direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Buitengebied 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0491.BP1030BG011-vg01

Artikel 11 Recreatie - Dagrecreatie

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1

De voor Recreatie - Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor extensieve dagrecreatieve activiteiten, met de daarbij behorende voorzieningen.

11.1.2

Ter plaatse van de aanduiding "opslag" zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor de opslag van boten.

11.1.3

Ter plaatse van de aanduiding "kinderboerderij" zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor dagrecreatieve activiteiten in de vorm van een kinderboerderij, met de daarbij behorende voorzieningen.

11.1.4

Ter plaatse van de aanduiding "ijsbaan" zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor dagrecreatieve activiteiten in de vorm van een ijsbaan, met de daarbij behorende voorzieningen.

11.1.5

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - hobbyvisserij" zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor hobbyvisserij.

11.1.6

Ter plaatse van de aanduiding "volkstuin" zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor volkstuinen.

11.1.7

Ter plaatse van de aanduiding "manege" zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor een manege.

11.1.8

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - pensionstal" zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor een pensionstal.

11.2 Bouwregels
11.2.1

Ten aanzien van de in lid 11.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en de nokhoogte van de onder a bedoelde gebouwen maximaal respectievelijk 3 m en 5 m mag bedragen;
  • c. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal mag bedragen:
    • 1. van erf- en terreinafscheidingen: 1 m;
    • 2. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.
11.2.2

Ten aanzien van de in lid 11.1.2, 11.1.3, 11.1.4 en 11.1.5 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. gebouwen uitsluitend mogen worden opgericht binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte en de nokhoogte van de onder a bedoelde gebouwen maximaal respectievelijk 3 m en 5 m mag bedragen;
  • c. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. van erf- en terreinafscheidingen: 1 m;
    • 2. van verlichtingsmasten: 15 m;
    • 3. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - hobbyvisserij" mogen de bestaande afmetingen van het bouwwerk niet worden gewijzigd.

11.2.3

Ten aanzien van de in lid 11.1.6 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. per volkstuin mogen bergingen en/of kassen worden gebouwd met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 12 m2;
  • b. de bouwhoogte van bergingen en kassen mag maximaal 2,5 m bedragen;
  • c. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. van erf- en terreinafscheidingen: 1 m;
    • 2. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.

11.2.4

Ten aanzien van de in lid 11.1.7 (maneges) en 11.1.8 (pensionstal) bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte aan bebouwing mag niet meer bedragen dan in de tabel is bepaald:

Adres   Max. opp.  
Bovenberg 83   1.050 m2  
Hogedijk 56   375 m2  
Provincialeweg 11   930 m2  
Westeinde 1   1.750 m2  
Zuidbroek 154   2.000 m2  

  • c. per bouwvlak mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" mag een tweede bedrijfswoning worden gebouwd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "aantal wooneenheden" mag de bedrijfswoning worden gebruikt voor de huisvesting van het aantal huishoudens, zoals aangegeven;
  • f. van gebouwen mag de goothoogte niet meer dan 4 m en de hoogte niet meer dan 8 m bedragen;
  • g. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 700 m3;
  • h. de oppervlakte aan bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m2;
  • i. in afwijking van het bepaalde onder e mag de goothoogte van bijgebouwen niet meer bedragen dan 3 m;
  • j. in afwijking van het bepaalde onder e mag de hoogte van bijgebouwen niet meer bedragen dan 6 m;
  • k. indien ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het bestemmingsplan de goothoogte en/of hoogte van gebouwen afwijkt van het bepaalde onder d, gelden de bestaande maten voor deze gebouwen als maximum;
  • l. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. binnen het bouwvlak: 5 m;
    • 2. buiten het bouwvlak: 1 m.
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overdekte longeerbak" mag tevens een overdekte longeerbak worden gebouwd met een diameter van maximaal 15 m.