Plan: | Schieoevers Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0005-2001 |
Op het bedrijventerrein vinden van oudsher bedrijfsactiviteiten plaats, die onder 'zwaardere' milieucategorieën vallen. In het plangebied ten westen van de Schie zijn bedrijven tot en met categorie 4 zonder meer toegestaan en categorie 5 met een maatbestemming. Tussen de Schie en de Rotterdamseweg is de maximaal categorie 3.2 en binnen een afstand van 50 meter vanaf de woonbestemmingen categorie 3.1. Bedrijven uit een hogere categorie worden met een maatbestemming op de verbeelding opgenomen. Het betreft de volgende bedrijven die in onderstaande tabel zijn weergegeven. Daarbij wordt de kanttekening gemaakt dat SBI-codes van diverse jaren in omloop zijn. Hieronder is aangesloten bij de SBI-codes zoals vastgelegd in de gemeentelijke nota Bedrijven en Bestemmingsplannen uit augustus 2003.
Naam | Straat | SBI-code (1993) | Milieucategorie | ||
Avalex Regionaal reinigingsbedrijf | Schieweg 99/ Voltaweg 11 |
9000.3 C | 4 | ||
EZH Gasturbine Centrale | Schieweg 49 | 40-A3 | 5 | ||
Betonfabriek Vrijenban BV | Rotterdamseweg 376 | 2661.1 2 | 4 |
Voor het bedrijf Avalex is uitsluitend het meest zuidoostelijke gebied met een maatbestemming opgenomen. Deze gronden liggen namelijk binnen een afstand van 100 meter van de woningen aan de Rotterdamseweg. De overige gronden van Avalex passen binnen de toegelaten milieucategorieën. Voorgaande zonering is tot stand gekomen op basis van de bestaande situatie en het gemeentelijke milieuzoneringsbeleid, dat in de volgende paragraaf aan bod komt.
In de 'Nota Bedrijven en bestemmingsplannen' is het gemeentelijk beleid uiteengezet over de wijze waarop bedrijven in bestemmingsplannen worden opgenomen. In de nota wordt het plangebied aangemerkt als 'bedrijventerrein 1'. Dit zijn traditioneel gegroeide bedrijven waar ten opzichte van andere bedrijfstypen de grootste menging aan typen en categorieën bedrijven voorkomt. Dit type bedrijventerreinen heeft een geluidszonering in het kader van de Wet geluidhinder.
In de nota wordt aangegeven dat voor dit type bedrijventerrein gestreefd wordt naar, waar nodig, inwaartse zonering. Dit betekent dat het centrale deel van het gebied gereserveerd is voor bedrijfsactiviteiten die zwaarder milieubelastend zijn. In de randen is plaats voor bedrijven met een lagere milieubelasting. Deze vormen een buffer tussen bedrijven met een zware milieubelasting en gevoelige bestemmingen (zoals wonen, onderwijs e.d.) in aangrenzende gebieden. In de lijst van bedrijfsactiviteiten (LvB) in de bijlage bij de regels staan diverse bedrijfstypen met de bijbehorende milieucategorie en de gewenste richtafstand tussen het betreffende bedrijf en gevoelige bestemmingen.
In het gebiedstype 'bedrijventerrein 1' zijn 3 zones te onderscheiden:
Voor bestaande categorie 5 bedrijven wordt een maatbestemming opgenomen. Gemeente Delft staat geen nieuwe categorie 5 bedrijven toe binnen haar gemeentegrenzen.
In de gemeentelijke nota 'Bedrijven en bestemmingsplannen' is aangegeven dat de milieucategorieën als richtlijn in acht genomen moeten worden. "Het aanhouden van een kortere afstand dan de aangegeven afstand past binnen de methode mits voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat een aanvaardbaar woonmilieu met bijbehorende leefomgevingkwaliteiten bereikt en gehandhaafd kan worden en de hinder niet toeneemt of zal toenemen." (nota Bedrijven en bestemmingsplannen: p. 3).
In de nota 'Bedrijven en bestemmingsplannen' is geen definitie van gevoelige bestemmingen opgenomen. Over het algemeen worden bestemmingen waar gedurende het grootste deel van de dag gedurende langere tijd mensen verblijven of waar gevoelige/kwetsbare groepen aanwezig zijn, aangemerkt als een gevoelige bestemming. Het gaat hierbij om woningen, scholen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, etc.
Ten behoeve van voorliggend bestemmingsplan is een milieukundig onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is de milieusituatie van het bedrijf Avalex en de Betonfabriek Vrijenban BV ten opzichte van de bestaande woningen inzichtelijk gemaakt. Ook is in dit onderzoek ingegaan op de milieukundige situatie ten opzichte van de 'nieuwe' planologische woningen aan de Rotterdamseweg 412/ 412a.
Avalex Regionaal Reinigingsbedrijf, Voltaweg 11 en Schieweg 99
Aan Avalex is op 1 april 2009 een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend. Deze vergunning is dekkend en actueel. Onderstaande informatie over Avalex is grotendeels gebaseerd op het akoestisch onderzoek 'Overlaadstation Delft in het kader van de aanvraag van een revisievergunning krachtens de Wet milieubeheer' van Cauberg Huygen d.d. 7 februari 2008, kenmerk 20073266-01. Vanuit milieuoogpunt is er geen aanleiding om het bedrijf weg te bestemmen, omdat blijkt dat aan de vergunde normen voor geluid en geur wordt voldaan.
Het bedrijf blijkt in de huidige vorm inpasbaar in de omgeving.
Avalex is maatgevend voor de milieubelasting voor dat deel van het bedrijventerrein. Immers de bedrijfsbestemming aan de overzijde van de Schie, waar de bedrijven het dichtst bij de woonbebouwing zijn gelegen, is in het nieuwe bestemmingsplan beperkt tot maximaal categorie 3. Aan de westzijde van de Schie, waar ook andere milieucategorie 4 bedrijven zijn toegelaten, is Avalex het enige bedrijf dat binnen de richtafstanden voor milieucategorie 4 bedrijven ligt.
Voor cumulatieve aspecten is geluid maatgevend en het bedrijf voldoet aan de vastgestelde maximaal toelaatbare grenswaarden (MTG’s).
Om deze redenen is het zuidoostelijk deel van het bedrijf met een maatbestemming ingepast.
De resulterende en geaccepteerde milieubelasting op de dichtstbijzijnde woningen daarbij is voor geluid, geur, stof en gevaar zoals hieronder wordt toegelicht.
Geluid
NB: de actuele geluidbelasting bedraagt cumulatief 53 dB(A).
Geur
Ten behoeve van de vergunningaanvraag is een geuronderzoek uitgevoerd 'Overlaadstation Delftse Schie' van Oranjewoud d.d. 15 oktober 2008, rapportnummer 162236. Dit onderzoek is als separate bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd en hieruit blijkt het onderstaande.
De provincie Zuid-Holland hanteert voor Avalex een streefwaarde van 0,5 OUE/m3 als 98-percentiel en een richtwaarde van 1,5 OUE/m3 als 98-percentiel. De berekende geurbelasting bij de dichtstbijzijnde woningen van derden, waaronder de woningen Rotterdamseweg 412/ 412a, bedraagt tussen de 1,4 en de 1,5 OUE/m3 als 98-percentiel. De provincie heeft die geurbelasting als acceptabel geurhinderniveau vastgesteld.
Stof
Door de volgende middelvoorschriften wordt stofhinder bij de woningen voorkomen:
Gevaar
Avalex is geen Bevi-inrichting. Blijkens de milieuvergunning worden bij Avalex geen grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opgeslagen of gebruikt. Ook bij ongewone voorvallen binnen dit bedrijf is niet te verwachten dat gevaarlijke stoffen vrijkomen. Daarom is het aspect externe veiligheid voor de planologische inpassing niet relevant.
Omdat bovengenoemde milieubelasting voor het overige in voldoende mate wordt geborgd in de milieuvergunning van Avalex en de geluidzone is het niet nodig andere aanvullende regels in het bestemmingsplan op te nemen.
Woningen Rotterdamseweg 412/ 412a
In voorliggend bestemmingsplan wordt de woning op het perceel Rotterdamseweg 412/ 412a 'terugbestemd' naar 'Wonen'. Dit is voor Avalex de dichtstbij gelegen woning. De woning betreft bestaand gebruik. De bestaande situatie voor de woningen Rotterdamseweg 412/ 412a is getoetst voor het verlenen van de milieuvergunning aan Avalex, inclusief een toetsing van het totale geluidsniveau vanwege het gehele industrieterrein. Bij deze woning wordt aan de normen voor geluid en geur voldaan (zie ook de vorige paragraaf). Gelet hierop is er geen aanleiding om het huidige gebruik als woning weg te nemen. Er zijn dan ook geen milieuhygiënische redenen om dit perceel niet te herbestemmen als 'Wonen'.
In de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nr. 200003851/1, d.d. 15 mei 2002, is vermeld dat de Afdeling van oordeel is dat een afstand van 40 meter in redelijkheid niet verenigbaar is met de handhaving van een goed woon- en leefklimaat. De afstand van 40 meter is gerekend vanuit de laad- en loskraan tot de tuin van Rotterdamseweg 412. In het algemeen is een afstand van 40 meter tussen de perceelsgrens van een bedrijf en (de gevel van) een woning te kort voor een categorie 4 bedrijf (zie de nota Bedrijven en bestemmingsplannen, augustus 2003). Echter de bestaande situatie, met een milieucategorie 4 bedrijf op relatief korte afstand van de woonbebouwing, is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening. De geluid- en geurbelasting is immers niet onacceptabel. De geluidbelasting in de bestaande situatie bij de woning Rotterdamseweg 412 is cumulatief maximaal 53 dB(A) vanwege het gehele industrieterrein. Bij de woning Rotterdamseweg 412 is in de bestaande situatie sprake van een acceptabel geurhinderniveau. Er is dus sprake van een voldoende goed woon- en leefklimaat. Hierbij moet nog bedacht worden, dat de richtafstanden gelden voor nieuwe situaties en ten opzichte van een rustige woonwijk. Het betreft hier een bestaande situatie in een woonomgeving die niet is te typeren als een rustige woonwijk.
Voor Rotterdamseweg 414 t/m 420a zijn hogere grenswaarden Wet geluidhinder (Wgh) verleend bij besluit van 12 februari 1999. De vastgestelde hogere grenswaarde voor industrielawaai is 55 dB(A). De woningen Rotterdamseweg 412 en 412a zijn continu als woning in gebruik en aanwezig geweest, ook tijdens het vaststellen van de geluidzone. Voor industrielawaai geldt van rechtswege (ingevolge de Wgh) een grenswaarde van 55 dB(A). Voor industrielawaai is het dus niet noodzakelijk een hogere grenswaarde Wgh vast te stellen.
De woningen Rotterdamseweg 412 en 412a zijn in het voorgaande bestemmingsplan weg bestemd vanwege de geplande aanleg van een brug over de Schie, die op het betreffende perceel gerealiseerd zou worden. Inmiddels is duidelijk dat deze brug niet op deze plek gerealiseerd zal worden. Aangezien de woonfunctie steeds aanwezig is gebleven, worden deze woningen in het bestemmingsplan Schieoevers Zuid positief bestemd. Daardoor is er in planologische zin sprake van nieuwe woningen, waarbij aangetoond moet worden dat deze woningen niet teveel geluidhinder ervaren. In dat kader is ook onderzoek naar wegverkeerslawaai gedaan (DHV Advies- en ingenieursbureau, 14 november 2011, kenmerk MD-AF20112182/MK). Uit dit onderzoek blijkt dat op 2 meetpunten aan de voorzijde van de woning niet wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB uit de Wet geluidhinder. Omdat het een zeer beperkte afwijking betreft van respectievelijk 49 en 50 dB én omdat maatregelen niet financieel doelmatig zijn vanwege het beperkte aantal woningen, is er een procedure voor de verlening van hogere grenswaarden doorlopen. Uit oogpunt van geluid bestaat er daardoor geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.
Betonfabriek Vrijenban BV, Rotterdamseweg 376
Uit het onderzoek naar geluid en trillingen 'Betonfabriek Vrijenban, herziening bestemmingsplan Schieoevers-zuid te Delft', DHV BV, d.d. 8 februari 2011, kenmerk Hu.BA1005.R0, blijkt dat het bedrijf in de huidige situatie (de situatie waarop de inrichting begin 2011 in bedrijf is) voldoet aan de geluidvoorschriften uit de vigerende milieuvergunning d.d. 13 oktober 1999. Voor het aspect geluid is sprake van een milieuhygiënisch acceptabele situatie en een acceptabel woon- en leefklimaat. De huidige situatie is vergund en acceptabel geacht. Bovendien betreft het een legale bestaande situatie. Vanuit geluidoogpunt is er geen noodzaak om aanvullende maatregelen te treffen.
Uit het hiervoor genoemde onderzoek blijkt tevens dat voor de huidige situatie niet wordt voldaan aan de streefwaarden voor trillingen. Het betreft de streefwaarden uit SBR richtlijn 2 “Hinder voor personen in gebouwen; Meet- en beoordelingsrichtlijn” (1993). De streefwaarden van tabel 3 SBR richtlijn uit 1993 zijn overgenomen in de vergunning d.d. 13 oktober 1999. De overschrijding van de norm is zeer gering indien wordt aangesloten bij tabel 3 uit de SBR richtlijn B van 2002, welke geldt voor bestaande situaties voor verkeersbewegingen. Hierbij geldt een Vmax (maximale effectieve trillingssnelheden) van 0,8 en 0,4 voor respectievelijk de dag/avond- en nachtperiode. Er is dan alleen sprake van een zeer geringe overschrijding van de streefwaarden. De genoemde SBR richtlijn uit 1993 is vervangen door de richtlijn B uit 2002. Voor trillingen is er keuzevrijheid voor een nadere afweging. Voor het aspect trillingen is sprake van een milieuhygiënisch acceptabele situatie en een acceptabel woon- en leefklimaat indien door het treffen van relatief eenvoudige maatregelen de overschrijding van deze streefwaarden ongedaan wordt gemaakt. Deze maatregelen betreffen het vlak afwerken van de verharding op het terrein van de inrichting, met name bij de in- en uitrit alsmede de overgang van de wegverharding naar de hallen en de vervanging van de stelconplaten door een gladde afwerking. Dit kan niet in het kader van het bestemmingsplan gerealiseerd worden, maar verloopt via het handhavingsspoor. Het treffen van de genoemde maatregelen is zowel op grond van het geldende als op grond van het nieuwe bestemmingsplan in ieder geval mogelijk.
Er is gezien de richtafstanden tot milieugevoelige functies geen mogelijkheid om op de locatie van Betonfabriek Vrijenban B.V. bedrijven uit eenzelfde milieucategorie toe te laten maar er is wel sprake van een acceptabel woon- en leefklimaat. Daarom is het bedrijf met een maatbestemming in te passen. De maatbestemming betreft: SBI code 2661.1 2 : betonwarenfabrieken met persen, triltafels of bekistingstrillers, p.c. < 100 t/d (zie lijst van bedrijfstypen gemeente Delft, nota Bedrijven en bestemmingsplannen, augustus 2003).
Mede dankzij de genoemde uitgangspunten kan de gemeente Delft in het op te stellen bestemmingsplan kansen benutten, die de milieubelasting als gevolg van het bedrijventerrein positief beïnvloedt. Hieronder is kort beschreven welke aanpak hiervoor gebruikt is.
Milieuzonering westelijke terreingedeelte
Het gehele gebied ten westen van de Schie is bestemd voor bedrijven uit milieucategorie 4 uit de lijst van bedrijfsactiviteiten (LvB). De zone voor milieucategorie 4 is op een grotere afstand van woningen gelegen dan in het Delftse beleid is aangegeven. De afstand van categorie 4-activiteiten bedraagt minimaal 100 meter tot aan milieugevoelige bestemmingen. Dit voldoet aan de Delftse systematiek. Deze afstand is het gevolg van een logisch gekozen begrenzing op basis van de scheiding door de Schie. Dit heeft een positief effect op de milieukwaliteit voor het omliggende gebied. Door deze afstand te garanderen tussen milieucategorie 4-bedrijven en woonbestemmingen wordt een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd.
Categorie 5-bedrijfsactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan binnen de op de verbeelding aangegeven maatbestemmingen, te weten de Gasturbine Centrale aan de Schieweg. Nieuwe categorie 5-bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan.
Milieuzonering op het oostelijke terreingedeelte
De milieuzonering op het oostelijke gedeelte van het plangebied is zo aangepast dat de milieucategorieën nu overeenkomen met de afstanden tot woningen (3.2 op een afstand van 50 meter). De hoogste milieucategorie is hier 3.2. Voor Avalex en Betoncentrale Vrijenban is een maatbestemming opgenomen.
Gelet op de resultaten uit het milieuonderzoek dat in de vorige paragraaf besproken is en betrekking heeft op betonfabriek Vrijenban, zijn de openingstijden in de regels van dit bestemmingsplan vastgelegd. Hoewel het vastleggen van openingstijden in een bestemmingsplannen in veel gevallen als 'ruimtelijk niet relevant' zal worden bestempeld, is dat in dit geval bewust wel gedaan. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat er sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat (dit in tegenstelling tot een goed woon- en leefklimaat). Daarbij stelt de gemeente dat de milieuruimte van het bedrijf in de huidige situatie - gezien de omgeving waarbij woningen op korte afstand aanwezig zijn - al maximaal benut wordt. Verdere uitbreiding wordt uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening daarom niet wenselijk geacht, ook als dit alleen de openingstijden zou betreffen. Daarom zijn in dit specifieke geval de openingstijden wel ruimtelijk relevant en in de regels vastgelegd.
Het komt er daardoor op neer dat de procesactiviteiten van de betonfabriek inclusief aan- en afvoerend (vracht)verkeer uitsluitend mogen plaatsvinden van maandag tot en met vrijdag en tussen de volgende tijdstippen:
De bestaande bedrijven worden opgenomen binnen de bestemming 'Bedrijventerrein'. Op basis van de inwaartse zonering worden de toegelaten bedrijfsactiviteiten opgenomen. Daar waar sprake is van bestaande hogere bedrijfsactiviteiten dan volgens de inwaartse zonering toelaatbaar, is sprake van een maatbestemming. In de regels wordt aangegeven tot welke milieucategorie bedrijven zijn toegestaan binnen voornoemde bestemmingen. De bedrijven die een maatbestemming krijgen, zijn apart vermeld in de regels.