direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Lagewei-Vrouwenpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPWGO20090004-VI01

2.4 Gemeentelijk beleid

IHP 2 (Integraal Huisvestingsplan)

Een van de vier thema's die in het collegeprogramma 2006-2010 is opgenomen betreft het thema 'Wonen, Zorg en Welzijn'; onderwijs vormt hierbij een van de hoofddossiers. Voor de uitwerking hiervan is eind 2006 begonnen met de opstelling van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs- en welzijnsvoorzieningen 2008-2025 (IHP). In maart 2007 is besloten om het IHP op te splitsen in twee delen:

  • IHP-deel 1: basisonderwijs, speciaal onderwijs en welzijn;
  • IHP-deel 2: voortgezet onderwijs.

Aan IHP-deel 1 wordt invulling gegeven door in Vrouwenpolder een multifunctionele accommodatie (basisscholen, kinderopvang en andere (maatschappelijke) voorzieningen) mogelijk te maken.

De doelstelling van het 2e deel van het IHP is om voor het voortgezet onderwijs te komen tot een integrale visie op onderwijshuisvesting en een vertaling hiervan naar een huisvestingsplan.

Het IHP biedt een meerjarenperspectief voor de periode 2008-2025 en een kortetermijnperspectief voor deze raadsperiode (2006-2010). Naast het beleid op lange termijn, dienen ook op korte termijn oplossingen te worden gevonden voor een aantal knelpunten, zoals de snelle groei van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs en de matige kwaliteit van verschillende onderwijsvoorzieningen (tijdelijke en semipermanente huisvesting). Indien zich daarbij kansen voordoen voor samenwerkingsmogelijkheden met sociale en/of commerciële partners, dienen deze te worden benut. Met de realisering van de Campus wordt voorzien in een oplossing voor de bovengenoemde knelpunten.

Woonvisie gemeente Barendrecht 2006-2015 (2006) en Herijking Woonvisie 2010 (2010)

Het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid werd tot 2010 vooral gekenmerkt door de afronding van de VINEX-taakstelling Carnisselande en de uitwerking van de regionale woningbouwafspraken voor de periode 2005-2010. De kern van het beleid was en is het realiseren van een woningbouwprogramma met een zodanige differentiatie dat er in voldoende mate tegemoet wordt gekomen aan de woningvraag op de lokale en (in mindere mate) regionale markt. Naast nieuwbouw is het beleid na 2010 eveneens gericht op de aanpassing van de bestaande voorraad aan de vraag en ontwikkelingen op de woningmarkt. Een belangrijk aandachtspunt vormt daarbij de positie van zowel starters als ouderen en de toegankelijkheid van de voorraad. De nieuwbouw voor de periode 2010-2020 wordt ingekaderd en vastgelegd in de woningbouwafspraken met de Stadsregio (volgens planning 2e kwartaal 2011).

De herijking gaat op basis van de doelgroepen vooral uit van realisering van gestapelde woningbouw. In de oorspronkelijke opzet van de wijk is uitgegaan van het merendeel grondgebonden woningen. De differentiatie in woningtypen kan een grote invloed hebben op de stedenbouwkundige en de sociale structuur van het gebied. De realisering van ouderen- of zorgwoningen, maar ook van woningen voor jongeren vraagt ook om specifieke voorzieningen in de directe omgeving. Dit moet worden meegenomen bij de programmabepaling van de MFA (Multifunctionele Accommodatie) in Vrouwenpolder en op de Campus. De realisering van ouderen- of zorgwoningen zal echter, vanwege het ontbreken van (winkel)voorzieningen, geen goede optie zijn.

In de herijking is ook bepaald dat het aandeel sociale woningbouw kan worden verlaagd van 30-32% naar 25%. Het percentage gestapelde nieuwbouw (appartementen met lift) is voor heel Barendrecht op circa 65% vastgesteld. De programmataakstelling zal zich voornamelijk (moeten) richten op de lokale markt, met daarbij specifieke aandacht voor starters en vooral ouderen.

Gebiedsvisie Lagewei-Vrouwenpolder (2009)

In 2009 is de gebiedsvisie Lagewei-Vrouwenpolder vastgesteld. De gebiedsvisie Lagewei-Vrouwenpolder gaat uit van een complete wijk met een duidelijk accent op onderwijs met bijbehorende voorzieningen. Vanuit de gebiedsvisie is het uitgangspunt voor het woonmilieu in Lagewei-Vrouwenpolder de realisering van een groen (tuin) stedelijk beeld met een grote variatie in woningtypen en een passend aandeel gestapeld. In hoofdstuk 4 wordt de gebiedsvisie uitvoerig behandeld.

Barendrecht investeert in ontmoeting (november 2008)

Recent heeft Barendrecht de strategische visie 'Barendrecht investeert in ontmoeting' opgesteld. Door middel van deze langetermijnvisie maakt Barendrecht de kansen en ontwikkelingen inzichtelijk tot 2025. De visie wordt als toetsingskader gebruikt voor te maken keuzes op verschillende beleidsterreinen.

De strategische visie heeft op hoofdlijnen de volgende drie doelen:

  • zorgen dat Barendrecht een aantrekkelijke en duurzame woongemeente blijft;
  • zorgen dat Barendrecht een sterke economie behoudt;
  • zorgen dat sociale cohesie tussen mensen in Barendrecht wordt versterkt.

Wat betreft ruimtelijke ordening constateert de visie dat de ruimte binnen de gemeente beperkt is. Met de afronding van de nieuwe wijk Lagewei-Vrouwenpolder zijn de laatste grote open ruimten gevuld. Er moet dan ook zorgvuldig en weloverwogen met de beschikbare ruimte worden omgegaan.

Voor het plangebied relevante strategische speerpunten zijn onder meer:

  • voldoende sociale voorzieningen in wijken (scholen, wijkcentra, woon-zorgcirkels);
  • levensloopbestendig bouwen;
  • meer en kwalitatief betere groenvoorzieningen ten behoeve van de leefbaarheid;
  • borgen van verkeersveiligheid in wijken;
  • maximaliseren van het aantal parkeerplaatsen in wijken ten behoeve van de leefbaarheid;
  • ontmoeting tussen mensen realiseren in een verbeterde openbare ruimte;
  • een gedifferentieerd woningbouwprogramma voor diverse en uiteenlopende doelgroepen.

De Middeldijk tussen de Barendrechtseweg en Middelweg: Beeld en bestemming (2005)

De nota 'De Middeldijk tussen de Barendrechtseweg en Middelweg: Beeld en bestemming' beschrijft en analyseert de bestaande ruimtelijke opbouw van dit deel van de dijkstructuur en de toekomstige ruimtelijke wijzigingen die hier zullen optreden, mede als gevolg van de realisatie van de wijk Lagewei-Vrouwenpolder. Het geeft deelvoorstellen voor ingrepen langs de dijk, zodat de dijk als oud element herkenbaar blijft, er een goede aansluiting met de nieuwbouw plaatsvindt en er tegelijkertijd sprake is van behoud van een waardevol woonmilieu langs de dijk.

Structuurvisie Barendrecht (2004)

Op grond van deze Nota kunnen besluiten worden genomen over de ontwikkeling in de nabije toekomst. Deze besluiten zijn bepalend voor de gemeentelijke inbreng in regionale plannen zoals het regionaal structuurplan (RR2020) en het regionaal volkshuisvestingsoverleg.

Woningbouw

Het handhaven en uitbreiden van de groene karakteristiek, zowel voor het wonen als voor de natuur- en recreatieontwikkeling, is een belangrijke doelstelling voor het ruimtelijk beleid op lange termijn. De Structuurvisie heeft een maximumtaakstelling van 4.180 woningen waarvan de realisering naast Carnisselande op de locaties Ter Leede-Hooimeijer, Lagewei-Vrouwenpolder, centrumontwikkeling en kleinere bouwlocaties (inbreiding) moet plaatsvinden. In deze visie wordt uitgegaan van een binnenstedelijke plancapaciteit van circa 1.600 woningen (exclusief centrumontwikkeling).

Omdat het Barendrechts grondgebied voor het grootste gedeelte volgebouwd is, resteren er slechts enkele delen van het grondgebied waarover nog structurele beslissingen omtrent een ingrijpende bestemmingswijziging (bijvoorbeeld ten gunste van bebouwing) genomen zullen worden. Lagewei-Vrouwenpolder is één van deze gebieden. De bouwopgave voor Lagewei-Vrouwenpolder wordt hieronder kort behandeld; daarbij zijn doelen en programmatische uitspraken verenigd. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de programmatische uitgangspunten.

De theoretische capaciteit van het plangebied bedraagt 1.000-1.200 woningen, bij volledige benutting voor woningbouw. De reeds gedane reserveringen voor scholen, een kerkgebouw en de daarmee samenhangende reservering voor overige voorzieningen (bijvoorbeeld parkeren) bedragen globaal 6 ha van het terrein. De ontsluiting kan plaatsvinden via rotondes op de 3Barendrechtseweg (gecombineerd met Ter Leede/Hooimeijer) en op de Kilweg (in combinatie met een veilige oversteek voor het provinciale fietspad). De extra noodzakelijke waterbergingscapaciteit wordt eveneens ingepast in het plangebied.

Het groene karakter van het gebied staat onder druk door de overige ruimtevraag en een hogere dichtheid als gevolg van een vereist hoger percentage sociale woningbouw; daardoor is wellicht ten dele een dichtheid van 40 woningen/ha nodig en een deel gestapelde woningbouw tot maximaal 5 lagen. De toenemende vraag naar openbaar gebied (water en parkeren) verlaagt de dichtheid (en capaciteit) weer.

Voorzieningen

Barendrecht heeft altijd gezorgd voor een relatief hoogwaardig voorzieningenpakket voor zijn bewoners. Barendrecht beschikt over voldoende gronden (voor voorzieningen) waar de maximale bouwmogelijkheden nog beter benut kunnen worden, als dat nodig is. Nieuwe maatschappelijke behoeften zullen in principe een plaats moeten krijgen op reeds bestaande terreinen. Omdat het Barendrechts grondgebied voor het grootste gedeelte volgebouwd is, resteren er slechts enkele delen van het grondgebied waarover nog structurele beslissingen omtrent een ingrijpende bestemmingswijziging (bijvoorbeeld ten gunste van bebouwing) genomen zullen worden. Lagewei-Vrouwenpolder is één van deze gebieden. In de structuurvisie is de Campus reeds aangewezen als voorzieningencluster (zie onderstaande figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.0489.BPWGO20090004-VI01_0003.png"

Uitsnede structuurvisie Barendrecht

Structuurvisie voor het gebied Kilweg-noord (2003)

De Structuurvisie voor het gebied Kilweg-noord geeft de uitgangspunten en de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de wijk Lagewei-Vrouwenpolder. Het geeft de bouwstenen voor de verdere ruimtelijke uitwerking, aan de hand van een analyse van de ruimtelijke en de verkeersstructuur van (de omgeving van) het plangebied, de bepalende ruimtelijke elementen en een eerste inventarisatie van de beperkingen als gevolg van milieuaspecten.

De gestelde uitgangspunten hebben betrekking op de gewenste verkavelingstructuur van de wijk (inclusief plaatskeuze van een school), het aanzien van de verkaveling en de groen- en waterstructuur, welke de (kwaliteits)drager van de wijk zal moeten vormen.