direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Oostgaarde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0502.BP12Oostgaarde-4001

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gemeentewerf;
  • b. afvalbrengstation;
  • c. vrachtwagenparkeerplaats;
  • d. aannemersbedrijf grond-, weg-, en waterbouw;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca': één horecagelegenheid tot een maximum van horecacategorie 3;
  • f. wachtruimte ten behoeve van waterbus of -taxi;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen: zoals groenvoorzieningen, geluidsschermen, parkeervoorzieningen, water, ontsluitingswegen en paden, laad- en losvoorzieningen en andere vergelijkbare voorzieningen;
  • h. het plaatsen en onderhouden van verkeersvoorzieningen ten behoeve van een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer op de Hollandsche IJssel.
5.1.1 Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:
  • a. gebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. doeleinden van openbaar nut.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goot- bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • c. het bouwvlak mag voor 100% bebouwd worden tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bebouwingspercentage (%)' een ander maximaal bebouwingspercentage is aangegeven.
5.2.2 Horeca

Voor het bouwen van de horecagelegenheid uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' gelden de volgende regels:

  • a. de maximale oppervlakte aan bebouwing of standplaats bedraagt 25 m2;
  • b. de maximale oppervlakte van een terras bedraagt 25 m2;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4 m.
5.2.3 Wachtruimte waterbus of watertaxi

Voor het bouwen van de wachtruimte voor de waterbus en/of watertaxi gelden de volgende regels:

  • a. de maximale oppervlakte aan bebouwing bedraagt 25 m2;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4 m.
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal:

  • a. bedrijfsinstallaties 8 m;
  • b. lichtmasten 10 m;
  • c. erf- en terreinafscheidingen 3 m;
  • d. traforuimte 4 m;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m.
5.2.5 Fietsparkeren

Bij het oprichten van gebouwen of het veranderen in gebruik dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is voor het fietsparkeren. Aanvullend op Bijlage 1 gelden hierbij voor kantoren en bedrijven de volgende regels:

  • a. ten behoeve van bedrijven minimaal 0,3 fietsparkeerplaats per werknemer;
  • b. ten behoeve van kantoren minimaal 1,2 fietsparkeerplaats per 100 m2 bvo.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor de bouw van een windmolen of -turbine.

5.3.2 Voorwaarden

Ontheffing als bedoeld in artikel 5.3.1 kan slechts worden verleend, mits de aanvrager van de omgevingsvergunning aan burgemeester en wethouders hieromtrent een schriftelijk advies van de milieudienst overlegt.

5.3.3 Nadere eisen

Aan een ontheffing als bedoeld in artikel 5.3.1 kan in ieder geval de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor geluidsoverlast wordt beperkt, worden verbonden.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. detailhandelsbedrijven zijn niet toegestaan;
  • c. zelfstandige kantoorvestigingen zijn niet toegestaan;
  • d. (bedrijfs)woningen zijn niet toegestaan;
  • e. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • f. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover niet genoemd in artikel 5.1, ontheffing verlenen voor de vestiging van bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

5.5.2 Nadere eisen

Aan de ontheffing kunnen nadere eisen worden verbonden.