direct naar inhoud van 6.2 Wijze van bestemmen
Plan: Vesting
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.Vesting-0140

6.2 Wijze van bestemmen

In de Wro wordt een aantal mogelijkheden geboden voor de juridisch-planologische opzet van een bestemmingsplan, waarmee de gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor een gebied kan worden vastgelegd. De aard van het plangebied geeft in hoofdzaak aanleiding tot een gedetailleerde bestemmingsplansystematiek, waar de bestaande ruimtelijke structuur het uitgangspunt vormt. Voor het nieuwe bestemmingsplan wordt gestreefd naar het beschermen van de aanwezige ruimtelijke en functionele kwaliteiten aan de ene kant en naar voldoende flexibiliteit aan de andere kant. Voorkomen moet worden dat voor iedere functiewijziging of bouwplan, die niet op ruimtelijke bezwaren stuiten, een afwijking dan wel een wijziging van het bestemmingsplan nodig is. Zoals eerder aangegeven heeft het plangebied een consoliderend karakter, behoudens de reeds in uitvoering zijnde ontwikkelingen. Voor het gehele plangebied is de huidige situatie in hoge mate richtinggevend voor de wijze waarop de bestemmingen zijn gelegd. Dit betekent onder meer dat de actuele stedenbouwkundige structuur, dat wil zeggen het patroon van water, straten en de daaraan gelegen bebouwing en onbebouwde ruimten, als uitgangspunt dient. Het bijzondere karakter van het gebied, de status van beschermd stadsgezicht, vraagt bovendien om enkele specifieke regels. Zo is binnen de bestemmingen Groen en Water een aanduiding opgenomen voor de vestingwerken zodat de bijzondere functie tot uitdrukking komt. Bovendien zijn middels de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie specifieke regels opgenomen voor het bouwen en uitvoeren van werken en werkzaamheden. Deze regels zijn gericht op de bescherming van de waarden en karakteristieken.

De systematiek van het vigerend bestemmingsplan dient als uitgangspunt maar wordt vertaald naar eisen vanuit de richtlijn Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008). Dit zal met name in de opbouw van de regels en de presentatie van de verbeelding (plankaart) gevolgen hebben. Het uitgangspunt is dat bestaande rechten in principe worden gehandhaafd. De bepalingen uit het vigerend bestemmingsplan worden vertaald in nieuwe bestemmingsplan.