direct naar inhoud van 5.3 Luchtkwaliteit
Plan: Parklaan Oost 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0499.BPL10014HBD-OH01

5.3 Luchtkwaliteit

In het kader van het stedenbouwkundig plan is door de Milieudienst onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit in de omgeving van het plan. De ontwikkeling dient beoordeeld te worden op het aspect luchtverontreiniging. Bij een bestemmingsplantoets is het gebruikelijk dat 10 jaar vooruit wordt gekeken. Door de Milieudienst Midden-Holland zijn berekeningen gemaakt voor de huidige situatie en de toekomstige jaren 2010 en 2020. De Milieudienst concludeert in haar rapport, dat er in het plangebied sprake is van een goede luchtkwaliteit. Er is geen sprake van een overschrijding van de jaargemiddelde grenswaarden voor NO2 of fijnstof en er treedt geen verslechtering op van de luchtkwaliteit ter plaatse.

Op 15 november 2007 een wijziging van de Wet Milieubeheer in werking getreden. Daarin is ook begrepen de zogenaamde “Wet luchtkwaliteit”. Het Besluit Luchtkwaliteit 2005 is daarmee komen te vervallen. Voor de juridische volledigheid kan daarom in deze onderbouwing niet uitsluitend worden verwezen naar het door de Milieudienst uitgevoerde onderzoek. In de Wet luchtkwaliteit is het begrip 'in betekenende mate' (IBM) ingevoerd. Ontwikkelingen die 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit hoeven in principe niet meer afzonderlijk te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Projecten dragen 'niet in betekenende mate' bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit als aannemelijk is dat de toename van de concentratie, veroorzaakt door een project, minder bedraagt dan 3%. Deze regel is in het Besluit NIBM uitgewerkt voor enkele veel voorkomende projectvormen. Concreet betekent dit dat projecten met maximaal 1500 woningen en minimaal 1 ontsluitingsweg niet getoetst hoeven te worden omdat deze 'niet in betekende mate' bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.

In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de voorgenomen transformatie van het gebied Parklaan 'niet in betekenende mate' zal bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. In relatie tot de positieve resultaten van het onderzoek dat in het kader van de Besluit Luchtkwaliteit is uitgevoerd een voor de hand liggende constatering. Specifiek voor het (deel)plan van J&W Verweij Bouw- en Aannemersbedrijf B.V. kan worden volstaan met een toets aan de Wet Luchtkwaliteit. De omvang van het (deel)plan bedraagt 40 woningen. Daarmee valt het bouwplan in de reikwijdte van de 3%-regel (categorie tot 1500 woningen), waarvan is vastgelegd dat deze 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit ter plaatse. Aan de Wet Luchtkwaliteit wordt voldaan. Opgemerkt wordt daarbij dat in artikel 5 van het Besluit NIBM een anticumulatiebepaling is opgenomen. De bepaling beoogt te voorkomen dat door het 'opknippen' van projecten in een gebied alsnog overschrijding van de norm ontstaat. In lijn met deze bepaling kan gesteld worden dat het onderhavige (deel)plan een onderdeel is van een grotere ontwikkeling en voldoet aan regelgeving. Het totale plan voor het Parklaangebied bedraagt niet meer dan 1500 woningen. Het 'opknippen' van de ontwikkeling van het Parklaangebied heeft niet plaatsgevonden in het kader van de luchtkwaliteit, maar kent een meer praktische achtergrond en leidt bovendien ook cumulatief niet tot overschrijding van de norm.