direct naar inhoud van Artikel 18 Wonen
Plan: Oostgaarde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0502.BP12Oostgaarde-4001

Artikel 18 Wonen

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': bijgebouwen in de vorm van één garage en/of één berging in de voortuin;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'garage': een garage, uitsluitend bestemd voor de stalling van vervoersmiddelen en voor de berging van niet voor de handel bestemde goederen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': twee niet overdekte parkeerplaatsen met een minimale oppervlakte van 13,75 m2 per parkeerplaats;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte': een praktijkruimte;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - verpleeghuis': een verpleeghuis al dan niet in combinatie met begeleid wonen en ondergeschikte maatschappelijke voorzieningen op de begane grond;
  • h. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - parkeren op eigen terrein': minimaal één parkeervoorziening op eigen erf;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen: zoals groen, water, parkeervoorzieningen, tuinen en erven, verharding;
  • k. het plaatsen en onderhouden van verkeersvoorzieningen ten behoeve van een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer op de Hollandsche IJssel.
18.1.1 Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:
  • a. gebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. doeleinden van openbaar nut.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woningen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - uitbouw 1' het hoofdgebouw worden uitgebreid met een uitbouw met een maximale goothoogte van 3,5 en een maximale bouwhoogte van 6,5 meter waarbij de uitbouw binnen de aanduiding moet worden gerealiseerd;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' zijn vrijstaande hoofdgebouwen toegestaan;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' zijn twee-aaneengebouwde hoofdgebouwen toegestaan;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' zijn aaneengebouwde hoofdgebouwen toegestaan;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn gestapelde woningen toegestaan;
  • h. de voorgevel van het hoofdgebouw dient te worden georiënteerd op de grens van de bestemming 'Wonen' met de bestemming 'Tuin';
  • i. in afwijking van het bepaalde in lid h dient bij het ontbreken van de bestemming 'Tuin' de voorgevel van het hoofdgebouw te worden georiënteerd op de grens van de bestemmings 'Wonen' met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Indien deze ook ontbreekt dient de voorgevel georiënteerd te zijn op de grens van de bestemming 'Wonen' met de bestemming 'Groen';
  • j. de maximale goot- en bouwhoogte is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', indien geen aanduiding is opgenomen geldt de volgende goot- en bouwhoogte:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd': maximale goothoogte 6,5 meter en maximale bouwhoogte 10 meter;
  • k. tussen de rivieroever en de aanliggende woonbebouwing dient een bebouwingsvrije zone te worden aangehouden van tenminste 10 meter.
18.2.2 Bijbehorende bouwwerken
  • a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen dienen minimaal 1 meter achter de voorgevellijn te worden gebouwd;
  • b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen dienen minimaal 1 meter uit de erfgrens te worden gebouwd indien deze grenst aan het openbaar toegankelijk gebied;
  • c. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste respectievelijk 3 en 4 meter bedragen;
  • d. per hoofdgebouw mag maximaal 1 bijbehorend bouwwerk als schuur/berging worden gebouwd met een maximum oppervlak van 10 m2;
  • e. de goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste gelijk zijn aan 0.3 meter boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • f. de diepte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 3 meter;
  • g. het gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen mag ten hoogste 30 m² bedragen, danwel 50 m² indien het zij- en achtererf groter zijn dan 150 m².
18.2.3 Voor het bouwen van aan- en uitbouwen voor de voorgevel van het hoofdgebouw gelden de volgende bepalingen:
  • a. aan- en uitbouwen voor de voorgevel zijn slechts toegestaan daar waar deze op de verbeelding zijn opgenomen in het bouwvlak;
  • b. de maximale bouwhoogte van aan- en uitbouwen, die zijn gelegen voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt 3,5 meter indien bij inwerkingtreding van dit bestemmingsplan de aan- en uitbouw is voorzien van een plat dak;
  • c. de maximale goot- en bouwhoogte van de aan- en uitbouwen, die zijn gelegen voor de voorgevel, bedraagt respectievelijk 3,5 en 6 meter waarbij het dakvlak van het hoofdgebouw onafgebroken doorloopt in het dakvlak van de aan- en uitbouw;
  • d. de diepte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 6 meter;
  • e. de breedte van aan- en uitbouwen voor de voorgevel mag ten hoogste 50% bedragen van de totale breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw.
18.2.4 Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende bepalingen:
  • a. de maximale goot- en bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3,5 meter;
  • b. het bijgebouw dient binnen de aanduiding 'bijgebouw' te worden opgericht en heeft een maximaal oppervlak van 23 m²;
  • c. per hoofdgebouw mag er maximaal één garage op eigen grond worden gebouwd.
  • d. minimaal 50% van het zij- en achtererf behorende bij het hoofdgebouw dient onbebouwd te zijn.
18.2.5 Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'garage' gelden de volgende bepalingen:
  • a. de maximale goot- en bouwhoogte van een garage bedraagt ten hoogste 3,5 meter;
  • b. het maximale oppervlak van een garage bedraagt maximaal 20 m²;
  • c. per hoofdgebouw mag er maximaal één garage op eigen grond worden gebouwd.
18.2.6 Voor het bouwen ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - parkeren op eigen terrein' gelden de volgende bepalingen:
  • a. er dient ruimte te zijn voor het stallen van één motorvoertuig op eigen terrein waarbij deze plaats niet minder dan 10 m2 mag bedragen;
  • b. de stallingsplaats is niet overdekt danwel als carport gerealiseerd waarbij de carport een maximale bouwhoogte van 3,5 meter en een maximaal oppervlak van 12,5 m2 heeft.
18.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen, met uitzondering van:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot 1 meter achter de voorgevel is ten hoogste 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vanaf 1 meter achter de voorgevel is ten hoogste 2 meter;
  • c. speelvoorzieningen waarvan de hoogte maximaal 4 meter mag bedragen.
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.2, voor het toestaan van bijgebouwen, ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:

  • a. het college tevens afwijkt van de gebruiksregels, zoals bedoeld in 18.5.2;
  • b. geen onevenredige aantasting van het woongenot van omwonenden plaatsvindt;
  • c. de bedrijfsvoering van nabij gelegen bedrijven niet wordt beperkt;
  • d. per woning maximaal één afwijking ten behoeve van inwoning voor mantelzorg wordt verleend;
  • e. de niet zelfstandige woonruimte niet meer dan 50 m2 bedraagt en wordt gefaciliteerd middels een pre-fab-woonunit.
18.4 Specifieke gebruiksregels
18.4.1 Verboden gebruik

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het gebruik van een garage voor bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting of seksbedrijf;
  • d. het gebruik van het hoofdgebouw als beroeps- of bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte.
18.4.2 Aan huis gebonden beroep

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval niet verstaan, het gebruik van de woning voor aan huis gebonden beroep en persoonlijke dienstverlening als bedoeld in artikel 1.33 onder a, onder voorwaarden dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij maximaal 40% van het oppervlak van de begane grond en maximaal 25% van het totale vloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken als zodanig mag worden gebruikt, tot een maximum van 50 m2;
  • b. de bewoner zelf het aan huis gebonden beroep uitoefent;
  • c. de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
  • d. het gebruik geen onevenredige nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • e. geen activiteit plaatsvindt betreffende een inrichting als genoemd in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tenzij voldoende vaststaat dat de vestiging van de activiteit geen overwegende bezwaren van milieuhygiënische aard zal oproepen, gelet op de ligging, bedrijfsvoering en omvang van het bedrijf ten opzichte van de nabij gelegen woonbebouwing;
  • f. door de uitoefening van de activiteiten het uiterlijk aanzien van de woning niet zodanig verandert, dat de woning het karakter van een woning geheel of gedeeltelijk verliest;
  • g. detailhandel slechts is toegestaan voorzover deze beperkt blijft tot een beperkte verkoop en in direct verband staat met het aan huis gebonden beroep of het aan huis gebonden bedrijf.
18.4.3 Volledige praktijkruimte

In afwijking van artikel 18.4.2 mag ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' het gehele hoofdgebouw als praktijk worden gebruikt. Met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' en de bouwaanduiding 'gestapeld' de praktijkruimte is toegestaan in de woning gelegen op de begane grond.

18.5 Afwijken van de gebruiksregels
18.5.1 Bed and Breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van een Bed and Breakfast met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • b. de Bed and Breakfast voorziening een maximumcapaciteit kent van ten hoogste 8 personen, met een maximum verblijfsduur van 6 weken;
  • c. bedoeld gebruik geen hinder voor het woonmilieu mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • d. bedoeld gebruik geen belemmering voor de omliggende bedrijven mag opleveren;
  • e. het gebruik naar de aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
  • f. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
  • g. er mag geen duurzame ontwrichting van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur ontstaan;
  • h. het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer;
  • i. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid (parkeernorm 1 parkeerplaats per kamer) op eigen terrein. Het bevoegd gezag kan gemotiveerd afwijken van de parkeernorm en toestaan dat in minder parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie;
  • j. de Bed and Breakfast voorziening dient in bestaande bebouwing te worden gerealiseerd;
  • k. maximaal 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijbehorend bouwwerken mogen ten behoeve van een Bed and Breakfast in gebruik zijn, zulks met een absoluut maximum van 80 m² (een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 50 m² bedragen);
  • l. de omgevingsvergunning ter afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van de Bed and Breakfast voorziening, uitsluitend bij een woonfunctie wordt verleend.
18.5.2 Bewoning vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.4.1 onder a, teneinde bewoning in vrijstaande bijgebouwen mogelijk te maken ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:

  • a. met een medische verklaring de noodzaak van mantelzorg wordt aangetoond;
  • b. aangetoond wordt dat de mantelzorg tijdelijk van aard is;
  • c. de niet zelfstandige woonruimte een maximum oppervlak van 50 m2 heeft;
  • d. geen onevenredige aantasting van het woongenot van omwonenden plaatsvindt;
  • e. de bedrijfsvoering van nabij gelegen bedrijven niet wordt beperkt;
  • f. per woning niet meer dan één ontheffing ten behoeve van inwoning voor mantelzorg wordt verleend.
18.6 Wijzigingsbevoegdheid
18.6.1 Beëindiging praktijkruimte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding zoals bedoeld in lid 18.1 onder f bij het beëindigen van de praktijk te verwijderen.