direct naar inhoud van Artikel 10 Kantoor
Plan: Oostgaarde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0502.BP12Oostgaarde-4001

Artikel 10 Kantoor

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren en kantoorachtige activiteiten ten behoeve van bedrijven en instellingen in de dienstverlendende sfeer;
  • b. maatschappelijke voorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang': een onderdoorgang;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk uitgesloten - kinderdagverblijf' is de vestiging van scholen, crechés, kinderdagverblijven en daarmee vergelijkbare instellingen niet toegestaan;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen: zoals groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water, ontsluitingswegen en andere vergelijkbare voorzieningen;
10.1.1 Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:
  • a. gebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. doeleinden van openbaar nut.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden opgericht;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. het bouwvlak mag voor 100% bebouwd worden tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bebouwingspercentage (%)' een ander maximaal bebouwingspercentage is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang': dient er een minimale doorganghoogte van 3 meter gerekend vanaf maaiveld aanwezig te zijn.
10.2.2 Bijbehorende bouwwerken
  • a. de bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden opgericht;
  • b. bijbehorende bouwwerken dienen minimaal op 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag maximaal de hoogte van de 1e bouwlaag + 0,3 meter van het hoofdgebouw bedragen;
  • d. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedragen respectievelijk ten hoogste 3 en 4,5 meter.
10.2.3 Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen, met uitzondering van:
  • a. erfafscheidingen die voor de voorgevel maximaal 1 meter en achter de voorgevel maximaal 2 meter hoog mogen bedragen;
  • b. lichtmasten waarvan de hoogte maximaal 10 meter mag bedragen;
  • c. antennes en antennemasten waarvan de hoogte maximaal 10 meter mag bedragen.
10.2.4 Fietsparkeren

Bij het oprichten van gebouwen of het veranderen in gebruik dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is voor het fietsparkeren. Aanvullend op Bijlage 1 gelden hierbij voor kantoren en bedrijven de volgende regels:

  • a. ten behoeve van bedrijven minimaal 0,3 fietsparkeerplaats per werknemer;
  • b. ten behoeve van kantoren minimaal 1,2 fietsparkeerplaats per 100 m2 bvo.