direct naar inhoud van 5.5 Ecologie
Plan: Parklaan Noord 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0499.BPL11024HBD-OH01

5.5 Ecologie

5.5.1 Flora- en faunawet

Per 1 april 2002 is de Flora- en Faunawet van kracht geworden. De Flora- en Faunawet heeft ten doel planten- en diersoorten te beschermen, alsmede de nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren. Ongeacht de status van het gebied moet altijd aandacht worden geschonken aan de aanwezigheid van beschermde planten- en diersoorten in het gebied. De initiatiefnemer is in eerste instantie verantwoordelijk om te voldoen aan de wetgeving. Een locatie moet getoetst worden aan artikel 75 van deze wet. Door middel van een Quick-Scan flora en fauna kan een redelijk beeld verkregen worden van de voorkomende dier- en plantensoorten. Het natuurloket van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) kan hiervoor als basis dienen.

De Flora- en Faunawet is een raamwet en werkt volgens het 'nee, tenzij' principe. De ontheffingen worden verleend door het ministerie van LNV. Het instrument van vrijstelling wordt in zijn geheel verleend. In de Algemene maatregelen van Bestuur (AmvB) wordt geregeld voor welke activiteiten de verboden voor bepaalde dier- en plantsoorten niet gelden. Als er een vermoeden bestaat dat op de planlocatie beschermde dier- of plantensoorten aanwezig zijn, dan moet op grond van de Flora- en Faunawet onderzocht worden of deze soorten negatieve gevolgen kunnen ondervinden van de planontwikkeling en moet aannemelijk gemaakt worden dat een ontheffing in het kader van deze wet verleend kan worden.

Voor het gehele plangebied Parklaan is een zogenaamde quickscan uitgevoerd in het kader van de Flora- en Faunawet, door Bureau Waardenburg b.v. te Culemborg in opdracht van de gemeente Boskoop (rapportnummer 06-067, 1 augustus 2006) (bijlage 6). In deze quickscan wordt de aanwezigheid van twee strikt beschermde soorten gemeld, zijnde de rugstreeppad en de ringslang, waarvoor het aanvragen van een ontheffing noodzakelijk wordt geacht. Deze ontheffing is aangevraagd en bij brief van 27 augustus 2007 heeft de Minister aan de Gemeente Boskoop ontheffing verleend voor beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van holen of andere voortplantings- of vast rust- of verblijfsplaatsen van de ringslang en de rugstreeppad (bijlage 7). Hieraan zijn naast de algemene voorwaarden specifieke voorwaarden verbonden (7 t/m 12) ten aanzien van de ringslang en de rugstreeppad, zoals opgenomen in het besluit. De verleende ontheffing geldt tot en met 31 december 2011.

Uit extra vleermuisonderzoek is naar voren gekomen dat eventueel de toren van het Floragebouw enige betekenis kan hebben voor vleermuizen. Bij renovatie van de toren dient men rekening te houden met vleermuizen. Mogelijk kunnen de nieuwe bouwwerken in de omgeving voorzien worden van huisvestingsmogelijkheden voor vleermuizen in spouwen of onder dakbedekking. In verband met de specifieke voorwaarden uit de ontheffing aan de gemeente Boskoop is in het gebied Parklaan voorzien in een biotoop voor de rugstreeppad en de ringslang. De nieuwe biotoop is gelegen aan een watergang aan de noordkant van het plangebied tussen de spoorbaan Alphen aan den Rijn – Gouda en Laag Boskoop. De aanleg van de nieuwe biotoop is al gestart.

Gelet op de ligging van de bouwlocatie van het (deel)plan kan worden geconcludeerd dat er gelet op de uitgevoerde onderzoeken en de aan de gemeente Boskoop verleende ontheffing van de Flora- en faunawet geen nadere beperkingen en/ of aanvullende voorwaarden gelden in het kader van de flora- en faunawet. In overleg tussen de gemeente Boskoop en Vink Bouw moeten worden bekeken hoe op de bouwlocatie rekening kan worden gehouden met de voorwaarden die in het kader van de ontheffing aan de gemeente Boskoop zijn opgelegd. Het gaat dan met name om het ongeschikt maken (en houden) van de bouwlocatie als vestigingsplaats voor de rugstreeppad en de ringslang.

Tot slot zal bij de uitvoering van werkzaamheden aan de locatie, zowel voor wat betreft de saneringswerkzaamheden als de (voorbereidende) bouwwerkzaamheden, rekening moeten worden gehouden met de algemene zorgplicht als bedoeld in artikel 2 van de Flora- en faunawet, die ongeacht vrijstelling of ontheffing van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier- en plantsoorten.

5.5.2 Natuurbeschermingswet

In de Natuurbeschermingswet 1998 is de gebiedsbescherming vormgegeven. De zogenaamde Natura 2000-gebieden worden eveneens op basis van de Natuurbeschermingswet beschermd. Natura 2000-gebieden maken deel uit van een netwerk van beschermde EU-natuurgebieden, waarvan nu ook de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden deel uitmaken. De locatie Parklaan maakt geen deel uit van een Natura 2000-gebied. Wel bevindt de gemeente Boskoop zich op basis van de Nota Ruimte in een Nationaal Landschap, te weten het Groene Hart. In de Nota Ruimte van het Rijk en de structuurvisies van de betrokken provincies wordt rekening gehouden met vier kernkwaliteiten van het Groene Hart: een gevarieerd landschap, (veen-)weidekarakter, openheid en rust en stilte. Voorop staan behoud, herstel en ontwikkeling van de kernkwaliteiten van het Groene Hart. Woningbouw is mogelijk, mits deze kernkwaliteiten niet verloren gaan. Dit betekent dat de bouw moet plaatsvinden binnen de grenzen van de bebouwde kom. Het onderhavige plan is gelegen binnen de bebouwde kom.