direct naar inhoud van 4.3 Geluidhinder
Plan: Woongebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPWGW20090000-VI01

4.3 Geluidhinder

Toetsingskader wegverkeerslawaai

Normstelling

Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven - bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidshinder vanwege de weg getoetst moet worden. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen- of buitenstedelijke ligging. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook bij 30 km/h-wegen de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting te worden onderbouwd.

De geluidshinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal.

Nieuwe situaties

Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de uiterste grenswaarde niet te boven gaan. Voor de beoogde binnenstedelijke ontwikkeling geldt een uiterste grenswaarde van 63 dB. Voor auto(snel)wegen geldt een uiterste grenswaarde van 53 dB. Krachtens artikel 110g van de Wgh mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Van de aftrek conform artikel 3.6 uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 is gebruikgemaakt.

De geluidswaarde binnen de geluidsgevoelige bestemming (binnenwaarde) dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm van 33 dB. Bij binnenwaardeberekeningen en toetsing aan het Bouwbesluit dient te worden uitgegaan de van de gecumuleerde geluidsbelasting exclusief conform artikel 3.6 uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006.

30 km/h-wegen

Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet-gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Indien dit niet het geval is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en/of doelmatig zijn. Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan wettelijke normen aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt wordt de voorkeursgrenswaarde en de uiterste grenswaarde als referentiekader gehanteerd. De voorkeursgrenswaarde geldt hierbij als richtwaarde en de uiterste grenswaarde als maximaal aanvaardbare waarde.

Toetsingskader tramlijn

Een tramlijn is niet gezoneerd en van toetsing aan de Wgh vrijgesteld. Er zijn geen grenswaarden en er bestaat ook geen verplichting tot akoestisch onderzoek. Wel wordt in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzicht geboden in het geluid van trams. Derhalve is ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting bij gebrek aan wettelijke normen aangesloten bij de benaderingswijze voor niet-gezoneerde wegen.

Toetsingskader railverkeerslawaai

Normstelling

Indien nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de onderzoekszone van een spoorweg worden gerealiseerd, dient onderzoek plaats te vinden naar de geluidsbelasting vanwege deze spoorweg. Voor nieuwe woningen bedraagt de voorkeursgrenswaarde 55 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. De uiterste grenswaarde mag daarbij niet worden overschreden. De uiterste grenswaarde bedraagt 68 dB. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.

SWUNG- 1

De Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met het wetsvoorstel Swung (Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid). Naar verwachting treedt SWUNG-1 (Rijksinfrastructuur) voor geluid op korte termijn (maart/juni 2012) in werking.

Binnen Swung wordt uitgegaan van grenswaarden, de zogenaamde geluidsproductieplafonds, op vaste toetspunten. Deze geluidsproductieplafonds worden bij in werking treden van de wet gebaseerd op:

  • De heersende situatie in 2008 in dB, vermeerderd met een werkruimte van 1,5 dB (de hoofdregel).
  • Gegevens zoals verkeersprognoses en wegdekken die zijn gehanteerd in het akoestisch onderzoek voor wegenprojecten, waarvoor een besluit is genomen tussen 2000 en 2011 en waarvan het project niet voor 2008 is opengesteld.

De harde geluidproductieplafonds bieden bescherming aan omwonenden. De werkruimte is bedoeld voor het opvangen van verkeersgroei en andere verkeerskundige ontwikkelingen of infrastructurele aanpassingen. Door de autonome verkeersgroei en eventuele snelheidsverhogingen wordt de werkruimte opgevuld. Als er langs een wegvak nog maar 0,5 dB of minder over is aan werkruimte dan is er sprake van een geluidsknelpunt langs het betreffende wegvak. De 0,5 dB grens, het zogenoemde signaleringsmoment, is het moment waarop de wegbeheerder aan de hand van het wettelijke doelmatigheidscriterium geluidreducerende maatregelen gaat afwegen.

Aangezien SWUNG-1 nog niet in werking is getreden is deze wet voor onderhavig bestemmingsplan niet van belang.

Tracébesluit A15 Maasvlakte- Vaanplein

In het kader van het tracébesluit is akoestisch onderzoek uitgevoerd. Door de verbreding van de A15 en aanpassingen aan het Vaanplein en A29 is de Wet geluidhinder van toepassing.

Woongebied West ligt voor een deel binnen het studiegebied van de A15/A29 (clusters 304/305 en 306). Voor een aantal bestaande woningen is er zonder aanvullende maatregelen sprake van een relevante toename van de geluidsbelasting. Daarom zijn nadere maatregelen overwogen en is een maatregelenpakket bepaald. Hierdoor neemt de geluidsbelasting van veel bestaande woningen af maar er zijn nog woningen waar sprake is van een toename van de geluidsbelasting zowel ten gevolge van de A15 als de A29. Voor deze bestaande woningen is in het kader van het tracébesluit reeds een hogere waarde vastgesteld.

Voor het bestemmingsplan is de toetsing aan de gevels van nieuwe geluidsgevoelige functies die binnen het woongebied mogelijk worden gemaakt van belang. Voor deze toetsing wordt verwezen naar paragraaf 5.3.