direct naar inhoud van 6.3 Planregels
Plan: Vesting
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.Vesting-0140

6.3 Planregels

De regels bestaan uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk 1 zijn de inleidende bepalingen opgenomen, hoofdstuk 2 omvat de bestemmingsbepalingen. Verder zijn in hoofdstuk 3 de algemene regels opgenomen (artikel 24 t/m 30) en tot slot staan in hoofdstuk 4 de slot- en overgangsregels (artikel 31 en 32). Per hoofdstuk wordt hieronder nader ingegaan op de regels. Hierbij wordt de volgorde aangehouden zoals deze in de regels zijn opgenomen.

6.3.1 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

De in de regels gebruikte begrippen worden hierin omschreven ter voorkoming van misverstanden of verschil in interpretatie.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit betreft een omschrijving van de wijze waarop het meten dient plaats te vinden.

6.3.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsbepalingen

De bestemmingsbepalingen zijn opgezet volgens een vaste volgorde, die is vastgelegd binnen de SVBP2008. Alle bestemmingen zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  • een bestemmingsomschrijving;
  • bouwregels.

en in sommige gevallen:

  • afwijking van de bouwregels;
  • nadere eisen;
  • specifieke gebruiksregels;
  • afwijking van de gebruiksregels;
  • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
  • wijzigingsbevoegdheid.

Hieronder zijn de verschillende artikelen toegelicht. Allereerste komen de enkelbestemmingen aan bod die de primaire functies van de gronden aangeven. Daarnaast zijn er ook dubbelbestemmingen opgenomen, waarin de bescherming van respectievelijk archeologische waarden, de vesting en waterkeringen wordt geregeld. Deze dubbelbestemmingen moeten tevens in acht worden genomen op de gronden waar deze van toepassing zijn.

Artikel 3 Bedrijf

De bestemming Bedrijf is opgenomen voor de aanwezig bedrijven in het plangebied. Bedrijven uit categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn in zijn algemeenheid toelaatbaar is het plangebied. Afwijking van de algemene toelaatbaarheid is mogelijk als het bedrijven betreft die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen en indien een bedrijf door een milieuvriendelijke werkwijze minder hinder veroorzaakt dan op grond van de Staat van Bedrijfsactiviteiten verwacht mag worden. Er is één bedrijf aanwezig dat niet valt in de ten hoogste toelaatbare categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit bedrijf is voorzien van een specifieke aanduiding, waarmee de huidige bedrijfsactiviteiten voortgezet kunnen worden.

Hoofdgebouwen zijn in zijn algemeenheid binnen de opgenomen bouwvlakken toegestaan. In zijn algemeenheid geldt dat de zij- en achtererven voor 60% mogen worden bebouwd met erfbebouwing. Een uitzondering geldt voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten'.

Artikel 4 Centrum

Deze bestemming is opgenomen voor het centrumgebied van Brielle. Hier is uitwisselbaarheid van functies in principe mogelijk. Naast wonen zijn de volgende functies zonder meer toegestaan in dit gebied: detailhandel en dienstverlening, horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten, kantoren en maatschappelijke voorzieningen. Daarnaast is er sprake van een aantal functies binnen het centrum dat niet binnen deze algemene toelaatbaarheid valt. Het gaat hierbij om horeca die in een hogere categorie van de Staat van Horeca-activiteiten valt en om bedrijven. Deze zijn met een specifieke aanduiding op de plankaart opgenomen, waarbij in de regels de huidige activiteiten positief zijn bestemd.

De niet-woonfuncties zijn in principe alleen maar op de begane grond toegestaan. In dit artikel is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor niet-woonfuncties op de verdieping. Daarbij is in de bouwregels opgenomen dat per hoofdgebouw op de verdieping woningen gerealiseerd moeten kunnen worden. Dit betekent dat de voorziening op de begane grond het niet onmogelijk moet maken om een toegang tot de verdiepingen te realiseren. Een toegang hoeft niet per hoofdgebouw te worden gerealiseerd. Indien er een mogelijkheid bestaat een opgang voor verschillende hoofdgebouwen te combineren, is dit ook mogelijk.

Voorts is aangegeven dat bestaande hoofdgebouwen niet samengevoegd mogen worden. Dit is opgenomen om de cultuurhistorisch waardevolle parcellering te behouden. Hiervoor is wel een afwijkingsmogelijkheid opgenomen, waarbij samenvoeging uitsluitend is toegestaan indien is aangetoond dat dit vanuit detailhandelstechnisch oogpunt noodzakelijk is, tot een maximale breedte van 15 m. Hierbij moet ook rekenschap worden gegeven van het bepaalde in de (dubbel)bestemming Waarde - Cultuurhistorie - 1, waarbij is bepaald dat de breedte van een hoofdgebouw gelijk is aan de bestaande breedte van het bouwperceel, met de daarbij behorende afwijkingsmogelijkheid dat bouwpercelen samengevoegd kunnen worden, zolang de externe en interne vormgeving van de hoofdgebouwen op de bestaande bouwpercelen wordt bewaard.

Voorts is een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen in hoofdstuk 3, waarbij samenvoeging van horecavestigingen mogelijk is. Dit is een regeling die al eerder in bestemmingsplannen binnen Brielle is opgenomen. Deze regeling is niet van toepassing op bedrijven die reeds gebruik gemaakt hebben van deze wijzigingsbevoegdheid. Een uitzondering is daarom gemaakt voor de bedrijven die hiervan gebruik hebben gemaakt.

Erfbebouwing

Erfbebouwing is binnen het bouwvlak toegestaan. Voor de erfbebouwing buiten het bouwvlak is een specifieke erfregeling opgenomen. Er hier hierbij een onderscheid gemaakt naar de functie op de begane grond. Indien er wordt gewoond, mag de erfbebouwing ten hoogste 30% bedragen buiten het bouwvlak op het zij- en achtererf. Indien er een andere functie zit (detailhandel, horeca, kantoren en dergelijke), dan mag 60% worden bebouwd. Dit onderscheid is gemaakt, om te zorgen dat de leefbaarheid van de zij- en achtererven bij de woningen te behouden. Dit onderscheid wordt overigens ook gemaakt in de andere artikelen: binnen de woonbestemming mag 30% erfbebouwing buiten het bouwvlak worden gebouwd, terwijl binnen de andere bestemmingen 60% erfbebouwing buiten het bouwvlak mag worden gebouwd. Ten behoeve van de bepaling van het zij- en achtererf is in de begripsbepalingen opgenomen dat de brandgangen hiervan geen onderdeel uitmaken. Op deze manier wordt voorkomen dat de brandgangen kunnen worden bebouwd en dat ze worden meegerekend voor de bepaling van de toegestane oppervlakte aan erfbebouwing.

Tuinmuren

Daarnaast zijn in de regels specifieke bepalingen opgenomen ten aanzien van de (cultuurhistorisch waardevolle) tuinmuren. Deze tuinmuren zijn op de plankaart van een aanduiding voorzien. Bepaald is dat deze gronden uitsluitend gebruikt mogen worden als tuinmuur en dat de hoogte van deze tuinmuren minimaal 1,7 m en maximaal 2 m bedraagt.

Garages

Binnen de bestemming zijn daarnaast een aantal garages (stalling van auto en bergingen) aanwezig. Deze zijn als zodanig bestemd.

Artikel 5 Cultuur en Ontspanning

Binnen het plangebied is een dansschool en een schietsportvereniging gevestigd. Hiervoor is de bestemming Cultuur en Ontspanning opgenomen.

Artikel 6 Detailhandel

De detailhandelvoorzieningen die buiten het centrumgebied zijn gevestigd, zijn bestemd tot Detailhandel. Een aantal zaken is expliciet uitgesloten: opslag van meer dan 10.000 kg vuurwerk, tankstations en detailhandel in volumineuze goederen of grootschalige detailhandel.

Artikel 7 Groen

Deze bestemming is opgenomen voor de structurele groenelementen binnen het plangebied. Hierbinnen zijn groen en water mogelijk. Daarnaast zijn binnen deze bestemming speelvoorzieningen, voet- en fietspaden toegestaan.

Voor een gedeelte van de noordelijke vestingrand is de aanduiding natuur- en landschapswaarden opgenomen. De bestaande waarden dienen hier te worden behouden en eventueel te worden hersteld. Daarnaast is voor de vesting een specifieke aanduiding opgenomen voor behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. Binnen deze aanduiding zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot ten hoogste 6 m zijn toegestaan. Dit is opgenomen ten behoeve van vestingwerken.

De onderdoorgangen/poorten onder de Molenwal door (in het verlengde van de Zoutziederstraat) en naar het Burgemeester E. van Wissekerkplein zijn met een bouwaanduiding 'onderdoorgang' aangegeven.

Artikel 8 Horeca

De horecabedrijven die niet binnen het centrumgebied zijn gevestigd hebben deze bestemming gekregen. Hierbinnen zijn uitsluitend bedrijven uit categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan. Voor de horecagelegenheden die hier niet binnenvallen is een specifieke aanduiding opgenomen, waarmee de huidige bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan.

De algemene wijzigingsbevoegdheid (zoals ook is toegelicht onder 'Centrum') voor de vergroting van horecabedrijven is hier eveneens van toepassing.

Artikel 9 Kantoor

Deze bestemming is opgenomen voor kantoren buiten het centrumgebied van Brielle. Er is één locatie waar tevens een bedrijf is gevestigd. Deze is positief bestemd.

Artikel 10 Maatschappelijk

Binnen het plangebied zijn verschillende maatschappelijke functies aanwezig: bibliotheken, openbare diensteverlening, gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, peuterspeelzalen, sociale en welzijnsvoorzieningen en verenigingsleven. Deze zijn mogelijk gemaakt met deze maatschappelijke bestemming. Hieronder vallen eveneens verschillende functies die mogelijk zijn binnen de vestingwerken. Daarnaast is er een aantal functies dat is gecombineerd met de maatschappelijke functies (zoals detailhandel, kantoren, een galerie). Deze zijn positief bestemd met een specifieke aanduiding. Ook is specifiek aangegeven op welke percelen een dienstwoning is toegestaan.

Gebouwen (zowel hoofdgebouwen als bijbehorende bouwwerken) zijn toegestaan binnen het bouwvlak. Een aantal maatschappelijke voorzieningen zijn onderdeel van de aaneengebouwde (historische) bebouwing. Voor de regeling is aansluiting gezocht met de algemene regeling die hierbinnen geldt: buiten het bouwvlak is erfbebouwing toegestaan. Deze gebieden zijn aangegeven met de aanduiding 'erf'.

Binnen de vesting worden verschillende bastions gebuikt. Deze worden allemaal voor gebruikt door diverse verenigingen. De locaties zijn voorzien van de dubbelbestemming 'cultuurhistorische waarden' om de cultuurhistorische waarden van de vesting veilig te stellen.

Artikel 11 Tuin

De bestemming Tuin is opgenomen voor de voortuinen behorende bij hoofdgebouwen. Deze gronden dienen in principe vrij te blijven van bebouwing. Ook erfafscheidingen dienen hier laag te worden gerealiseerd.

Daarnaast is de bestemming Tuin opgenomen voor de open binnentuinen. Deze open binnentuinen zijn een specifieke waarde binnen het beschermd stadsgezicht en moeten grotendeels onbebouwd blijven. Opgenomen is dat hier ten hoogste 20 m2 aan bebouwing per perceel is toegestaan.

Voorts zijn op verschillende plekken binnen de bestemming Tuin de waardevolle tuinmuren aanwezig. Hiervoor geldt eenzelfde regeling als voor deze tuinmuren is opgenomen binnen de bestemming Centrum.

Artikel 12 Verkeer en artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied

Deze twee bestemmingen zijn opgenomen voor de openbare wegen (en pleinen). De bestemming Verkeer is met name gericht op de verkeersfunctie, terwijl de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied gericht is op de verblijfsfunctie en voor gebruik ten dienste van aangrenzende bestemmingen.

Binnen de bestemming is een aantal aanduidingen opgenomen op verschillende locaties.

De locaties waar terrassen zijn toegestaan zijn met een specifieke aanduiding 'terras' opgenomen.

Daarnaast zijn er op verschillende plaatsen de historische (hardstenen) stoepen aanwezig. Deze zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - stoep'. Hiermee wordt gewaarborgd dat deze niet anders dan ten behoeve van voetpaden en gebruik ten dienste van aangrenzende bestemmingen wordt gebruikt.

Op een paar locaties zijn historische tuinmuren aanwezig. Deze zijn aangegeven met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tuinmuur'. Hiervoor geldt eenzelfde regeling als voor deze tuinmuren is opgenomen binnen de bestemming Centrum.

Aan het Slagveld is een hijsinstallatie ten behoeve van schepen aanwezig. Deze is mogelijk gemaakt met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2'.

Over de Burgemeester H. van Sleenstraat is een verbinding tussen de schoolgebouwen aan weerszijde van de straat aanwezig. Deze is met de aanduiding 'maatschappelijk' binnen de bestemmings Verkeer aangegeven.

Artikel 14 Water

De hoofdwatergangen zijn voorzien van de bestemming Water. Het gedeelte van de vesting dat wordt aangemerkt als hoofdwatergang is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - vesting' (zie ook de bestemming Groen). Hiermee is het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden van de vesting mede geregeld.

Aan het Maarland Noordzijde zijn twee woonschepen gelegen. Deze zijn voorzien van een specifieke aanduiding, waarmee aantal en oppervlakte is geregeld.

Artikel 15 Wonen

Binnen deze bestemming is rekening gehouden met de woonfunctie en zijn tevens aan-huis-gebonden beroepen toegestaan. Op een aantal plekken in het plangebied zijn tevens andere functie aanwezig (kantoor, detailhandel, dienstverlening, galerie), die met een aanduiding positief zijn bestemd. Op een aantal locaties zijn garages en bergplaatsen gevestigd. Deze zijn onder de woonbestemming opgenomen met een aanduiding 'garage'. Ter plaatse zijn uitsluitend garages en bergplaatsen (ten behoeve van woningen) toegestaan. Daarnaast zijn onder voorwaarden kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan. Hiervoor is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen.

In zijn algemeenheid is geregeld dat hoofdgebouwen binnen het bouwvlak moeten worden gerealiseerd. Het bouwvlak mag in zijn geheel worden bebouwd. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn eveneens toegestaan buiten het bouwvlak. De oppervlakte hiervan bedraagt ten hoogste 30% van het oppervlakte van het zij- en achtererf dat buiten het bouwvlak is gelegen, tot een oppervlakte van ten hoogste 40 m2.

Binnen de woonbestemming zijn tevens de cultuurhistorisch waardevolle tuinmuren gelegen. Deze zijn voorzien van een aanduiding, waardoor op deze gronden uitsluitend tuinmuren gerealiseerd kunnen worden.

Artikel 16, 17 en 18 Waarde - Archeologie -1, - 2 en -3

Op basis van het archeologische beleid van de gemeente zijn aan het plangebied dubbelbestemmingen toegekend. Met deze dubbelbestemmingen wordt geregeld dat er uitsluitend werken en werkzaamheden uitgevoerd mogen worden, nadat is aangetoond dat de archeologische waarden niet worden aangetast. Binnen het plangebied is er sprake van drie verschillende archeologische verwachtingswaarden, waarbij per verwachtingswaarde andere verstoringsoppervlaktes en -dieptes gelden wanneer archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden. Hierbij geldt dat voor de bestemming Waarde - Archeologie - 1 altijd onderzoek nodig is, bij Waarde - Archeologie - 2 indien er sprake is van een verstoringsoppervlakte groter dan 30 m2 en dieper dan 30 cm en bij Waarde - Archeologie - 3 indien er sprake is van een oppervlakte groter dan 100 m2 en dieper dan 30 cm.

Artikel 19 en 20 Waarde - Cultuurhistorie - 1 en - 2

Het plangebied is aangewezen als beschermd stadsgezicht. Door de aanwijzing wordt de stedenbouwkundige structuur en de uitstraling van gebouwen en andere bouwwerken beschermd. Voor zover dit voor het hele plangebied (of een gedeelte daarvan) van toepassing is, is dit opgenomen binnen deze bestemmingen. Overigens zijn er een aantal waarden die samenhangen met een bepaalde bestemming of met hele specifieke bouwmogelijkheden. Deze zijn binnen enkelbestemmingen geregeld (zoals tuinmuren en stoepen).

Voor de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht wordt verwezen naar paragraaf 3.1. In hoofdstuk 4 worden verschillende waarden van het beschermd stadsgezicht beschreven. In paragraaf 6.1 is aangegeven op welke wijze de verschillende waarden worden beschermd (bestemmingsplan of Kwaliteitsnota). In bijlage 2 is nader uitgewerkt wat de specifieke waarden van het beschermd stadsgezicht zijn.

In zijn algemeenheid geldt dat binnen de bestemming Waarde - Cultuurhistorie - 1 striktere eisen gelden dan binnen de bestemming Waarde - Cultuurhistorie - 2. De bestemming Waarde - Cultuurhistorie - 1 is immers opgenomen voor het historisch kerngebied en heeft daarom meer waarden die beschermd moeten worden.

In de regels van beide bestemmingen zijn bepalingen opgenomen over kappen, dakkapellen, de oriëntatie van gebouwen, luifels en antennes. Voorts is bepaald dat gebouwen die 'op de vlucht' staan, bij herbouw wederom op de vlucht moeten worden gerealiseerd. Daarnaast is opgenomen dat de voorgevels van gebouwen in de voorgevellijn moeten worden gerealiseerd. Binnen de bestemming Waarde - Cultuurhistorie - 1 zijn voorts bepalingen opgenomen over de goot- en bouwhoogte, de breedte van een hoofdgebouw, het aantal woonlagen onder de kap en zonnepanelen.

Het is mogelijk af te wijken van de verschillende bouwregels. In zijn algemeenheid geldt dat dit alleen mogelijk is indien de waarden van het beschermd stadsgezicht niet worden aangetast. Daarnaast is voor een aantal activiteiten een omgevingsvergunning opgenomen, om zo specifieke waarden te beschermen.

Artikel 21 Waterstaat - Waterkering

Een deel van de vesting heeft een functie als regionale waterkering (het fungeert als compartimenteringsdijk - zie tevens paragraaf 5.10). Deze is opgenomen met de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Het doel van deze bestemming is ervoor te zorgen dat de waterkering wordt beschermd. Dit betekent kortweg dat er uitsluitend mag worden gebouwd indien de waterkeringsbelangen niet worden geschaad.

6.3.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 22 Antidubbeltelregel

Deze regel dient om te voorkomen dat indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 23 Algemene bouwregels

De op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden. Voorts zijn in dit artikel regels opgenomen voor bestaande afwijkingen van voorgeschreven maten en is een regel opgenomen met betrekking tot de afstemming met de Keur van het waterschap.

Artikel 24 Aanvullende werking bouwverordening

In dit artikel is bepaald dat de stedenbouwkundige bepalingen van de bouwverordening niet (aanvullend) van toepassing.

Artikel 25 Algemene aanduidingsregels

In dit artikel is de geluidszone industrielawaai opgenomen. Dit betekent dat nieuwe geluidgevoelige functies niet zonder meer toelaatbaar zijn.

In dit artikel is tevens de bescherming van de molenbiotoop geregeld.

Artikel 26 Algemene afwijkingsregels

In dit artikel zijn alle afwijkingsregels opgenomen die voor het gehele plangebied van toepassing zijn.

Artikel 27 Algemene wijzigingsregels

Dit artikel betreft alle wijzigingsbevoegdheden die voor het gehele plangebied van toepassing zijn. Dit betreft de (beperkte) overschrijding van bestemmingsgrenzen. Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om horecabedrijven te kunnen vergroten.

Artikel 28 Overige regels

Indien verwezen wordt naar andere (wettelijke) regelingen dan is in dit artikel bepaald dat deze dienen te worden gelezen als op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp plan.

6.3.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 29 Overgangsrecht

In dit artikel staan de overgangsregels voor bestaande bouwwerken en bestaande gebruiksactiviteiten die afwijken van het bestemmingsplan;

Artikel 30 Slotregel

Dit artikel geeft de titel van de regels van het bestemmingsplan aan.