Plan: | Parklaan Oost 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0499.BPL10014HBD-OH01 |
De Wet Bodembescherming 1986 had tot doel het voorkomen, beperken of ongedaan maken van veranderingen van hoedanigheden in de bodem, die een vermindering of bedreiging betekenen van de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant of dier heeft. Deze Wet bevat algemene bepalingen voor a) de bescherming van de bodem en b) sanering in geval van verontreiniging van de bodem. Per 1 januari 2006 is de vernieuwde Wet Bodembescherming (Wbb) in werking getreden (artikel 46 Besluit financiële bepalingen bodemsanering). De vernieuwde wet wil bodemsaneringen beter aan laten sluiten bij de maatschappelijke dynamiek. Het doel is te komen tot een effectiever bodembeleid. Door de Nota Ruimte en het streekplan wordt een nadrukkelijke koppeling gelegd tussen de Wbb en ruimtelijke ontwikkelingen. Deze koppeling maakt het noodzakelijk om de toestand van de bodem na te gaan voordat een locatie tot (her)ontwikkeling kan worden gebracht.
Door Hoste Milieutechniek b.v. is daarom in drie verkennende bodemonderzoeken conform NEN 5740 onderzoek verricht naar de bodemkwaliteit van het plangebied. De drie onderzoeken hebben ieder betrekking op een deel van het plangebied.
Voor de omgeving Parklaan 11a tot en met 13 is in januari 2009 onderzoek (08111VEP) verricht. Uit dit onderzoek blijkt dat zink in een matige tot sterk verhoogd gehalte is aangetroffen. Het strekverhoogde gehalte is zeer lokaal. Geconcludeerd wordt dat er geen sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging. In de het grondwater is een matig verhoogd gehalte van barium aangetroffen. Hiervan wordt geconcludeerd dat dit het gevolg is van de plaatsing van de peilbuis en dat verwacht wordt dat het geconstateerde gehalte weer tot onder de tussenwaarde zal zakken. Aanvullend bodemonderzoek wordt niet nodig geacht en vanuit milieuhygiënisch oogpunt wordt de locatie geschikt geacht voor de voorgenomen ontwikkeling.
Voor Parklaan 15 is in april 2008 onderzoek (08096GBP) verricht. Uit het chemisch analytisch onderzoek blijkt dat de grond en het grondwater niet tot slechts licht verontreinigd zijn en de locatie wordt geschikt geacht voor de voorgenomen ontwikkeling. Bij uitvoering van het onderzoek is asbesthoudende oeverbescherming en beplating aangetroffen in een deel van het onderzoeksgebied. Hiermee dient bij werkzaamheden rekening te worden gehouden.
Voor het gebied tussen Parklaan 11 en 15 is in september 2009 onderzoek verricht (09162VEB). Uit dit onderzoek blijkt dat de grond zeer plaatselijk matig is verontreinigd met lood. De overige gronden en het freatisch grondwater zijn niet tot slechts lichtverontreinigde. Aanvullend bodemonderzoek wordt niet nodig geacht en vanuit milieuhygiënisch oogpunt wordt de locatie geschikt geacht voor de voorgenomen ontwikkeling.