dient te worden gewerkt, óf toepassing dient te worden gegeven aan de Interimwet stad-en-milieubenadering ten behoeve van de realisatie. Gebleken is dat het toepassen van dove gevels hier niet leidt tot een optimaal woon -en leefklimaat, maar toepassing van de Interimwet stad-en-milieubenadering tezamen met een goede indeling van de woningplattegrond wél. Daarbij is in het bijzonder ook gekeken naar de leefbaarheid / indelingsmogelijkheden van de woning in relatie met de andere relevante milieuaspecten (onder meer externe veiligheid).
De gemeente Delft wenst voor deze woningen (Wilgenzone, eerstelijnsbebouwing) de Interimwet stad-en-milieubenadering toe te passen. Voor dit gebied wordt een Interimwet stad-en-milieubenadering gevolgd waarbij een combinatie van gebouwgebonden maatregelen wordt voorgesteld en een stap-3-besluit genomen.
Afbeelding 6.5: Ligging van de voor geluid relevante blokken c.q. bestemmingen
De nieuwbouw in de Bomenwijk zal onder de invloedsfeer van de Rijksweg A13 komen te liggen, wat betekent dat er rekening moet worden gehouden met verkeerslawaai. Er zijn meerdere overschrijdingen van de maximale voorkeurgrenswaarde ten gevolge van de A13 en de Van Miereveltlaan. Nieuwbouw van de achterliggende woningen (ten opzichte van de A13) in de Lindezone is mogelijk wanneer gebruik wordt gemaakt van de maximale ontheffingswaarde uit de Wet geluidhinder voor vervangende nieuwbouw (63 dB). In de Wilgenzone is er geen sprake van vervangende nieuwbouw. Voor dit gebied wordt een stad-en-milieubenadering gevolgd, waarbij een combinatie van gebouwgebonden maatregelen met compenserende maatregelen en een stap-3-besluit 63 dB wordt voorgesteld. Een hogere waarde vaststelling tot een maximum van 63 dB op grond van de Interimwet stad-en-milieubenadering voor deze zone is verantwoord, mits onder andere de volgende maatregelen bij de verdere planuitwerking worden doorgevoerd (hierbij wordt opgemerkt dat tevens is gekeken naar de invloed van verschillende varianten op de tweedelijns bebouwing. Geconcludeerd kan worden dat er op dit punt weinig of geen verschillen zijn tussen de verschillende varianten).
Er is bij blok GD-2/3 gekozen om in het gebied een luw plein aan te leggen wat niet alleen groot genoeg is om de mensen uit de appartementencomplexen ruimte te geven, maar bovendien zo in te richten dat dit gebruikt kan worden door jong en oud middels bankjes, speeltoestellen, etc. In de bestemmingsplanregels wordt gewaarborgd dat dit plein verblijfsgebiedkwaliteiten krijgt. Dit betekent onder andere dat parkeren op dit plein wordt uitgesloten; bovendien is geluidluwe functie expliciet vermeld in de bestemmingsomschrijving. Achter (ten opzichte van de snelweg) het appartementencomplex zal het plein worden ingericht over de lengte van het zuidoostelijke deel tot aan 'het pootje' met GD-2 bestemming. Daarnaast wordt een aantal aanvullende maatregelen op gebouwniveau genomen (zie hierna voor de wijze van borging). Voor blok W-1 zal gezorgd worden voor een afsluitbare buitenruimte en een collectieve ruimte per bouwlaag als compenserende maatregel. Op deze wijze wordt een wijk ingericht die niet alleen een goed woon-en leefklimaat heeft, maar ook plezierig leefbaar is voor al de verschillende groepen die zich daar bevinden.
De maatregelen worden getroffen in het zelfde milieucompartiment, waarvoor Stad- en Milieu wordt toegepast, namelijk geluid. De maatregelen hebben ook werkelijk positief effect op het leefklimaat en zouden zonder toepassing van Stad- en milieu niet zijn getroffen. Zo is het plein speciaal als compensatie voor de geluidssituatie aan de voorzijde toegevoegd en zijn ook de overige maatregelen extra getroffen. Ten behoeve van het plein is het plan stedenbouwkundig aangepast; de andere maatregelen worden meer in de bouwkundige of architectonische oplossingen gevonden. De gezamenlijke maatregelen geven de toekomstige bewoners de mogelijkheid om geluidluwe situaties op te zoeken of te creëren, zodat er goed leefklimaat ontstaat.
Wijze van borging en communicatie
De genoemde voorwaarden worden zoveel mogelijk zeker gesteld in het bestemmingsplan en verder in het Programma van Eisen voor de woningen (Samenwerkingsovereenkomst). Een toetsing vindt plaats bij de uitwerking van de plannen en de beoordeling van de betreffende omgevingsvergunning.
Tenslotte is een vereiste dat de gemeente Delft en Vestia duidelijk en consistent communiceren over de geluidsituatie van de woningen richting de toekomstige bewoners. De nieuwe grenswaarden worden overeenkomstig de eisen van de Interimwet stad-en-milieubenadering in het kadaster opgenomen.