Plan: | Marktweg Hem |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0498.BPMarktweg-VG02 |
het bestemmingsplan 'Marktweg Hem' van de gemeente Drechterland;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0498.BPMarktweg-VG02 met bijbehorende regels en bijlagen;
het door tenminste één lid van het betreffende huishouden uitoefenen van een vrij en zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de achterste, niet naar openbaar gebied toegekeerde lijn die het bouwvlak begrenst;
een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin uit een oogpunt van mantelzorg een gedeelte van de huishouding is gehuisvest;
een terrein waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, in een woning en bestaande bijbehorende bouwwerken, waarbij het wonen als de hoofdfunctie behouden blijft en waarbij tevens dient te zijn voldaan aan het gestelde voor bed & breakfast in het Besluit van de gemeenteraad van Drechterland van 28 november 2016, nr. 2016-63, tot vaststelling van de Beleidsregels Verblijfsrecreatie, dan wel de geldende Beleidsregel(s) voor bed & breakfast op het moment van aanvraag van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel dan wel bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
het legale gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig is of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning (vóór 1 oktober 2010)/omgevingsvergunning (ná 1 oktober 2010);
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met éénzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak, niet zijnde overkapping;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
met detailhandel vergelijkbare activiteiten voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van het publiek, voorzieningen gericht op ontspanning in de vorm van leisure, sauna's, yogastudio's, wellness, badhuizen, creativiteitscentra en daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
de lijn die van onderen het dak begrenst;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct gelegen is bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
bouwwerk op of in de directe nabijheid van een erfgrens bedoeld om een erf, tuin of terrein af te scheiden;
een ruimte als uitbreiding van een ruimte of ander vertrek in een gebouw, die buiten de gevel uitsteekt en in open verbinding staat met het bedoelde vertrek. De buitenzijde wordt begrensd door kozijnen;
elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van bioscoopvoorstellingen, markten als bedoeld in artikel 150, eerste lid, onder h van de Gemeentewet en artikel 5.2.4. van de APV, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen, het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen, betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties en activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.4.2. en 2.3.3.1. van de APV. Onder evenement wordt tevens verstaan een herdenkingsplechtigheid, een braderie, een optocht niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2.1.2.2. APV op de weg, een feest, een muziekvoorstelling of een wedstrijd op of aan de weg;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
de plaats waar men feitelijk woont en die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene;
een zelfstandig(e) dan wel samenwonende personen of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen, zoals een keuken, een woonkamer, sanitaire voorzieningen en de entree, en waarbij tevens tussen deze personen een zekere onderlinge verbondenheid bestaat (gezin of samenlevingsverband);
het huisvesten van arbeidsmigranten, die hier op grond van een EU paspoort of een tewerkstellingsvergunning legaal tijdelijk werkzaam zijn en hun hoofdverblijf elders hebben;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, zoals opgenomen in bijlage 1, geheel of overwegend door middel van handwerk, geen detailhandel en geen prostitutie zijnde, waarvan de omvang van de activiteiten zodanig is, dat het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
energie die gewonnen wordt uit kleinschalige perceelsgebonden bronnen, niet zijnde windturbines, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, water, biomassa, aard- en omgevingswarmte;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied (bij de afweging van het begrip landschappelijke waarden zal de Structuurvisie landschap, steeds onderdeel van het toetsingskader zijn);
fietspaden, voetpaden, wandelpaden en wandelgebieden;
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
het onderhoud dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes en apparatuur voor telecommunicatie;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony’s en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
een grens van een bouwperceel;
het (al dan niet tijdelijk) hebben van hoofdverblijf in een gebouw;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen enige vergoeding;
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
een gebouw dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;
bouwwerken en andere objecten, waaronder terreinen, die bestemd zijn voor het regelmatig verblijf van mensen, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een zelfstandig verrijdbaar bouwwerk, bestaande uit een lichte constructie en uit lichte materialen met wielas, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf, die gedurende meerdere jaren op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en als kampeermiddel valt aan te merken;
een voor Noord-Holland karakteristieke boerderij gekenmerkt door een vierkante constructie van gebinten, waarop een piramidevormig dak rust, al dan niet met een voorhuis;
recreatief verblijf, waarbij overnacht wordt in kampeermiddelen, recreatiewoningen en/of recreatieverblijven;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;
de (binnen het bouwperceel denkbeeldig doorgetrokken) lijn door een voorgevel(s) van het hoofdgebouw. Hierbij blijven ondergeschikte bouwdelen als erkers, portalen, aan- en uitbouwen buiten beschouwing. Deze zijn niet bepalend voor de ligging van de voorgevelrooilijn;
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een vorm van detailhandel waarbij het showen van producten en de transactie, volledig online geschiedt. Het ter plaatse afhandelen van gekochte goederen is wel toegestaan, met uitzondering van webwinkels in woningen waar geen afhaalpunt is toegestaan;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen groep personen;
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte gevelelementen;
Op onderstaande tekeningen is aangegeven wat hieronder wordt begrepen:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, ondergeschikte dakopbouwen ten behoeve van technische installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen tezamen;
het binnenwerkse vloeroppervlak van de ruimtes die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;
tussen de buitenzijde van de gevel en/of de harten van scheidingsmuren;
tussen de grens van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is;
bij het berekenen van de te bouwen oppervlakte wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen, voor zover deze zijn gelegen buiten de buitenzijde van de gevels van de bijbehorende bovengrondse gebouwen;
tussen het bouwwerk en het hoogst toegestane waterpeil, waar deze afstand het kleinst is;
tussen het bouwwerk en enig ander onderdeel daarvan, dan wel het talud of enig ander werk, en tussen het maximaal respectievelijk minimaal toegestane waterpeil, waar deze afstand het kleinst is;
de goothoogte van een lessenaarsdak wordt bepaald door de hoogte van de goot aan de lage zijde van het dak, de bouwhoogte wordt bepaald door de hoge zijde van het dak;
het gedeelte van de dakopbouw op een bijgebouw dat achter en grenzend aan de achtergevel staat wordt niet meegerekend bij de toegestane oppervlakte (30 m²). Het toegestane oppervlak van een dakopbouw op een bijgebouw wordt dus berekend over het gedeelte van de dakopbouw dat aan de zijgevel grenst.
De op de verbeelding voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen toegestaan ten dienste van het verkeer en nutsvoorzieningen, met een maximum van 15 m2 en een maximum bouwhoogte van 3 m.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Groen' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', ten behoeve van een functieverandering van een bouwperceel, mits:
De op de verbeelding voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen toegestaan ten dienste van het verkeer met een maximum van 15 m2 en een maximum bouwhoogte van 3 m.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m, waarbij de volgende uitzonderingen gelden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is:
De op de verbeelding voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is:
De op de verbeelding voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.1. sub a, mag de bouwgrens worden overschreden voor het realiseren van een erker, hiervoor gelden onderstaande regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2.3 onder a.2 in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij woningen mag worden vergroot tot maximaal 150 m², mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2.3 sub c in die zin dat de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken wordt vergroot tot niet meer dan 6 m, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 6.4 onder e in die zin dat de gronden en gebouwen in combinatie met het wonen worden gebruikt voor logiesverstrekking ten behoeve van recreatieve bewoning in de vorm van bed and breakfast.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone - wijzigingsgebied 2" de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte gewijzigd wordt naar een maximale goothoogte van 6,5 m en een maximale bouwhoogte van 12 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
De op de verbeelding voor 'Wonen-Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van het woongebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bergingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het gezamenlijk maximum aantal woningen in de bestemming 'Wonen' en 'Wonen - Woongebouw' mag niet meer bedragen dan 34 woningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" het maximum aantal woningen per bouwvlak is aangegeven. Het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" in de bestemmingen 'Wonen' en 'Wonen - Woongebouw' maakt onderdeel uit van het gezamenlijke aantal van 34 woningen.
Waar in dit plan voor (hoofd)gebouwen een maximale goothoogte en/of een maximale bouwhoogte is voorgeschreven mag het hieruit voortvloeiende maximum bouwprofiel worden overschreden door antennes, schoorstenen en ondergeschikte dakopbouwen ten behoeve van technische installaties.
De bouwgrenzen mogen, in afwijking van het op de verbeelding en/of in hoofdstuk 2 bepaalde, uitsluitend worden overschreden door:
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de desbetreffende bepalingen van de planregels ten aanzien van de volgende onderwerpen:
De afwijking wordt niet verleend indien daardoor ernstige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de milieusituatie, de landschappelijke waarden, de natuurlijke waarden, de geomorfologische waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, zodanig dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de genoemde criteria.
De op de verbeelding en in de regels geboden ruimte ten aanzien van de situering en de maatvoering van bouwwerken, kan nader worden ingevuld door de in de Woningwet bedoelde welstandscriteria, zoals opgenomen in het beeldkwaliteitsplan en/of de welstandsnota.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Marktweg Hem' van de gemeente Drechterland.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 maart 2021.
De voorzitter, de griffier,